Beslag inkomen

Beslag overig

Vaste lasten

Schulden overheid

Kosten van schulden

Hulp bij schulden

Overige info

Klachten

Voorbeeldbrieven

Rekenprogramma

Nieuwsbrief

Wanneer loonbeslag het schuldhulptraject frustreert

Bron: André Moerman
uur

Wanneer tijdens het minnelijk traject een voorstel aan de schuldeisers wordt gedaan, dan wordt indien mogelijk de afloscapaciteit alvast gereserveerd voor de schuldregeling. De periode van 18 maanden aflossen gaat dan al van start. Hetzelfde geldt wanneer de totstandkoming van het minnelijk traject niet lukt en er vervolgens om toelating Wsnp wordt verzocht. Per 1 juli 2023 is namelijk in de wet geregeld dat de termijn die geldt voor de Wsnp start vanaf het moment dat de eerste aflossing is gedaan in het kader van het minnelijk traject. Maar wat is er mogelijk wanneer een van de schuldeisers loonbeslag heeft gelegd?



De wetswijziging
Per 1 juli 2023 is naar aanleiding van een amendement van Kathmann en Maatoug art. 349a lid 1 Fw aangepast dat handelt over de ingangsdatum van de Wsnp:

De termijn van de schuldsaneringsregeling bedraagt anderhalf jaar, te rekenen van de dag van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, die dag daaronder begrepen, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, indien die dag eerder is gelegen. (…)

In de toelichting op het amendement staat:

Een schuldhulpverleningstraject kan vaak jaren duren. Hierdoor verkeren mensen in de schulden vaak jarenlang in de onzekerheid. Het is daarom van het allergrootste belang dat het schuldhulpverleningstraject wordt verkort.
Dit amendement regelt dat de termijn van de schuldsaneringsregeling begint op het moment dat een gemeente (of andere bevoegde instelling) de buitengerechtelijke schuldregeling is gestart. Immers mensen met problematische schulden kloppen als eerste bij de gemeente aan, waarna de schuldhulpverlening, vaak via een minnelijk traject, wordt gestart.
Vanaf de start van de schuldregeling wordt de aflossingscapaciteit vastgesteld. Echter het kan voorkomen dat het minnelijke traject mislukt, bijvoorbeeld omdat de schuldeisers niet akkoord gaan met het voorstel. Dan kan de Wsnp uitkomst bieden. Op dit moment is het zo geregeld dat de aflosperiode in de Wsnp pas vanaf het moment dat de rechter uitspraak doet. Dit terwijl mensen met problematische schulden dan soms al vele maanden tot zelfs ruim een jaar aan het aflossen zijn. Deze extra aflossingen hebben geen effect op het bedrag of de duur van de schuldsaneringsregeling die de rechter uitspreekt. De indiener is van mening dat dit ongewenst is en om die reden regelt dit amendement dat de termijn van de schuldsaneringsregeling start vanaf het moment dat de eerste aflossing is gedaan in het kader van de gemeentelijke schuldhulpverlening.

 

Jurisprudentie verkorting wsnp
Inmiddels zijn een aantal uitspraken gepubliceerd waarbij de rechter moest beslissen of de ingangsdatum moet worden gesteld op een eerdere datum dan de dag van de uitspraak. Hieronder een aantal voorbeelden.

Verkorten met niet meer dan 12 maanden
Bij het verzoek om toelating tot de wsnp is aangevoerd dat vanaf augustus 2022 maximaal is afgedragen ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers.
Uit het in het verzoekschrift opgenomen overzicht van maandelijkse afdrachten maakt de rechtbank op dat de eerste aflossing in het minnelijk traject in oktober 2022 heeft plaatsgevonden. Ter zitting is toegelicht dat de eerste aflossing onder andere bestond uit de spaarcapaciteit van de maanden augustus en september 2022, zodat het verzoek is om de ingangsdatum van de looptijd van de schuldsaneringsregeling op 1 augustus 2022 te bepalen. De rechtbank is echter van oordeel dat de ingangsdatum moet worden bepaald aan de hand van de eerste maand waarin daadwerkelijk is afgelost, hetgeen oktober 2022 is. De rechtbank heeft bij die bepaling ook betrokken dat de rechtbank van oordeel is dat de wettelijke schuldsaneringsregeling minimaal zes maanden moet duren om de bewindvoerder de gelegenheid te geven zijn of haar wettelijke taken goed te kunnen uitvoeren. De rechtbank zal de ingangsdatum van de termijn van de schuldsaneringsregeling dan ook bepalen op 9 oktober 2022. >>>Uitspraak

Verkorten zonder voorafgaande poging tot minnelijk traject
De rechtbank stelt vast dat er gezien de situatie van de heer X geen minnelijk traject is uitgevoerd (en ook geen aanbod is gedaan aan de schuldeisers). Wel heeft de heer X vanaf februari 2023 op de beheerrekening van de beschermingsbewindvoerder een bedrag van € 273,05 gespaard voor zijn schuldeisers (inkomsten € 6.300,44 minus Vtlb € 6.027,39). Dit leidt tot zeven maanden verkorting van de looptijd. >>>Uitspraak

Reserveren zonder afloscapaciteit
Betrokkene heeft een bijstandsuitkering en hierop is maandelijks tbv een op te zetten schuldregeling 5% gereserveerd. Verzocht is om de ingangsdatum te stellen op 15 maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis. Vanaf juni 2022 is namelijk een bedrag van € 812,00 gespaard.
De rechtbank overweegt dat om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, er achtereenvolgend maandelijks sprake zijn van aflossingen die tenminste gelijk zijn aan het verschil tussen de nettoinkomsten en het Vtlb. In de situatie van de verzoeker is hiervan geen sprake: hij leeft van een Participatiewet-uitkering die lager is dan het Vtlb, zodat geen sprake is van enige afloscapaciteit. Verder is onduidelijk of gedurende het minnelijke traject is voldaan aan de inspanningsverplichting. De rechtbank is van oordeel dat het verzoek om verkorting van de looptijd onvoldoende is onderbouwd. Het verzoek zal daarom worden afgewezen. >>>Uitspraak

Maximaal inspannen en zo hoog mogelijke aflossing
Het hof overweegt dat van een eerdere ingangsdatum alleen sprake kan zijn “indien de schuldenaar zich, in de fase voorafgaand aan de uitspraak waarbij de schuldsaneringsregeling van toepassing is verklaard, ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers maximaal heeft ingespannen om, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval, een zo hoog mogelijke aflossing aan de gezamenlijke schuldeisers te realiseren.
In dit geval was dit niet het geval omdat het vtlb onjuist was berekend, er door een schuldeiser loonbeslag is gelegd en deze ‘aflossing’ niet ten goede is gekomen aan de gezamenlijke schuldeisers. Bovendien is er parttime gewerkt terwijl niet is gebleken dat fulltime werken onmogelijk was. >>>Uitspraak

Deels gereserveerd, daarna loonbeslag
Vast is komen te staan dat voorafgaand aan de zitting in de maanden augustus 2023, september 2023 en oktober 2023 in het kader van een minnelijk traject niet is afgedragen aan de gemeente ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers, maar wel aan de beslaglegger in het kader van door hem gelegd loonbeslag. Dat in een aantal maanden daarvoor wel in het kader van het minnelijk traject gespaard is voor de gezamenlijke schuldeisers naast de bedragen die door loonbeslag werden ingehouden, maakt niet dat verzoekster voorafgaand aan de toelatingszitting heeft geleefd conform de verplichtingen zoals die ook tijdens de schuldsanering op de schuldenaar van toepassing zijn. De rechtbank wijst het verzoek om verkorting af. >>>Uitspraak


Wat kun je doen bij loonbeslag?
Wanneer een van de schuldeisers beslag op loon heeft gelegd, dan heeft dit tot gevolg dat zowel in het minnelijk als in het wettelijk traject de schuldregeling later start. Bij een verzoek toelating tot de Wsnp zal er geen verkorting van de duur van het traject plaatsvinden aangezien art. 349a lid 1 Fw vereist dat er sprake is van een aflossing in het kader van een schuldregeling die alle schuldeisers toekomt. En daarvan is bij loonbeslag geen sprake.

Mogelijk kan een verzoek voorlopige voorziening wsnp om het loonbeslag op te schorten uitkomst bieden. De rechtbank Noord-Nederland oordeelde op een dergelijk verzoek positief. De rechtbank stelde allereerst vast dat er sprake is van een bedreigende situatie. Uit het verzoek blijkt dat (derden)beslag op het inkomen is gelegd en dat hierdoor de poging om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen wordt doorkruist en dat in het zicht van een mogelijke toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling nieuwe schulden dreigen te ontstaan. De rechtbank is van oordeel dat de gevraagde voorziening daarmee ook spoedeisend is.
De rechtbank is van oordeel dat de gevraagde voorziening noodzakelijk en gerechtvaardigd is teneinde verzoekster in staat te stellen in het minnelijk traject tot overeenstemming te komen met de schuldeisers over een minnelijke schuldregeling.
Zonder de gevraagde voorziening kan immers niet ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers worden gereserveerd. Van een situatie waarbij op voorhand duidelijk is dat de kans dat een minnelijke schuldregeling tot stand komt zo klein is dat de gevraagde voorziening niet gerechtvaardigd is, is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken.
De rechtbank zal, gelet op het voorgaande, het door ING executoriaal gelegde (derden)beslag op het inkomen van verzoekster gedurende vier maanden opschorten. >>>Uitspraak

De rechtbank Overijssel oordeelt over een vergelijkbaar verzoek anders. Volgens de rechtbank is de voorlopige voorziening wsnp alleen bedoeld om een spoedeisende beslissing te geven voor de situatie dat het minnelijk traject reeds is beproefd maar niet is geslaagd en er nog moet worden besloten op het verzoek schuldsanering. De rechtbank concludeert dat het minnelijk traject nog niet is afgerond, hetgeen naar het oordeel van de rechtbank tot gevolg heeft dat de weg van artikel 287 lid 4 Faillissementswet (nog) niet openstaat. >>>Uitspraak

Wanneer een verzoek om een dwangakkoord is ingediend oordeelt de rechtbank Overijssel anders. Het loonbeslag wordt geschorst totdat op het verzoek dwangakkoord is beslist. >>>Uitspraak

Uit eerdere jurisprudentie valt overigens op te maken dat niet iedere rechtbank loonbeslag als een dreigende situatie zal kwalificeren. Wellicht dat invoering van de mogelijkheid om de ingangsdatum Wsnp op een eerdere datum dan de dag van de uitspraak te stellen, wanneer er afgelost is in het kader van het minnelijk traject, tot nieuwe jurisprudentie leidt.


Meer informatie
- Schuldsanering van 36 naar 18 maanden (SchuldInfo 28 januari 2023)


<< Nieuwsoverzicht