Standpunt onder bewind gestelde
Betrokkene heeft aangevoerd dat hij, ondanks verzoeken daartoe, nog geen rekening en verantwoording over de jaren 2012 en 2013 heeft ontvangen met als gevolg dat hij onvoldoende inzicht heeft in zijn eigen financiële situatie. Voorts is hij van mening dat de communicatie tussen de bewindvoerder en hem slecht verloopt: zijn mails worden niet beantwoord en verlaging van leefgeld wordt vooraf niet gecommuniceerd.
Standpunt bewindvoerder
De bewindvoerder heeft naar voren gebracht dat de rekening en verantwoording bij de rechtbank kan worden opgevraagd. Betrokkene stuurt zeer veel e-mails en de bewindvoerder tracht deze zo goed mogelijk te beantwoorden, maar veel vragen worden vaker gesteld, ook nadat daarop al antwoord is gegeven. Er is slechts eenmaal een lager leefgeld verstrekt. Vanaf januari 2014 is het beleid om elke maand een uitdraai van de mutaties van de bankrekening op te sturen. Voorheen was dat driemaandelijks.
Het hof overweegt als volgt.
De goederen zijn in april 2012 op eigen verzoek onder bewind gesteld om rust te creëren in de financiële situatie. Hij had op dat moment vele schulden, mede veroorzaakt door een echtscheiding. Niet is gebleken dat sprake is van een bewind waarbij betrokkene niet in staat is de rekening en verantwoording te begrijpen. Uit de door de bewindvoerder op 23 juli 2014 toegestuurde rekening en verantwoording over 2013, welke tijdens de mondelinge behandeling ter hand is gesteld, is evenwel gebleken dat de bewindvoerder als reden waarom betrokkene de rekening en verantwoording niet mede heeft ondertekend, heeft vermeld dat hij niet in staat is om de rekening en verantwoording te begrijpen. Daarnaar gevraagd is namens de bewindvoerder verklaard dat bij alle beschermingsbewinden zo wordt gehandeld omdat dit is afgesproken met de rechtbank. Betrokkene heeft onweersproken gesteld dat hij geen rekening en verantwoording heeft ontvangen, laat staan heeft mede ondertekend, over het jaar 2012, zodat het hof geen aanleiding heeft om te veronderstellen dat in 2012 een andere werkwijze is gehanteerd. Het hof acht een dergelijke handelwijze in strijd met art. 1:445 lid 2 BW. Ook overigens is het hof van oordeel dat de stelling van de bewindvoerder dat de onder bewind gestelde de rekening en verantwoording bij de rechtbank kan opvragen niet past binnen een deugdelijke uitvoering van een bewind.
Het hof merkt voorts op dat de onder bewind gestelde uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven behoefte te hebben aan informatie over zijn financiële situatie en over de handelingen die de bewindvoerder onderneemt om deze te stabiliseren, zodat hij mogelijk kan worden toegelaten tot de schuldhulpverlening. Het hof is op grond van de stukken en hetgeen ter mondelinge behandeling verklaard van oordeel dat de bewindvoerder onvoldoende heeft voorzien in deze informatiebehoefte. Het moge zo zijn dat niet iedereen behoefte heeft aan (veel) informatie over het bewind, maar in het geval van betrokkene is daaraan wel behoefte en het ligt dan op de weg van de bewindvoerder om - binnen redelijke grenzen- in die informatiebehoefte te voorzien. Eerst vanaf januari 2014 is het beleid bij de bewindvoerder dat maandelijks bankafschriften worden gestuurd, maar betrokkene heeft onweersproken gesteld dat hij ongeveer een week voorafgaand aan de mondelinge behandeling afschriften over maart, april, mei en juni 2014 heeft ontvangen. Het is derhalve twijfelachtig of dit beleid ook daadwerkelijk wordt toegepast.
Voorts acht het hof van belang dat de bewindvoerder niet zelf rechtstreeks met betrokkene contact heeft opgenomen om te melden dat het probleem ten aanzien van de ontstane huurachterstand was opgelost, maar dat heeft overgelaten aan de verhuurder. Het ontbreken van deze informatie heeft veel onrust bij betrokkene veroorzaakt, hetgeen hij met het bewind trachtte te voorkomen.
Beslissing
Gelet op al het vorenstaande zal het hof de bewindvoerder ontslaan en de door betrokkene voorgestane bewindvoerder benoemen. Weliswaar zijn de financiële problemen van de groot omdat er onvoldoende inkomsten zijn en zullen deze financiële en andere problemen niet verdwijnen als een nieuwe bewindvoerder wordt benoemd, maar de communicatie met en het vertrouwen in de bewindvoerder zijn zodanig verstoord dat het niet in het belang van de onder bewind gestelde is dat de samenwerking wordt voortgezet.
Meer informatie
- Hof Arnhem-Leeuwarden 5 augustus 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6212