Juridische info voor hulpverleners
Wanneer een vordering - inmiddels verhoogd met incassokosten - niet betaald wordt, kan de schuldeiser de debiteur gaan dagvaarden. Met het vonnis kan vervolgens beslag op inkomen e.d. worden gelegd.
Als de rechter de vordering toewijst geldt als uitgangspunt dat de debiteur in de 'proceskosten' wordt veroordeeld. De proceskosten bestaan uit de volgende kostenposten:
Naast proceskosten worden ook ‘nakosten’ in rekening gebracht. Dit zijn ná de uitspraak, doch vóór de executie ontstane kosten. Het gaat hier om kosten voor onder meer het bestuderen van het vonnis, het bespreken van de inhoud en de te nemen vervolgstappen met de schuldeiser.
Het vonnis wordt aan de debiteur overhandigd (betekend) waarbij een bevel tot betaling wordt gegeven om binnen twee dagen aan het vonnis te voldoen. Wanneer niet betaald wordt zal het vonnis ten uitvoer worden gelegd door bijvoorbeeld beslag op loon of uitkering te leggen. Kijk voor meer informatie over de hiervoor verschuldigde kosten onder 'executiekosten'.
De procedure bij de kantonrechter begint met een dagvaarding. De debiteur wordt opgeroepen om bij de rechter te verschijnen. Het uitreiken van de dagvaarding, betekening genoemd, gebeurt bij voorkeur aan de persoon voor wie de dagvaarding is bestemd of aan een huisgenoot die er voor kan zorgen dat betrokkene het krijgt. Wanneer dit niet mogelijk is zal de deurwaarder de dagvaarding in een gesloten envelop in de brievenbus achterlaten. De deurwaarder vermeldt op het exploot de datum en de wijze waarop de betekening heeft plaatsgevonden.
In de dagvaarding wordt onderbouwd waarom en hoeveel de debiteur moet betalen. De tekst van de dagvaarding wordt meestal door een medewerker van een deurwaarderskantoor opgesteld. Wanneer de debiteur wil voorkomen dat de vordering wordt voorgelegd aan de rechter, zal hij de kosten voor het opstellen van de dagvaarding (1 punt salaris gemachtigde, zie verderop) en de kosten van betekening van de dagvaarding moeten betalen. De kosten voor betekening van de dagvaarding bedragen:
Betekening dagvaarding | € 119,40 |
Bevraging Digitaal beslagregister | € 0,57 |
Bevraging Basisregistratie personen | € 0,81 |
----------- + | |
€ 120,78 | |
Verhoging BTW (indien schuldeiser niet BTW-plichtig) | € 25,36 |
----------- + | |
Totaal | € 146,14 |
Om een procedure bij de rechtbank te starten zijn griffierechten verschuldigd. Bij een kantonzaak betaalt alleen degene die het proces start (eiser of verzoeker) griffierecht. De partij die zich verdedigt (gedaagde of verweerder) betaalt geen griffierechten. De griffierechten voor natuurlijke personen zijn lager dan die voor rechtspersonen. Maar omdat de schuldeiser meestal een rechtspersoon is wordt de debiteur, wanneer de vordering wordt toegewezen, veroordeeld om dit hogere tarief te betalen.
Soms beperkt de schuldeiser de vordering in de dagvaarding, vanwege de hoogte van het griffierecht, tot € 500, waarbij het recht tot invordering van het nog resterende deel wordt gereserveerd. Deze werkwijze is geoorloofd.
In de volgende tabel staan de griffierechten in zaken voor de kantonrechter. Wanneer de eiser een laag inkomen heeft geldt op verzoek het griffierecht voor onvermogenden, d.w.z. het laagste tarief.
Draai mobiel voor een beter overzicht
Griffierecht bij hoogte vordering 2025 | Rechtspersoon* | Natuurlijke persoon** |
Van onbepaalde waarde | € 135 | € 90 |
€ 0,01 t/m € 500,00 | € 135 | € 90 |
€ 500,01 t/m € 1.500,00 | € 340 | € 226 |
€ 1.500,01 t/m € 2.500,00 | € 385 | € 257 |
€ 2.500,01 t/m € 5.000,00 | € 514 | € 257 |
€ 5.000,01 t/m € 12.500,00 | € 543 | € 257 |
meer dan € 12.500,00 | € 1.461 | € 732 |
* Rechtspersoon: geldt ook voor vennootschap onder firma (vof) en commanditaire vennootschap (cv)
** Wanneer de eiser een laag inkomen heeft geldt op verzoek het griffierecht voor onvermogenden: € 90
Naast de kosten voor de betekening van de dagvaarding en het griffierecht maakt de schuldeiser ook kosten voor juridische bijstand. Deze kosten worden beperkt vergoed met een forfaitair bedrag afhankelijk van de hoogte van de vordering, het zogenaamde liquidatietarief. Per proceshandeling zoals de dagvaarding, conclusie van antwoord, behandeling op zitting worden punten toegekend. Deze punten vertegenwoordigen een bepaalde waarde afhankelijk van de hoogte van de vordering.
Het is dus van belang om alleen verweer te voeren wanneer je daadwerkelijk inhoudelijke argumenten hebt. Het verweer "ik kan niet betalen" kan tot gevolg kunnen hebben dat de rechter twee punten toewijst in plaats van één, terwijl de vordering ook bij betalingsonmacht wordt toegewezen.
Bijzondere omstandigheden, zoals misbruik van procesrecht of onrechtmatige daad, kunnen voor de rechter aanleiding vormen om de daadwerkelijk gemaakte kosten toe te wijzen (een integrale proceskostenveroordeling). Dit is vrij uitzonderlijk.
Zie de volgende tabel voor het liquidatietarief in kantonzaken.
Draai mobiel voor een beter overzicht
Hoogte vordering | Salaris gemachtigde 01-02-2024 | Max. aantal punten |
€ 0,01 t/m € 250,00 | € 40 | 3 |
€ 250,01 t/m € 500,00 | € 82 | 4 |
€ 500,01 t/m € 1.250,00 | € 135 | 5 |
€ 1.250,01 t/m € 2.500,00 | € 204 | 5 |
€ 2.500,01 t/m € 3.750,00 | € 238 | 5 |
€ 3.750,01 t/m € 5.000,00 (etc.) | € 271 | 6 |
Degene die in het ongelijk wordt gesteld, wordt in de kosten veroordeeld. De rechter kan ook besluiten de kosten te compenseren, dat ieder z’n eigen kosten draagt. Dit gebeurt doorgaans bij procedures tussen echtgenoten, bloed- en aanverwanten en wanneer beide partijen over en weer op enkele punten in het ongelijk zijn gesteld.
Ook kan de rechter de kosten die nodeloos zijn aangewend of veroorzaakt, voor rekening van de schuldeiser laten. Voorbeelden hiervan zijn:
In standaard incassovorderingen zal de debiteur in de proceskosten worden veroordeeld.
Wanneer de debiteur verweer heeft gevoerd, stuurt de griffie van de rechtbank het vonnis naar de debiteur. Bij een veroordeling kan de debiteur direct betalen. Een verstekvonnis wordt niet door de rechtbank naar de debiteur verstuurd, maar wordt door de deurwaarder aan de debiteur betekend. Het uitreiken van het vonnis gebeurt bij voorkeur aan de persoon voor wie het vonnis is bestemd of aan een huisgenoot die er voor kan zorgen dat betrokkene het krijgt. Wanneer dit niet mogelijk is zal de deurwaarder het vonnis in een gesloten envelop in de brievenbus achterlaten. De deurwaarder vermeldt op het exploot de datum en de wijze waarop de betekening heeft plaatsgevonden.
Bij de betekening wordt een bevel tot betaling gegeven om binnen twee dagen aan het vonnis te voldoen. Wanneer niet betaald wordt zal het vonnis ten uitvoer worden gelegd door bijvoorbeeld beslag op loon of uitkering te leggen. Kijk voor meer informatie over de hiervoor verschuldigde kosten onder 'executiekosten'.
Zeker bij een lage vordering is het zorgvuldig wanneer voorafgaand aan de betekening de debiteur eerst per brief in de gelegenheid wordt gesteld om de vordering te voldoen, maar daartoe is de deurwaarder niet verplicht.
De kosten voor betekening van het vonnis bedragen:
Betekening vonnis | € 130,00 |
Bevraging Basisregistratie personen | € 0,81 |
----------- + | |
€ 130,81 | |
Verhoging BTW (indien schuldeiser niet BTW-plichtig) | € 27,47 |
----------- + | |
Totaal | € 158,28 |
Na het vonnis worden vaak ook ‘nakosten’ in rekening gebracht. Dit zijn ná de uitspraak, doch vóór de executie ontstane kosten. Het gaat hier om kosten die gemaakt worden vanwege onder andere de volgende werkzaamheden:
De rechter kan in het vonnis de ‘nakosten’ vaststellen. Deze worden dan begroot op 50% van het liquidatietarief (zie onder salaris gemachtigde) met een maximum van € 135. Over deze kosten mag geen BTW in rekening worden gebracht.
Maar ook wanneer in het vonnis de nakosten niet zijn begroot, levert het vonnis een executoriale titel op voor de nakosten, zo heeft de Hoge Raad en de rechtbank Amsterdam geoordeeld. De deurwaarder kan deze kosten dus ook dan namens de schuldeiser in rekening brengen. Wanneer de hoogte van de nakosten door de debiteur wordt betwist moet de schuldeiser deze alsnog via de bevelschriftprocedure door de rechter laten begroten.
De debiteur heeft bij een zorgverzekeraar een premieachterstand van € 750 inclusief incassokosten. De debiteur ontvangt een dagvaarding. De kosten bedragen tot het moment van dagvaarding:
Hoofdsom | € 750,00 |
Betekening dagvaarding | € 146,14 |
Salaris gemachtigde (1 punt) | € 135,00 |
----------- + | |
Totaal | € 1031,14 |
Wanneer dit bedrag voor de dag van de zitting betaald wordt kan het nog 'van de rol' gehaald worden zodat er geen griffierecht verschuldigd is.
Betrokkene betaalt echter niet, voert geen verweer en wordt bij verstek veroordeeld. In het vonnis staat:
Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten die tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiser wordt vastgesteld op € 486,14 aan verschotten (€ 146,14 aan dagvaardingskosten en € 340,00 aan griffierecht) en € 135,00 aan salaris voor de gemachtigde (1 punt).
Het vonnis wordt aan de debiteur betekend en na betekening is het volgende verschuldigd:
Hoofdsom | € 750,00 |
Proceskosten | € 621,14 |
Kosten betekening vonnis | € 158,28 |
Nakosten | € 67,50 |
----------- + | |
Totaal | € 1596,92 |