Niet reageren op verzoek aanpassing beslagvrije voet
Vaste jurisprudentie heeft uitgemaakt dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso binnen een redelijke termijn beantwoordt. Daarmee is voor de gerechtsdeurwaarder een ondergrens gesteld ten aanzien van de communicatie in de uitoefening van zijn ambt. Indien die communicatie (nadrukkelijk) ziet op de (aanpassing van de) vastgestelde beslagvrije voet wordt de termijn (van twee weken) aanzienlijk ingekort en dient het verzoek onverwijld in behandeling te worden genomen. Dat klager niet gelijk de stukken heeft gestuurd ter onderbouwing van zijn verzoek zou slechts moeten leiden dat een vertraagde behandeling van zijn verzoek – door zijn eigen toedoen – maar kan er niet toe leiden dat er geen enkele reactie volgt van de gerechtsdeurwaarder. De beslagvrije voet heeft tot belangrijk doel een beslagene een bestaansminimum te garanderen. De urgentie die dit impliceert verlangt daarom een hoge mate van zorgvuldigheid van de gerechtsdeurwaarder, hetgeen onder meer inhoudt dat klager in elk geval kennis wordt gesteld over het gebrek van zijn verzoek. Dat is hier niet gebeurd. Dat vervolgens uit praktische overweging is besloten om klager het voordeel van de twijfel te gunnen en de beslagvrije voet aan te passen én ontvangen gelden terug te storten maakt het voorgaande niet anders. Klacht gegrond. Maatregel: berisping. Veroordeling in de proceskosten. >>>Uitspraak
Betalingsregeling beperkt tot een bepaalde periode, niet duidelijk afgesproken
Bij het afspreken van een betalingsregeling kan een gerechtsdeurwaarder er belang bij hebben dat de regeling op een bepaald moment wordt herzien. Het is immers mogelijk dat de inkomenspositie van de debiteur zich in de loop der tijd wijzigt. In het onderhavige geval beroept de gerechtsdeurwaarder zich erop dat in de bevestiging van de regeling is opgenomen dat de afspraak gold voor drie maanden en dat deze alsdan opnieuw zou worden beoordeeld. De betreffende bevestiging is door de gerechtsdeurwaarder niet overgelegd en de inhoud wordt door klager betwist. Indien er voorwaarden aan een betalingsregeling worden verbonden ligt het op de weg van de gerechtsdeurwaarder om de voorwaarden duidelijk vast te leggen. De kamer kan niet vaststellen dat dit hier is gebeurd. Dat is tuchtrechtelijk laakbaar. Klacht gegrond. Maatregel: berisping. Veroordeling in de proceskosten. >>>Uitspraak
Verkeerde beslagvrije voet
De gerechtsdeurwaarder heeft de nieuwe wetgeving betreffende de beslagvrije voet niet juist uitgevoerd. Verder kan de toonzetting in e-mails van de gerechtsdeurwaarder niet als professioneel worden aangemerkt. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd en veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak
Ten onrechte beslag en verhoogde betalingsregeling
De gerechtsdeurwaarder heeft in één van de drie lopende dossiers ten onrechte beslag gelegd en heeft in ander dossier ten onrechte een verhoogde betalingsregeling voorgesteld. Klacht gedeeltelijk gegrond en maatregel van waarschuwing opgelegd. >>>Uitspraak
Onduidelijke specificaties en niet afstemmen van de beslagvrije voet
Het hof sluit zich aan bij het oordeel van de Kamer dat de specificaties niet duidelijk zijn. In elke specificatie zijn verschillende kosten en bedragen genoemd. Evenmin is duidelijk waar de ‘overige kosten’ betrekking op hebben en waarom er incassokosten zijn opgevoerd, die in een latere specificatie weer zijn verdwenen.
Het hof stelt vast dat ten laste van klager twee beslagen zijn gelegd op twee verschillende inkomens door twee verschillende gerechtsdeurwaarders. In een dergelijk geval rust op de tweede beslagleggende gerechtsdeurwaarder een verhoogde zorgplicht om samen met de eerste gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet goed vast te stellen. Pas na indiening van de klacht is de gerechtsdeurwaarder zich actief inhoudelijk gaan bemoeien met de berekening van de beslagvrije voet, hoewel klager herhaaldelijk aan de bel had getrokken over de onjuiste berekening van de beslagvrije voet. Hierdoor heeft klager, zoals de kamer terecht constateert, langer dan wenselijk was in onzekerheid verkeerd over de hoogte van de beslagvrije voet, zonder te worden geïnformeerd over de gang van zaken.
Het hof merkt ten overvloede op dat de wet niet in de mogelijkheid voorziet om een kandidaat gerechtsdeurwaarder te schorsen.
Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping. >>>UItspraak
Voorfinanciering out-of-pocket kosten
Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) voert aan dat het gerechtsdeurwaarders niet is toegestaan om out-of pocket kosten (OOP) zoals informatiekosten, griffierechten, kosten van verhuizers en slotenmakers voor te financieren. Indien een gerechtsdeurwaarder OOP voorfinanciert die het resultaat zijn van werkzaamheden voor een schuldeiser, dan dient ten behoeve van deze voorfinanciering te allen tijde volledige financiële dekking aanwezig te zijn. Het BFT heeft geconstateerd dat in de onderzochte periode (2017 en 2018) geen volledige dekking bestond voor de OOP. Door OOP voor te financieren hebben de gerechtsdeurwaarders een concurrentievoordeel gehad ten opzichte van andere gerechtsdeurwaarders die zich wel aan de regelgeving hielden.
De kamer oordeelt dat deze klacht gegrond is en dit wordt in hoger beroep bevestigd. Gelet op de aard van de handelwijze, die leidt tot financieel gewin voor het deurwaarderskantoor, acht het hof voor alle beklaagde gerechtsdeurwaarders de maatregel van een berisping en een boete van € 2.500,- per persoon passend en geboden. >>>Uitspraak
Meer informatie
- overzichten tuchtrechtspraak deurwaarders
- website tuchtrechtspraak