Basis- en aanvullende verzekering

Iedereen in Nederland is verplicht om verzekerd te zijn tegen ziektekosten (basisverzekering). Degene die de verzekering afsluit is als verzekeringnemer de premie en het eigen risico verschuldigd. Dit is ook het geval wanneer de verzekering mede wordt afgesloten voor de partner en meerderjarige kinderen. De premie en het eigen risico kan dan niet door de zorgverzekeraar op hen (de verzekerden) worden verhaald.
Wanneer een kind meerderjarig wordt is hij vanaf dat moment verplicht om zich te verzekeren en premie te betalen. Wanneer het meerderjarig geworden kind niets onderneemt, mag de zorgverzekeraar er niet automatisch vanuit gaan dat het kind bij de ouders verzekerd blijft.
Bij een achterstand in de premie mag de zorgverzekeraar de verzekering beëindigen. De meeste zorgverzekeraars zijn echter aangesloten bij een convenant waarbij ze onderling hebben afgesproken dit niet te doen, maar wel de premie volledig in te vorderen. De zorgverzekeraar mag in tegenstelling tot andere schuldeisers niet meteen gaan dagvaarden. In de Zorgverzekeringswet is geregeld dat er eerst een betalingsregeling moet worden aangeboden.

UitsprakenMeer informatie

Rechtspraak:

Nationale ombudsman:

Geschillencommissie Zorgverzekeringen:

Opzegverbod verzekerde bij premieachterstand

Om te voorkomen dat een verzekerde bij een premieachterstand meteen overstapt naar een andere verzekeraar geldt een opzegverbod voor de verzekerde vanaf het moment waarop de eerste aanmaning tot betaling van de premie is verzonden. Dit opzegverbod geldt niet wanneer de verzekeraar er mee instemt of wanneer de dekking is geschorst.
Wanneer de verzekeringnemer ook voor medeverzekerden de premie moet betalen, is het wel mogelijk de verzekering op te zeggen onder voorwaarde dat de medeverzekerde een eigen verzekering afsluit bij dezelfde of een andere verzekeraar (splitsing).

Maatregelen wanbetalers zorgverzekering in 4 fasen

Per 1 september 2009 is een wetswijziging van kracht geworden, met allerlei maatregelen om het niet betalen van de zorgpremie tegen te gaan. Er gelden vier fasen:

Fase 1: twee maanden premieachterstand
Bij een premieachterstand van twee maanden biedt de zorgverzekeraar binnen 10 werkdagen een betalingsregeling aan om de achterstand in te lopen. Onderdeel van de regeling is een machtiging tot automatische incasso van toekomstige termijnen.
Wanneer de verzekeringnemer ook voor medeverzekerden de premie moet betalen, doet de verzekeraar een splitsingsvoorstel: de medeverzekerden ontvangen dan een eigen polis en moeten zelf de premie betalen. 

Fase 2: vier maanden premieachterstand
Als de verzekeringnemer niet ingaat op het aanbod en de achterstand loopt op tot vier maanden, dan geeft de zorgverzekeraar een waarschuwing en wijst daarbij op de gevolgen bij een achterstand van 6 maanden (zie volgende fase).

Fase 3: zes maanden premieachterstand
Indien een premieachterstand van zes maanden is ontstaan, meldt de zorgverzekeraar de verzekeringnemer aan bij het CAK (voorheen Zorginstituut Nederland). Vanaf dat moment is de verzekeringnemer geen premie meer aan de verzekeraar verschuldigd, maar moet hij een bestuursrechtelijke premie aan het CAK betalen. Deze premie bedraagt 120% van de gemiddelde zorgpremie. In 2024: € 175,20 per maand.

Fase 4: premieachterstand voldaan of schuldregeling
Indien de debiteur de schulden (premie, eigen risico en kosten) aan de zorgverzekeraar voldaan heeft meldt de zorgverzekeraar dit bij het CAK. Vanaf dat moment is de verzekeringnemer geen bestuursrechtelijke premie meer verschuldigd en dient hij de nominale premie in het vervolg weer aan de verzekeraar te betalen. Hetzelfde geldt indien er sprake is van:

  • treffen van een betalingsregeling met de zorgverzekeraar;
  • sluiten van een stabilisatieovereenkomst;
  • totstandkoming van een minnelijke schuldregeling;
  • toelating tot de wsnp.


Bij het treffen van een betalingsregeling vindt in de praktijk niet altijd een afmelding bij het CAK plaats. Art. 18d Zorgverzekeringswet bepaalt echter dat met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de betalingsregeling is getroffen er geen bestuursrechtelijke premie meer verschuldigd is. Heeft de zorgverzekeraar betrokkene niet afgemeld dan dient dit alsnog met terugwerkende kracht plaats te vinden. Zie hier voor een voorbeeldbrief.

Bovendien kunnen gemeenten speciale afspraken met zorgverzekeraars maken waardoor bijstandsgerechtigden versneld kunnen uitstromen. Zie verderop.

UitsprakenMeer informatie

Inning bestuursrechtelijke premie door het CAK

Bij een premieachterstand van 6 maanden is de verzekeringnemer geen premie meer aan de verzekeraar verschuldigd, maar moet hij een bestuursrechtelijke premie aan het CAK betalen. Deze premie bedraagt 120% van de gemiddelde zorgpremie (2024: € 175,20 per maand). Het CAK int de premie door deze door de werkgever of uitkeringsinstantie op het loon of de uitkering in te laten houden (bronheffing).

Wanneer de bestuursrechtelijke premie aan het CAK wordt betaald, betaal je niet je schulden bij de zorgverzekeraar af. Met de zorgverzekeraar moeten aparte afspraken gemaakt worden over het inlossen van de schulden.

De werkgever of uitkeringsinstelling die ten onrechte de bronheffing niet toepast dient het bedrag alsnog aan het CAK te betalen zonder dat dit verhaald mag worden op de verzekeringnemer.

Wanneer bronheffing niet mogelijk is zal het CAK de invordering overdragen aan het CJIB. Het CJIB zal allereerst de zorgtoeslag door de belastingdienst aan zich laten afdragen (omleiding zorgtoeslag). Het CJIB stuurt voor de resterende bestuursrechtelijke premie acceptgiro's. Wanneer deze niet betaald worden zal uiteindelijk de deurwaarder een dwangbevel betekenen en tenuitvoer leggen (loonbeslag etc.).

Zodra de totale achterstand (incl. kosten en eigen risico) aan de zorgverzekeraar voldaan is meldt de zorgverzekeraar dit bij het CAK. Vanaf dat moment is de verzekeringnemer geen bestuursrechtelijke premie meer verschuldigd en dient hij de nominale premie in het vervolg weer aan de verzekeraar te betalen. Een eventueel restant aan bestuursrechtelijke premie wordt dan door het CAK alleen nog op normale wijze geïnd en niet meer via bronheffing of inning van de zorgtoeslag.

UitsprakenMeer informatie

Versnelde uitstroom bijstandsgerechtigden tegen finale kwijting

Onder bepaalde voorwaarden kunnen mensen met een bijstandsuitkering, die een bestuursrechtelijke premie verschuldigd zijn, versneld terugkeren naar het normale premieregime van de zorgverzekeraar. Gemeenten en zorgverzekeraars kunnen zelf beslissen of ze een overeenkomst willen sluiten om dit mogelijk te maken. Informeer bij de gemeente of deze van toepassing is. Voor versnelde uitstroom gelden o.a. de volgende voorwaarden:

  • De verzekeringnemer heeft een collectieve verzekering voor minima afgesloten;
  • De premie voor de basisverzekering en de aanvullende verzekering wordt ingehouden op de uitkering;
  • Het eigen risico is meeverzekerd, of wordt door de verzekeringnemer (gespreid) betaald;
  • De schuld bij de verzekeraar wordt afgelost, de aflossing wordt ook ingehouden op de uitkering;
  • De zorgverzekeraar verleent kwijtschelding voor het restant aan schulden nadat een periode van maximaal 36 maanden is afgelost.

Versnelde uitstroom onderbewindgestelden tegen finale kwijting

Onder bepaalde voorwaarden kunnen mensen die onder bewind staan versneld uitstromen uit de wanbetalersregeling:

  • De bewindvoerder zorgt voor betaling van de premie, het eigen risico en de aflossing van de schuld bij de zorgverzekeraar.
  • De hoogte van de aflossing bedraagt in beginsel € 35 per maand. Er kan een afwijkende regeling overeengekomen worden.
  • De verzekering bevat naast het verplicht eigen risico geen vrijwillig eigen risico.
  • De verzekeringnemer zegt toe om na een eventuele beëindiging van het bewind de maandelijkse premie en aflossing te blijven betalen.
  • De zorgverzekeraar verleent na 36 maanden aflossing kwijtschelding van de restantschuld.


Mocht onverhoopt niet aan de regeling worden voldaan dan zal de zorgverzekeraar betrokkene weer aanmelden bij het CAK en vervalt de mogelijkheid van kwijtschelding.

Maatregelen onverzekerden zorgverzekering

In principe is iedereen die in Nederland woont of loonbelasting moet betaling verplicht om een zorgverzekering af te sluiten. In de volgende situaties is men ten onrechte niet verzekerd:

  • indien een verzekeringsplichtige niet binnen vier maanden na het ontstaan van de verzekeringsplicht (bijvoorbeeld na aankomst in Nederland) een zorgverzekering sluit;
  • indien een verzekeringsplichtige niet met ingang van de dag volgende op de dag waarop een zorgverzekering is geëindigd op grond van een andere zorgverzekering verzekerd is.


Voor onverzekerden geldt de volgende aanpak:
1) Onverzekerden die door middel van bestandsvergelijking zijn opgespoord, krijgen eerst een aanmaning van het CAK. Daarin worden ze gewezen op hun verzekeringsplicht en aangespoord een zorgverzekering te sluiten.

2) Als blijkt dat zij dit na drie maanden nog steeds niet hebben gedaan, dan krijgen ze een boete van drie maal de standaardpremie per maand (2024: € 496,75).

3) Als na een nieuwe bestandsvergelijking blijkt dat de betrokkene nog steeds niet verzekerd is, dan wordt voor de tweede keer een boete opgelegd.

4) Zijn mensen na twee boetes nog altijd onverzekerd, dan verzekert het CAK hen bij een zorgverzekeraar. Zij zijn dan een jaar lang een bestuursrechtelijke premie verschuldigd voor ambtshalve verzekerden (2024: € 165,58 per maand). Deze wordt zo mogelijk rechtstreeks ingehouden op het loon of de uitkering.

Beslag op de zorgtoeslag

Er geldt een beslagverbod voor zorgtoeslag. Er is echter één uitzondering: De zorgverzekeraar kan beslag op de zorgtoeslag leggen vanwege een premieachterstand voor de zorgverzekering.

In de wet staat dat beslag op de zorgtoeslag mogelijk is voor: “een vordering tot nakoming van een betalingsverplichting wegens een geleverde prestatie waarbij de betalingsverplichting ter zake van die prestatie oorzaak is voor de tegemoetkoming”. (art. 45 Awir)
Deze formulering roept de vraag op hoe nauw het verband moet zijn tussen de premieachterstand en de zorgtoeslag om beslag te kunnen leggen. Duidelijk is in ieder geval dat er geen beslag gelegd kan worden voor de aanvullende premie ziektekostenverzekering. De zorgtoeslag wordt immers verstrekt voor de basisverzekering en niet voor de aanvullende verzekering.

Een andere vraag is hoe het zit met oude schulden. Kan een zorgverzekeraar uit het verleden beslag leggen op de zorgtoeslag die bedoeld is voor een andere zorgverzekering. Zowel het Hof Den Bosch als het Hof Amsterdam zijn van oordeel dat beslag op een toeslag vanwege een oude schuld onrechtmatig is. Dit betekent dat al de geïnde bedragen inclusief kosten kunnen worden teruggevorderd (verjaringstermijn is 5 jaar).

Wanneer geldig beslag op de zorgtoeslag is gelegd dan moet rekening worden gehouden met de beslagvrije voet. Mocht er al eerder beslag op loon zijn gelegd, dan moet bij de vaststelling van de beslagvrije voet hier rekening mee worden gehouden. Kijk hier voor meer info.

Vroegsignalering schulden

Verhuurders (ook particuliere verhuurders), zorgverzekeraars, energie- en waterbedrijven zijn verplicht om betalingsachterstanden bij de gemeente te melden. De verplichting ontstaat nadat ze eerst de achterstand via een maatschappelijk verantwoorde incasso hebben proberen te innen. Dat wil zeggen dat zij:

  • minstens eenmaal een schriftelijke betalingsherinnering sturen;
  • zich inspannen om in persoonlijk contact te treden om te wijzen op mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen;
  • wijzen op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening; en
  • aanbieden om gegevens door te geven aan gemeenten.

Wanneer betrokkene niet reageert of geen bezwaar maakt moeten de gegevens aan de gemeente worden verstrekt.

Gemeenten zijn verplicht om deze signalen op te pakken en hulp aan te bieden. Dit kan variëren van het sturen van een brief tot het aanbellen aan de deur. Gemeenten zullen hierin afhankelijk van het type signaal en de inschatting van de urgentie keuzes maken.

UitsprakenMeer informatie

Ziektekostenverzekering, schuldhulpverlening en wsnp

Bij een bedreigende situatie kan de debiteur om een voorlopige voorziening (smal moratoroim) vragen. Van een bedreigende situatie is sprake in het geval van:

  • een gedwongen ontruiming;
  • beëindiging van de levering van gas, elektra of water;
  • opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

Bij het verzoek moet ter informatie een aanvraagformulier wsnp worden gevoegd. Indien de rechtbank de voorlopige voorziening verleent mag gedurende 6 maanden niet worden ontruimd of afgesloten en de zorgverzekering mag niet worden opgezegd of ontbonden.

Klachten en geschillen zorgverzekeringen

Wanneer een klacht tegen de zorgverzekeraar niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het probleem voorgelegd worden aan de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ). Er zijn twee soorten procedures om het probleem te behandelen: als klacht of als geschil. De Ombudsman Zorgverzekeringen behandelt de klacht via een bemiddelingstraject. Als daar niets uitkomt, dan kan de klacht aan de Geschillencommissie Zorgverzekeringen worden voorgelegd. Zowel klachten over de basis- als de aanvullende verzekering kunnen bij de SKGZ worden ingediend. De uitspraak van de Geschillencommissie is bindend.