Let op! Zorgbonus valt niet onder lopend beslag

Bron: André Moerman
uur

Meer dan een miljoen zorgverleners komen dit najaar in aanmerking voor een zorgbonus van netto bijna 385 euro. Maar krijgen ze deze ook uitbetaald wanneer er loonbeslag is gelegd? De rechter heeft in een proefprocedure vastgesteld dat de zorgbonus niet onder een lopend beslag valt. Mocht de schuldeiser het wel willen hebben, dan zal hij er apart beslag op moeten laten leggen. Wat kun je doen wanneer de zorgbonus toch aan de deurwaarder is uitbetaald?


 

Proefprocedure
In 2020 hebben zorgverleners eveneens een zorgbonus ontvangen (€ 1000 netto) en toen was er veel discussie over de vraag of de zorgbonus onder een loonbeslag valt. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) hebben destijds de vraag of de zorgbonus onder het beslag valt via een proefprocedure (deurwaardersrenvooi) voorgelegd aan de rechter. De volgende twee vragen zijn gesteld:

  1. Kan er beslag op de zorgbonus worden gelegd?
  2. Zo ja, valt de zorgbonus ook onder een lopend beslag of moet er apart beslag op worden gelegd?


Kan er beslag op de zorgbonus worden gelegd?
Volgens de rechter kan er wel beslag onder de zorgbonus worden gelegd en is er geen sprake van misbruik van recht. De rechter overweegt hierover het volgende.

“Allereerst moet worden opgemerkt dat de zorgbonus (…) geen doelverstrekking is. Er is wel een reden gekoppeld aan de subsidie, namelijk een financiële blijk van waardering voor alle (extra) inspanningen van zorgprofessionals, maar dat kan niet leiden tot een ‘bescherming’ van het uit te keren bedrag.

Daarnaast is het ook niet zo dat de zorgbonus – zoals in radio-interviews wel te horen was – in de zakken van de beslagleggende deurwaarder verdwijnt. Als de uitkering onder het beslag valt, komt het bedrag in mindering op de openstaande schuld van de schuldenaar. De uitkering van de zorgbonus zorgt er dus voor dat de bestaande schuld met € 1.000,- wordt verminderd.

Ten slotte, maar niet in de laatste plaats, geldt nog het volgende.
Nadat schuldhulpverleners hadden geconstateerd dat de zorgbonus bij lopende loonbeslagen bij de ingevoerde regeling misschien naar de schuldeiser zou gaan, heeft hetzelfde kamerlid van de oorspronkelijke motie, Van Kooten-Arissen, op 4 november 2020 een nieuwe motie ingediend. Die motie luidde:
“verzoekt de regering, de zorgbonus vrij te stellen van loonbeslag”
Anders dan de motie van maart 2020, werd deze motie echter niet met algemene stemmen aangenomen. De minister gaf als reactie dat het “onder aan de streep niet kan.”
Over de motie werd op 17 november 2020 hoofdelijk gestemd. Van de aanwezige kamerleden stemden alle 68 leden van de oppositie vóór de motie en alle 69 leden van de regeringsfracties tegen. Daarmee was de motie verworpen en werd duidelijk dat een kamermeerderheid tegen een beslagverbod is.
Wanneer over een onderdeel van een wettelijke regeling door het parlement - hoewel met de kleinst mogelijke meerderheid - zo duidelijk een standpunt is ingenomen, is het naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet aan de rechter of de deurwaarder om dat anders uit te leggen.

De conclusie van het voorgaande is dat de gerechtsdeurwaarder geen misbruik van recht maakt door beslag te leggen op de zorgbonus.”



Valt de zorgbonus ook onder een lopend beslag?
Wanneer er al beslag onder de werkgever ligt valt de zorgbonus dan ook onder het beslag of moet hier dan afzonderlijk beslag op worden gelegd?

Bepalend voor beantwoording van deze vraag is of de zorgbonus rechtstreeks voortvloeit uit de rechtsverhouding zoals deze gold op het moment dat er beslag is gelegd. Dit is niet het geval. De rechter overweegt hierover het volgende.

“De bron van de verschuldigdheid van de zorgbonus is wezenlijk anders dan die van een ontslagvergoeding. De zorgbonus wordt immers door de overheid toegekend en betaald uit de algemene middelen, terwijl een ontslagvergoeding door de werkgever verschuldigd wordt aan de werknemer. Zoals de vertegenwoordiger van de schuldenaar ter zitting terecht opmerkte, fungeert de werkgever eigenlijk alleen als doorgeefluik van het ministerie.
Daarom is de voorzieningenrechter van oordeel dat de door de zorgaanbieder te betalen zorgbonus geen vordering oplevert, die rechtstreeks voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst.

Dit oordeel sluit ook aan bij de tekst en de bedoeling van de Subsidieregeling. De zorgaanbieder is degene die de aanvraag moet indienen. Om voor een bonus in aanmerking te komen, dient er sprake te zijn van:
a. een arbeidsovereenkomst tussen de zorgaanbieder en de zorgprofessional (de werknemer) ten tijde van de COVID-19 uitbraak; of
b. inhuur van derden.
Met die laatste categorie worden volgens de toelichting uitzendkrachten en zzp’ers bedoeld, met wie een zorgaanbieder nu juist geen arbeidsovereenkomst heeft. De Minister heeft tijdens het overleg met de tweede kamer over de zorgaanbieders verklaard: “Vraag het aan, ook voor de mensen die niet bij je op de loonlijst stonden maar wel voor je gewerkt hebben, de zzp'ers en de flexwerkers.”

De conclusie moet dan ook luiden dat de door de werkgever door te betalen zorgbonus geen vordering is, die rechtstreeks voortvloeit uit een rechtsverhouding, die ten tijde van de eerder gelegde loonbeslagen bestond.”



Alleen als schuldeiser opdracht geeft
De zorgbonus valt dus niet onder een lopend beslag. Er kan wel beslag op worden gelegd na toekenning aan de werkgever en vóór uitbetaling aan de werknemer. De rechter adviseert de deurwaarder om dit alleen na overleg met de schuldeiser te doen.

“Onder de omstandigheden van dit moment acht de voorzieningenrechter het raadzaam dat de gerechtsdeurwaarder voorafgaand aan een te leggen beslag op de zorgbonus met de schuldeiser overlegt of het beslag daadwerkelijk moet worden gelegd. Zodoende moet iedere schuldeiser voor zichzelf een afweging maken of zo’n beslag gewenst is. Het is immers zeer goed mogelijk dat een schuldeiser af zal zien van dat recht, uit respect en waardering voor de zorg die in deze moeilijke tijden door de schuldenaar is verleend en waarschijnlijk nog steeds wordt verleend. Verschillende andere instanties (AM: de belastingdienst, werkgroep Recofa voor de WSNP) hebben dat standpunt al ingenomen. De schuldenaar mag de zorgbonus dan zelf vrijelijk besteden.

Denkbaar is verder dat grotere organisaties zoals de beslagleggers in deze zaak, die landelijk vele vorderingen hebben uitstaan, hun standpunt hierover ook kenbaar maken. Wellicht is het mogelijk om dat via de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders (KBvG) te doen, zodat de gerechtsdeurwaarders niet telkens voor ieder individueel geval hoeven te informeren.”



Wat kun je doen?

- De gerechtsdeurwaarder of schuldeiser aanspreken
Wanneer het beslag al was gelegd voordat de zorgbonus is toegekend, valt de zorgbonus niet onder het beslag. Indien de werkgever de zorgbonus al aan de deurwaarder heeft afgedragen, dan is dat dus ten onrechte gebeurd. De werknemer kan de deurwaarder c.q. schuldeiser vragen de zorgbonus terug te betalen. Zie hier voor een voorbeeldbrief.

- De werkgever aanspreken
Wanneer de werkgever de zorgbonus ten onrechte aan de deurwaarder heeft afgedragen, heeft de werknemer nog aanspraak op loon. De werknemer kan de werkgever hierop aanspreken om alsnog € 385 uit te betalen. Zo nodig kan, vanwege het niet op tijd betalen van het loon, aanspraak gemaakt worden op de wettelijke verhogingen, oplopend tot 50%.
De werkgever kan vervolgens de zorgbonus van de schuldeiser terugvorderen. Hij kan ook de afgedragen zorgbonus de komende maand(en) verrekenen met het bedrag dat aan de deurwaarder afgedragen moet worden.


Meer informatie:
- Rb Noord Holland 12 januari 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:233
- Belastingdienst betaalt in beslag genomen zorgbonus terug
- Zorgbonus valt niet onder beslag 
- Voorbeeldbrief Beslag op zorgbonus


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn