Waterbedrijf Vitens moet heraansluiten

Bron: Rb Arnhem
uur

Een debiteur vordert bij de kantonrechter Arnhem het waterleidingsbedrijf Vitens te veroordelen tot heraansluiting van water. Er is door betrokkene een betalingsregeling voorgesteld, echter het waterleidingsbedrijf Vitens wil alleen heraansluiten wanneer alle schulden zijn voldaan.

De kantonrechter overweegt dat het kunnen beschikken over water voor een ieder een primaire levensbehoefte is. Zonder water kan betrokkene niet of nauwelijks gebruik kan maken van haar woning. Ook is het vrijwel niet mogelijk om zonder water een café te exploiteren (haar bron van inkomsten). Van belang hierbij is dat Vitens als leverancier van water in de regio een monopoly positie inneemt.

Dat water een primaire levensbehoefte is en dat Vitens een monopolypositie inneemt impliceert echter niet dat Vitens nimmer gebruik zou mogen maken van het recht om haar verplichting tot levering van water op te schorten of af te sluiten.

De kantonrechter geeft aan dat voordat geoordeeld kan worden of Vitens op goede gronden tot afsluiting van de waterinstallatie is overgegaan het voldoende aannemelijk moet zijn dat Vitens:

  • zich redelijke inspanningen heeft getroost om betrokkene tot betaling te bewegen, en;
  • betrokkene heeft gewaarschuwd dat zij tot opschorting of afsluiting van water zou overgaan en op welke grond zij deze maatregel zal treffen.

De beginselen van redelijkheid en billijkheid brengen met zich mee dat Vitens bij toepassing van deze maatregel grote terughoudendheid in acht dient te nemen. Tevens dient nagegaan te worden of Vitens, mede gelet op de beginselen van redelijkheid en billijkheid niet had moeten ingaan op de voorgestelde betalingsregeling.

“De kantonrechter is van oordeel dat, in het midden latend of Vitens zich redelijke inspanningen heeft getroost om betrokkene tot betaling te bewegen en in voldoende mate heeft gewaarschuwd, in ieder geval vaststaat dat Vitens niet met een betalingsregeling heeft ingestemd (…) en dus ook niet bereid was heraansluiting te overwegen onder de voorwaarde dat contractant deze betalingsregeling zou nakomen. Vitens hield vast aan haar eis dat alle opeisbare schulden betaald dienen te worden alvorens zij tot heraansluiting zal overgaan.

Dit (vaststaande) feit brengt de kantonrechter als voorzieningenrechter tot het oordeel dat het beroep dat Vitens doet op haar algemene voorwaarden respectievelijk op haar aan de wet ontleende opschortingsrecht in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Nu Vitens het concrete vooruitzicht heeft dat binnen afzienbare tijd een substantieel deel van haar vordering zal zijn betaald door contractant en er ook het perspectief bestaat dat het restbedrag binnen een redelijke termijn zal worden betaald, is het belang van contractant (zowel zakelijk als privé) bij heraansluiting zo zwaarwegend en evident, dat het belang van Vitens bij naleving van de algemene voorwaarden en bij handhaving van haar opschortingsrecht in het niet valt. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal de bodemrechter het handhaven van het opschortingsrecht als een disproportionele maatregel kwalificeren.

Heraansluiting is voor [contractant] de enige manier om uit de thans ontstane impasse te geraken.

De kantonrechter zal Vitens dan ook veroordelen binnen twee dagen na betekening van het vonnis tot heraansluiting over te gaan.”

Deze uitspraak past in de lijn van de verwachte speciale regels die gaan gelden voor het afsluiten van water. Art. 9 van de nieuwe Drinkwaterwet (nog niet van kracht) bepaalt namelijk dat de minister met regels komt over preventieve maatregelen om afsluiting te voorkomen en regels waaraan een eventuele afsluiting moet voldoen.

Meer informatie:
- Rb Arnhem 25 augustus 2010, LJN:BN8261
- Parlementaire geschiedenis: regels afsluiten drinkwater
- Zie ook LJN:BL6583 en LJN:BM6850


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn