Overzicht tuchtrechtspraak deurwaarders oktober t/m december 2020

Bron: André Moerman
uur

Deurwaarders zijn onderworpen aan tuchtrechtspraak, uitgevoerd door de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders en in hoger beroep door het Hof Amsterdam. Hierbij een selectie van uitspraken gepubliceerd in de maanden oktober t/m december 2020.




Deurwaarder is na raadpleging beslagregister verplicht te waarschuwen
Deurwaarder X legt beslag op de huurtoeslag terwijl deurwaarder Y al loonbeslag heeft gelegd. De beslagvrije voet die geldt voor het loonbeslag moest als gevolg hiervan worden aangepast. Moet deurwaarder X, nadat hij na raadpleging van het Digitaal beslagregister hiervan kennis kreeg, deurwaarder Y waarschuwen?
Het hof overweegt dat weliswaar niet uitdrukkelijk bepaald is dat een meldingsplicht geldt, maar dat in een geval als het onderhavige toch een meldingsplicht bestaat. De stelling van de deurwaarder dat overleg niet noodzakelijk was omdat er geen verdeling plaats hoefde te vinden, wordt verworpen. Het Digitaal beslagregister heeft immers onder meer ten doel in het belang van de schuldenaar te bevorderen dat een juiste beslagvrije voet wordt vastgesteld en toegepast. Artikel 475d lid 3 sub b Rv bepaalt dat de beslagvrije voet wordt verminderd met de ontvangen huurtoeslag. Bij het beslag op de AOW-uitkering van klaagster heeft die (als eerste) beslagleggende gerechtsdeurwaarder daarmee rekening gehouden. Het beslag van de deurwaarder op de huurtoeslag had tot gevolg dat klaagster feitelijk niet meer over die gelden kon beschikken, zodat niet meer kon worden gesproken van “ontvangen huurtoeslag” in de zin van voornoemde bepaling. Het beslag op de huurtoeslag was daarom een omstandigheid die van belang was voor de juiste vaststelling van de beslagvrije voet door de eerste beslagleggende gerechtsdeurwaarder. Door een melding van het beslag op de huurtoeslag aan de eerste beslagleggende deurwaarder had kunnen worden voorkomen dat klaagster niet meer in de minimale bestaanskosten kon voorzien. Daarom mag een dergelijke melding niet achterwege blijven. Klacht gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak


Beslagvrije voet ten onrechte op nihil gezet

Een beslagvrije voet op nihil vaststellen is in beginsel slechts mogelijk indien er een ander inkomen bekend is waarop geen beslag ligt en dat inkomen méér bedraagt dan de beslagvrije voet. Ter zitting is niet vast komen te staan dat de deurwaarder, alvorens beslag te leggen op de periodieke inkomstenbronnen, de inkomstengegevens van klager bij het UWV hebben geverifieerd. De blote stelling van de opdrachtgever dat sprake zou zijn van meerdere inkomstenbronnen is onvoldoende om de beslagvrije voet op nihil te stellen. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak



Slordig en onvoldoende voortvarend terugstorten vakantiegeld
Klager beklaagt zich er over dat de deurwaarder het teveel afgedragen vakantiegeld over 2019 niet heeft terugbetaald en niet reageert op herhaalde verzoeken hiertoe. Weliswaar is niet gebleken dat niet binnen een redelijke termijn op berichten van klager is gereageerd, maar wel dat de deurwaarder zeer slordig en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Tevens is te lang gewacht met terugstorten vakantiegeld. Klacht gegrond, maatregel van berisping en veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak


Vermelden kosten exploot met verwijzing naar Btag in e-Court procedure
Gelijk aan wat de kamer bij beslissing van 22 januari 2019 en het Gerechtshof bij beslissing van 29 oktober 2019 eerder hebben bepaald (in een andere zaak tegen de deurwaarder) heeft de kamer (opnieuw) geoordeeld dat het vermelden van de kosten van het exploot met verwijzing naar het Btag, in de e-Court procedure, als misleidend moet worden aangemerkt. Ondanks de omstandigheid dat in de onderhavige zaak – anders dan in voornoemde zaken – meerdere gevallen van misleiding betrof, ziet de kamer geen aanleiding een zwaardere maatregel dan (opnieuw) een berisping op te leggen. De kamer heeft het nog wel nodig gevonden om het BFT te wijzen op haar verantwoordelijkheid als bestuursorgaan en onafhankelijk toezichthouder door andermaal aan te geven zorgvuldigheid te betrachten in haar treffen met de pers/media. Veroordeling in proceskosten. >>>Uitspraak


Negatieve bewaringspositie
De deurwaarder heeft een (aanzienlijke) negatieve bewaringspositie laten ontstaan, die door hem niet is gemeld, en niet is aangezuiverd. Voorts heeft de deurwaarder een ontoereikende administratie gevoerd. Daarnaast heeft de deurwaarder in een groot aantal gevallen bij de betekening van het proces-verbaal van het gelegde beslag de termijn van acht dagen zoals bepaald in artikel 475i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering overschreden. Ten slotte heeft de deurwaarder in zijn repertoria exploten opgenomen die zijn uitgebracht door een deurwaarder die tijdens het uitbrengen van de exploten niet aan zijn deurwaarderskantoor verbonden was. Gelet op de gegrondheid van alle klachtonderdelen, meer in het bijzonder de klachtonderdelen die zien op de bewaringstekort(en), ziet de kamer, in lijn met vaste jurisprudentie op dit punt, aanleiding de maatregel van ontzetting uit het ambt op te leggen. >>>Uitspraak
 

Meer informatie
- overzichten tuchtrechtspraak deurwaarders
- website tuchtrechtspraak


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn