Wat er aan vooraf ging
Verzoeker X is een samenwonende man van 35 jaar oud. Hij werkt 32 uur per week bij de Belastingdienst en verdient netto € 2.154,31 per maand. Zijn partner heeft geen lopend minnelijke traject. In 2017 is X een eigen onderneming gestart. In het verzoekschrift is toegelicht dat het tussen hem en zijn zakenpartner niet goed liep waardoor schulden zijn ontstaan. X raakte in een depressie en om de schulden op te lossen is hij gaan gokken op voetbalwedstrijden. Om zijn depressie en gokverslaving onder controle te krijgen is X twee jaar lang in therapie geweest.
De totale schuldenlast bedraagt € 31.892,66. X heeft een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers. Dit aanbod houdt in 30,32% van hun vorderingen over een periode van 18 maanden tegen finale kwijting. Er zijn geen preferente schuldeisers. Er is sprake van een prognosevoorstel.
Er is sprake van zes schuldeisers. Twee schuldeisers die zo’n 73% van de totale schuldenlast vertegenwoordigen zijn niet akkoord gegaan met het voorstel.
X heeft de rechtbank verzocht de schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling die is aangeboden.
Het verweer
Beide schuldeisers hebben verweer gevoerd. Zilveren Kruis heeft aangevoerd dat ze een aanbod op basis van 18 maanden, dat is ingediend vóór 1 juli 2023, niet passend vindt. Zilveren Kruis verwijst daarbij naar het geldende convenant tussen NVVK en Zorgverzekeraars Nederland, waarin is afgesproken dat schuldhulpverleners een voorstel sturen op basis van de Module Schuldregeling van de NVVK. In deze module staat vermeld dat er bij een voorstel gebruik wordt gemaakt van 36 maanden afloscapaciteit.
Zilveren Kruis stelt dat er geen overgangsrecht is bepaald voor de wettelijke schuldsaneringsregeling en dat dit betekent dat er ook geen overgangsrecht is voor minnelijke trajecten. Zilveren Kruis stelt dat alle schuldhulpverleningsvoorstellen die tot en met 30 juni 2023 door schuldeisers zijn ontvangen, worden berekend met 36 maanden afloscapaciteit en een looptijd kennen van 36 maanden.
De andere schuldeiser Y voert aan dat zij niet instemt met het verzoek, omdat zij volledige betaling verlangt van het bedrag waartoe bij onherroepelijke vonnis d.d. 20 februari 2019 is veroordeeld. X heeft zich in 2019 onder beschermingsbewind laten stellen. Y stelt dat X in de periode tussen 9 april 2019 en (eind) 2022 nooit een poging heeft gedaan om haar terug te betalen. X heeft, gelet op zijn baan van 32 uur per week en zijn maandloon, een afdrachtcapaciteit van circa € 700,00 per maand. Dit betekent dat X in staat is zijn schulden binnen 4 jaar volledig te voldoen. Wanneer hij zijn spaartegoed inzet kan de periode worden teruggebracht tot 38 maanden. Y stelt dat het onredelijk is om het dwangakkoord toe te wijzen, omdat zij volledige betaling kan verwachten binnen een afzienbare periode.
De overwegingen van de rechtbank
In artikel 287a lid 5 Faillissementswet is bepaald dat de rechtbank een verzoek tot het opleggen van instemming met een schuldregeling toewijst, indien de schuldeiser die weigert in redelijkheid niet tot weigering van de instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat de schuldeiser heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van de schuldenaar of van de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De redenering dat er sprake is van een problematische schuldsituatie wanneer een schuldenaar niet in staat is zijn schulden binnen 18 maanden te voldoen acht de rechtbank niet juist. Een schuldenaar bevindt zich in een problematische schuldsituatie als is te voorzien dat deze niet zal kunnen blijven voortgaan of al is gestopt met afbetalen. Op grond van de berekening van het vrij te laten bedrag van de schuldhulpverlener heeft [verzoeker] een afdrachtcapaciteit van circa € 700,-- per maand. [naam 2] heeft ter zitting toegelicht dat ook het spaarsaldo van X ad € 6.000,-- zal worden ingezet voor de aflossing. Als dit spaarsaldo wordt meegenomen in de berekening, dan is hij in circa 38 maanden van zijn volledige schuldenlast af.
De rechtbank oordeelt dat X zich niet bevindt in een problematische schuldsituatie. X bevindt zich niet in een klemmende en uitzichtloze situatie. Hij heeft perspectief om zijn schuldenlast volledig te voldoen binnen een afzienbare periode. Dit kan en mag van hem worden verwacht.
Ter zitting heeft X verklaard dat zijn leidinggevende hem heeft medegedeeld dat er kans op ontslag is als er loonbeslag is gelegd. De Belastingdienst is een overheidswerkgever en van haar mag extra alertheid worden verwacht in geval van veiligheidsrisico’s. Dat dit automatisch leidt tot ontslag acht de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Mocht X onverhoopt toch worden ontslagen, dan valt bovendien niet zondermeer in te zien dat hij geen baan zou kunnen vinden waarmee hij meer inkomen dan inkomen op bijstandsniveau zou kunnen verwerven.
De rechtbank concludeert dat X in staat is zijn schuldenlast volledig te voldoen binnen een afzienbare periode. X bevindt zich niet in een problematische schuldsituatie. Gelet op bovenstaande moet bij afweging van de wederzijdse belangen voorrang worden gegeven aan het belang van de schuldeisers bij volledige betaling. Verweerder heeft dus in redelijkheid tot weigering van haar instemming met de schuldregeling kunnen komen. Het verzoek van X om de verweerder en Zilveren Kruis te bevelen in te stemmen met de schuldregeling moet dan ook worden afgewezen.
Naschrift
Met de wetswijziging per 1 juli 2023 is niet beoogd om schulden sneller als problematisch aan te merken. De 18 maanden gaat slechts over de duur van het traject. Dit gaat dan overigens wel tot onredelijke situaties leiden. Nog 38 maanden aflossen is niet problematisch. Nog 45 maanden aflossen is wellicht wel problematisch, dus slechts nog 18 maanden betalen.
Voor de Wsnp geldt voor de beoordeling van de goede trouw sinds 1 juli 2023 een periode van drie jaar. Dit betekent dat men in de drie jaar voorafgaand aan het verzoek te goeder trouw moet zijn bij het onstaan en onbetaald laten van schulden.
Het zou m.i. goed zijn dat bij de afweging wel of niet problematisch zowel de aflossing in het verleden als de verwachte aflossingen in de toekomst meegenomen worden. Hoe lang kun je van de beslagvrije voet op verantwoorde wijze rondkomen? Het gaat er dan ook om, hoe lang je dat al doet. Dat zou m.i.de achterliggende gedachte van de vraag of een schuldsituatie wel of niet problematisch is, moeten zijn.
In opdracht van de NVVK doet Berenschot onderzoek naar deze en andere vragen die samenhangen met de wetswijziging. Een ingewikkeld vraagstuk.
SchuldInfo Jaarcongres
Tijdens het SchuldInfo Jaarcongres op 5 oktober 2023 is een themasessie te volgen over onder meer de verkorting van het minnelijk en wettelijk traject. Kijk hier voor meer info.
Meer informatie
- Rechtbank Overijssel 31 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:3232
- NVVK start onderzoek naar impact Msnp van 18 maanden