Beslag inkomen

Beslag overig

Vaste lasten

Schulden overheid

Kosten van schulden

Hulp bij schulden

Overige info

Klachten

Voorbeeldbrieven

Rekenprogramma

Nieuwsbrief

Uitslag proefprocedure: gemeente mag bij beslag op bijstand niet maandelijks afdragen

Bron: André Moerman
uur

Eerder heeft de rechtbank Noord-Holland n.a.v. een proefprocedure vanuit SchuldInfo beslist dat de gemeente bij beslag op een bijstandsuitkering niet maandelijks aan de deurwaarder mag afdragen. Reden hiervoor is dat betrokkene dan onder de beslagvrije voet terecht komt. Volgens de VNG en het ministerie SZW is het nog steeds mogelijk om maandelijks aan de deurwaarder af te dragen, namelijk door het vakantiegeld maandelijks aan de debiteur uit te betalen. De rechtbank Overijssel heeft nu n.a.v. een tweede proefprocedure beslist dat ook deze werkwijze niet geoorloofd is. Dat is goed nieuws voor de debiteur want maandelijkse afdracht aan de deurwaarder brengt veel meer deurwaarderskosten met zich mee dan jaarlijkse afdracht.

Om de uitslag van de tweede proefprocedure goed te begrijpen is het goed om eerst stil te staan bij wat hieraan vooraf is gegaan.


Proefprocedure 1: onder de beslagvrije voet
Eerder is vanuit SchuldInfo  een proefprocedure gevoerd of er bij beslag op een bijstandsuitkering maandelijks of jaarlijks moeten worden afgedragen. De rechtbank Noord-Holland heeft ons in het gelijk gesteld en beslist dat de gemeente bij beslag op een bijstandsuitkering niet maandelijks mag afdragen aan de deurwaarder, omdat betrokkene dan onder de beslagvrije voet komt. De gemeente moest de schade die betrokkene hierdoor heeft geleden, vergoeden. Lees hier de uitspraak: ECLI:NL:RBNHO:2023:2644


Kamervragen
Naar aanleiding hiervan zijn Kamervragen gesteld. Zie: Antwoord op Kamervragen  
De minister erkent de uitspraak, maar geeft aan dat in bepaalde gevallen wel maandelijks kan worden afgedragen, wanneer het vakantiegeld maandelijks wordt uitbetaald.
 

Handreiking VNG
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is vervolgens gekomen met een handreiking: Handelingskader afdracht: maandelijks of jaarlijks

Volgens de VNG zijn er twee opties (zie p. 5, er was overigens nog een derde optie, maar die is al geschrapt):

  1. Maandelijks het vakantiegeld reserveren en jaarlijks in juni het vakantiegeld afdragen aan de deurwaarder.
  2. Maandelijks 5% aan de deurwaarder afdragen in combinatie met maandelijks het vakantiegeld aan de klant uitbetalen.

Bij methode 1 wordt 1x en bij methode 2 wordt 12x deurwaarderskosten in rekening gebracht. Bij vier beslagen is het verschil aan deurwaarderskosten per jaar:

  • methode 1: € 41,73 
  • methode 2: € 500,76

De kosten hangen af van het aantal beslagleggers. Zie volgende tabel.

 

Proefprocedure 2: vakantiegeld niet maandelijks uitbetalen
Er is bij beslag op een volledige bijstandsuitkering juridisch gezien maar één mogelijkheid en niet twee zoals de minister en de VNG aangeven en dat is methode 1: Maandelijks het vakantiegeld reserveren en jaarlijks in juni het vakantiegeld afdragen aan de deurwaarder. De rechtbank Overijssel heeft ons ook in deze tweede proefprocedure in het gelijk gesteld. In deze proefprocedure zijn in de kern twee argumenten aangevoerd:

  • Primair: het vakantiegeld is niet maandelijks opeisbaar en kan derhalve niet maandelijks direct of indirect onder het beslag vallen, omdat de schuldeiser niet meer rechten kan toekomen dan de debiteur (nemo plus-regel);
  • Subsidiair: als de gemeente wel de ruimte heeft om te kiezen voor maandelijkse of jaarlijkse afdracht, dan is de keuze om maandelijkse af te dragen in strijd met het evenredigheidsbeginsel vanwege de extra kosten die dit voor de debiteur met zich meebrengt.

De rechtbank gaat mee in het eerste argument. De belangrijkste overwegingen op een rij:
 

12.2.
In deze zaak heeft de deurwaarder onder de gemeente executoriaal derdenbeslag gelegd op grond van artikel 475 Rv en volgende. In artikel 477 lid 3 Rv is, als uitwerking van de door eiser genoemde nemo plus-regel, bepaald:

Is een door het beslag getroffen vordering of een verplichting tot afgifte van een door het beslag getroffen zaak er een onder tijdsbepaling of voorwaarde, dan kan slechts betaling of afgifte na het verschijnen van het aangewezen tijdstip of de vervulling van de voorwaarde worden gevorderd.

12.3.
Partijen zijn in deze procedure verdeeld over de afdracht van de vakantietoeslag door de gemeente aan de deurwaarder. Eiser stelt zich op het standpunt dat dit jaarlijks moet gebeuren. Verweerder stelt zich op het standpunt dat dit ook maandelijks mag.
Over die vakantietoeslag is in artikel 45 van de Pw het volgende bepaald:

De algemene bijstand wordt per kalendermaand vastgesteld en betaald. In afwijking van de eerste volzin wordt de vakantietoeslag, voorzover niet reeds eerder betaald, jaarlijks betaald in de maand juni over de aan die maand voorafgaande twaalf maanden of zo veel eerder als de vakantietoeslag over deze periode vaststaat, dan wel binnen drie maanden volgend op de maand waarin de algemene bijstand is beëindigd.

En in het tweede lid van artikel 45 van de Pw staat:

Het college kan op grond van artikel 18, eerste lid, besluiten de algemene bijstand over een andere periode als bedoeld in het eerste lid vast te stellen of te betalen.

Dat betekent dus dat de wetgever zelf aan de uitbetaling van de vakantietoeslag een specifieke termijn heeft verbonden, te weten in de maand juni. Weliswaar moet hierop een uitzondering worden gemaakt als de vakantietoeslag al eerder is betaald, maar uit de Memorie van Toelichting valt op te maken dat hierbij moet worden gedacht aan bijzondere gevallen waarin, gelet op de omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde (en het gezin), is besloten de opgebouwde vakantie-uitkering eerder dan in de maand juni geheel of gedeeltelijk uit te betalen, om te voldoen aan een uitdrukkelijk verzoek van de betrokkene voor een eerdere uitbetaling, bijvoorbeeld in verband met een bepaalde aanschaffing.
Dat in het tweede lid van artikel 45 van de Pw artikel 18 van de Pw genoemd wordt als grondslag voor zo’n afwijkende betalingsperiode, onderstreept nog eens dat het moet gaan om bijzondere omstandigheden. Volgens vaste rechtspraak van de CRvB is voor individuele afstemming op grond van artikel 18 van de Pw alleen plaats in zeer bijzondere situaties. Dat verweerder nu het derdenbeslag in z’n algemeenheid als zo’n (zeer) bijzondere omstandigheid heeft aangemerkt, gaat naar het oordeel van de rechtbank te ver.

12.4.
De rechtbank concludeert uit het voorgaande, dat de uitbetaling van vakantietoeslag voor eiser een vordering onder tijdsbepaling is. De rechtbank ziet geen reden om deze tijdsbepaling in geval van derdenbeslag buiten beschouwing te laten.
En overigens is een éérdere uitbetaling van het vakantiegeld voor eiser ook niet zomaar opeisbaar (zie hierna onder 12.8), zodat ook om die reden de nemo plus-regel eraan in de weg zou staan om in geval van derdenbeslag het vakantiegeld maandelijks uit te keren.
(..)

12.7.
Terecht heeft verweerder gesteld dat de maandelijkse reservering van het vakantiegeld onderdeel is van de periodieke bijstandsuitkering en dat het beslag daarom ook daarop rust. Dit heeft ook de Hoge Raad overwogen in het arrest van 31 oktober 2014 (vindplaats: ECLI:NL:HR:2014:3068) over de berekening van de beslagvrije voet. Daarin heeft de Hoge Raad verder overwogen, dat voor de berekening van hetgeen aan de beslaglegger kan worden uitgekeerd in verband met de beslagvrije voet, de jaarlijkse uitkering van het vakantiegeld op één lijn is te stellen met een nabetaling van de maandelijkse bedragen waarmee het vakantiegeld in de voorafgaande periode is opgebouwd. In vervolg daarop overwoog de Hoge Raad, dat artikel 475b lid 3 Rv, voor de berekening van hetgeen aan de beslaglegger kan worden afgedragen in verband met de beslagvrije voet, overeenkomstig moet worden toegepast op de jaarlijkse uitkering van het vakantiegeld.

12.8.
Ook heeft de Hoge Raad in voornoemd arrest overwogen – geparafraseerd weergegeven – dat de maandelijkse aanspraak op vakantiegeld niet tot een maandelijks opeisbare vordering leidt, tenzij de wet de mogelijkheid biedt om het vakantiegeld maandelijks te voldoen. Weliswaar biedt artikel 18 van de Pw aan het verweerder een wettelijke basis om het vakantiegeld maandelijks uit te betalen, maar die mogelijkheid is voor de uitkeringsgerechtigde niet afdwingbaar en kennelijk, blijkens wetsgeschiedenis en vaste rechtspraak, bedoeld voor zeer bijzondere omstandigheden, terwijl derdenbeslag in z’n algemeenheid moeilijk als zo’n zeer bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.

12.9.
De rechtbank concludeert op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, dat de maandelijkse reservering van het vakantiegeld weliswaar onderdeel is van de periodieke bijstandsuitkering en dus relevant voor de berekening van de beslagvrije voet en voor de berekening van wat er maandelijks aan de deurwaarder moet worden afgedragen, maar dat dat onverlet laat dat verweerder in dit geval de vakantietoeslag niet zomaar maandelijks kan uitkeren, maar dat het dat jaarlijks in juni, althans bij de uitkering van het vakantiegeld moet doen, waarbij de (jaarlijkse) vakantietoeslag dan moet worden opgevat als een nabetaling, waarop artikel 475b lid 3 Rv van toepassing is.

12.10.
Dat betekent in dit geval dus concreet, dat verweerder niet iedere maand 5% van de maandelijkse bijstandsuitkering aan de deurwaarder kan afdragen, maar dat het daarmee moet wachten tot de uitkering van het vakantiegeld plaatsvindt, tenzij eiser om welke reden dan ook zou verzoeken om of instemmen met een maandelijkse uitkering van het vakantiegeld.


Conclusie
Bij beslag op een volledige bijstandsuitkering is maandelijkse afdracht aan de deurwaarder niet geoorloofd, ook niet wanneer het vakantiegeld maandelijks wordt uitbetaald. Door toch maandelijks af te dragen leidt de klant schade die door de gemeente vergoed moet worden (in onderhavige procedure moet dit nog nader worden bepaald).

N.a.v. dit artikel zijn Kamervragen gesteld. Download ze hier.
 

Meer informatie


<< Nieuwsoverzicht