Foto: Moerschij Pixabay
Wat er aan vooraf ging
Zilveren Kruis heeft een zorgverzekeringsovereenkomst gesloten met X. De ingangsdatum is 1 februari 2024. De premie was € 151,20 per maand. Op 29 februari 2024 heeft Zilveren Kruis een 1e betalingsherinnering gestuurd aan X, omdat de automatische incasso voor de periode 01-02-2024 tot 01-03-2024 [verder: de premie van februari] niet was gelukt. Daarna heeft Zilveren Kruis nog diverse aanmaningen gestuurd. X heeft iedere maand een premiebedrag betaald.
Zilveren Kruis is tot dagvaarding overgegaan een vordert de betaling van € 151,20, vermeerderd met rente en kosten.
X voert verweer en stelt dat zij alle premies volgens afspraak heeft betaald. De vordering moet daarom worden afgewezen.
De beoordeling
Zilveren Kruis heeft gesteld dat X per maand een premiebedrag van € 151,20 moest betalen. De premie moest vooraf, aan het einde van de maand ervóór, betaald zijn. Zilveren Kruis N.V. vordert nakoming van deze betalingsverplichting voor de premie van februari 2024.
X heeft niet betwist dat zij een maandpremie van € 151,20 moest betalen. Wel heeft zij betwist dat zij deze vooraf moest betalen. Daarbij heeft zij aangevoerd dat zij met Zilveren Kruis heeft afgesproken dat de premie tussen de 20e en de 28e van de maand betaald zou worden, omdat zij rond de 20e haar zorgtoeslag krijgt. Zilveren Kruis is daarmee akkoord gegaan, omdat het nog precies binnen een maand viel, aldus X. Ze heeft daarom op 20 februari 2024 de premie voor februari betaald.
De verplichting om vooraf te betalen blijkt niet
Door de gemotiveerde betwisting van de afspraak dat vooraf moest worden betaald, had het op de weggeleven van Zilveren Kruis om haar stelling op dat punt nader te onderbouwen. Dat heeft zij naar het oordeel van de kantonrechter niet, althans onvoldoende gedaan.
Zilveren Kruis heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de premie vooraf betaald moest worden. Wel heeft zij in haar dagvaarding de volgende specificatie opgenomen:
Uit deze specificatie volgt dat voor de premie van februari een factuur geldt met als factuurdatum 8 februari 2024 en een verzuimdatum van 1 maart 2024. Ook in de door Zilveren Kruis gestuurde brief van 18 juni 2024 staat dat de wettelijke rente wordt berekend vanaf 3 maart 2024. Omdat wettelijke rente berekend mag worden vanaf het moment dat X in verzuim was (niet op tijd had betaald) volgt ook daaruit dat Zilveren Kruis er kennelijk van uitging dat X de premie van februari moest betalen voor begin maart 2024, althans niet voor 1 februari 2024. X heeft met het door haar overgelegde betalingsbewijs bovendien onderbouwd dat zij op 20 februari 2024 betaald heeft voor de maand februari. Zilveren Kruis heeft weliswaar gesteld dat deze betaling voor de premie van maart 2024 gold, maar dat volgt niet uit de omschrijving van de betaling. Ook overigens blijkt niet op grond waarvan Zilveren Kruis ervan mocht uitgaan dat deze betaling zag op de premie voor maart, althans niet op de premie voor februari.
Beslissing
De kantonrechter wijst de vordering af en veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten die worden begroot op nihil
Meer informatie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant 31 december 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:9210
- Achtergrondinfo zorgverzekering