De situatie; wanbetalersregeling
In Nederland kennen we de zogeheten ‘wanbetalersregeling’. Deze regeling wordt van toepassing als iemand langer dan 6 maanden de premie van zijn zorgverzekering niet heeft betaald. In dat geval moet de premie niet meer aan de zorgverzekeraar worden betaald, maar aan het CAK. De premie wordt ook verhoogd met een boete. Deze verhoogde premie wordt de bestuursrechtelijke premie genoemd en wordt rechtstreeks ingehouden op het inkomen van de cliënt of geïnd door het CJIB.
De eindafrekening; oude vorderingen en nieuwe schuld
Een cliënt van ons zat ook in deze wanbetalersregeling. Door een fout van de zorgverzekeraar liep deze regeling echter te lang door. Er werd dus een aantal maanden onterecht bestuursrechtelijke premie betaald. Deze betalingen hadden naar onze mening terugbetaald moeten worden aan cliënt, zodat hij weer de gewone premie aan zijn zorgverzekeraar kon betalen. In plaats daarvan boekt het CAK deze betalingen in de eindafrekening af op oude vorderingen. Daardoor kreeg cliënt tijdens zijn schuldregelingstraject een nieuwe schuld.
We schoten cliënt te hulp en na afwijzing van ons bezwaar door het CAK, kregen we in het beroep bij de rechtbank gelijk. Het CAK werd opgedragen een nieuwe eindafrekening op te stellen waarbij ze rekening moesten houden met de beslissing van de Rechtbank. In plaats van gehoor te geven aan deze uitspraak, ging het CAK in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB).|
Oordeel Raad
Conform ons verweer stelt de Raad allereest vast dat een schuldenaar van verschillende schulden bij dezelfde schuldenaar, kan aanwijzen waaraan een door hem verrichte betaling moet worden toegerekend (4:92 Awb). De Raad is van mening dat met de betalingen voldoende aanwijzingen zijn gegeven dat de betalingen bedoeld waren als betaling van de bestuursrechtelijke premie. Het CAK mocht deze betalingen daarom niet aanmerken als betaling van oude vorderingen en heeft ze dus ten onrechte bij de eindafrekening betrokken. De Raad wijst het hoger beroep van het CAK af en veroordeelt het CAK in de proceskosten van ruim € 1.300,- in hoger beroep. Daarnaast was bij het beroep bij de rechtbank al een proceskostenveroordeling van ruim € 1.000,- toegewezen.
Het resultaat
Ik ben erg blij met dit goede resultaat voor onze cliënt. Persoonlijk vind ik het onbegrijpelijk dat het CAK een cliënt volledig buiten zijn schuld om met een nieuwe schuld bij de zorgverzekeraar opzadelt en dan ook nog zo onvermurwbaar is dat we deze kwestie tot bij de hoogste rechter hebben moeten uitvechten. Ik vrees dat maar weinig rechtzoekende burgers zelf deze lange strijd zouden zijn aangegaan (we zijn inmiddels 3 jaar verder sinds de datum van de eindafrekening). De tijd en kosten van deze procedure zijn echter vele malen hoger dan de zeven maanden bestuursrechtelijke premie die het CAK op deze wijze probeerde binnen te halen. Zonde!
Ik hoop van harte dat het CAK na het lezen van de uitspraak deze werkwijze aanpast.
Meer informatie
- CRvB 3 januari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:73
Zie ook: Echtpaar in wanbetalersregeling houdt minder geld over voor aflossing schulden
- Achtergrondinfo schulden ziektekostenverzekering