PrimeLine ivm 'beschermingsbijdrage' op vingers getikt!

Bron: André Moerman
uur

Het gerechtshof Den Bosch heeft een belangrijk arrest gewezen over het aanbieden van nevenproducten door kredietverstrekkers. Volgens het hof maken de kosten van deze nevenproducten deel uit van de kredietvergoeding. Dit heeft grote gevolgen voor kredietverstrekkers die nevenproducten aanbieden.

Privé ProtectiePlan
PrimeLine en VisaCard bieden ook een nevenproduct aan, namelijk het zogenaamde ‘Privé ProtectiePlan’. Deze verzekering zorgt voor doorbetaling van de maandlasten bij o.a. arbeidsongeschiktheid en onvrijwillige werkloosheid. Voor deze verzekering is een zogenaamde ‘beschermingsbijdrage’ verschuldigd. De hoogte van  deze bijdrage is gelijk aan een percentage van het uitstaande saldo, waarbij het percentage afhankelijk is van de kredietlimiet.

Totale kredietlimietBijdrage per maand
€ 0,- - € 5.000,-1,00%
€ 5.001,- - € 20.000,-0,63%
> € 20.001,-0,35%


Met deze beschermingsvergoeding kunnen de maandelijkse kosten behoorlijk oplopen.

Maximale kredietvergoeding
Voor leningen tot € 40.000 (niet hypotheek) geeft de Wet op het consumentenkrediet een aantal extra regels. De belangrijkste regels zijn:
- De kredietvergoeding mag niet meer bedragen dan 16% (12% + de wettelijke rente) op jaarbasis.
- Er mag geen andere vergoeding dan de kredietvergoeding in rekening worden gebracht (behalve o,a, bij vervroegd aflossen).

Is de beschermingsbijdrage een kredietvergoeding?
Aangezien er geen andere bijdrage in rekening mag worden gebracht dan de kredietvergoeding is het de vraag of de bijdrage voor bescherming tegen  arbeidsongeschiktheid en onvrijwillige werkloosheid onderdeel uitmaakt van de kredietvergoeding. Dat is met name van belang vanwege de maximale effectieve kredietvergoeding op jaarbasis (per 1 juli 2011: 16%).

Het hof Den Bosch oordeelt dat de beschermingsbijdrage inderdaad onderdeel uitmaakt van de kredietvergoeding. Aangezien de oorspronkelijke kredietvergoeding van PrimeLine al gelijk is aan het wettelijk maximum heeft dit arrest tot gevolg dat de beschermingsbijdrage niet berekend mag worden.

Arrest hof Den Bosch
"Uit voormeld rekeningoverzicht van het doorlopend krediet blijkt voorts dat in de periode van februari 2004 tot en met augustus 2006 maandelijks een zogenaamde “beschermingsbijdrage” bij [X.] in rekening is gebracht. Deze beschermingsbijdrage loopt op naarmate het saldo van het doorlopend krediet oploopt (van € 40,63 op 22 februari 2004 tot € 127,42 op 22 augustus 2006). In grief 3 stelt LaSer dat [X.] deze beschermingsbijdrage verschuldigd is op basis van een overeenkomst genaamd “PrimeLine Protectieplan” die LaSer met [X.] is aangegaan en die inhoudt dat Laser afstand doet van haar aanspraak op de aflossingen uit hoofde van de (krediet) overeenkomst in geval van arbeidsongeschiktheid en onvrijwillige werkeloosheid dan wel van het netto-saldo van het doorlopend krediet in geval van overlijden.

Artikel 34 WCK bevat evenwel een verbod om andere vergoedingen en kosten in rekening te brengen dan de aldaar, limitatief, genoemde. Blijkens de Memorie van Toelichting van de WCK (kamerstukken 19785, nr. 3, p. 88-89) omvat het begrip kredietvergoeding in de zin van de WCK ook vergoedingen ter zake van dienstverlening die verder gaat dat het “puur” verlenen van krediet, maar die overigens een regulier karakter heeft. Zulk een productuitbreiding wordt volgens de Memorie van Toelichting gevormd door de op dat moment gebruikelijke overlijdensrisicoverzekering die in veel kredietovereenkomsten is opgenomen. De Memorie van Toelichting zegt verder dat het de kredietgever is toegestaan meer additionele dienstverlening met een regulier karakter (zoals een arbeidsongeschiktheids- en een werkeloosheidsverzekering) in zijn kredietaanbod op te nemen danwel aan de kredietverlening te koppelen, mits hij het ingevolge artikel 35 WCK vastgestelde maximum niet overschrijdt.

De stelling van LaSer dat de overeenkomst genaamd “PrimeLine Protectieplan” niet wordt bestreken door de WCK, gaat naar oordeel van het hof dan ook niet op, nu deze overeenkomst zowel een overlijdenrisico- als arbeidsongeschiktheid- en werkloosheidsverzekering betreft en evident is verweven met het doorlopend krediet. Uit de stukken blijkt immers dat de op basis van de overeenkomst verschuldigde “beschermingsbijdrage” deel uitmaakt van het kredietsaldo en LaSer stelt zelf dat daarmee het risico van arbeidsongeschiktheid, onvrijwillige werkloosheid en overlijden wordt gedekt."

Het hof Den Bosch wijst vervolgens de vordering toe na vermindering van de beschermingsbijdrage ad. € 2.626,46.

Meer informatie
- Hof Den Bosch 24 mei 2011, LJN:BQ9465
- Zie ook Rb Den Bosch 15 oktober 2009, LJN:BK3459
- Wet op het consumentenkrediet
- Besluit kredietvergoeding
- Algemene voorwaarden Privé ProtectiePlan


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn