Overzicht tuchtrechtspraak deurwaarders okt. t/m dec. 2015

Bron: André Moerman
uur

Deurwaarders zijn onderworpen aan tuchtrechtspraak, uitgevoerd door de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders en in hoger beroep door het Hof Amsterdam. Hierbij een selectie van uitspraken gepubliceerd in de maanden oktober t/m december 2015.





Beslag op een invalidenwagen, onnodig maken van kosten
De deurwaarder heeft beslag op de uitkering gelegd en vervolgens beslag op een auto die de gemeente als WMO-voorziening in bruikleen heeft gegeven. Betrokkene dient een klacht in omdat de auto eigendom was van de gemeente. De deurwaarder had hiervan volgens klager op de hoogte moeten zijn. Daar komt nog bij dat op de dag van de aanvankelijk geplande verkoop, 30 oktober 2014, de schuld door middel van het beslag op de uitkering afgezien van één maandelijkse inhouding zou zijn voldaan.
De voorzitter heeft geoordeeld dat de klacht ongegrond is omdat het kenteken van de auto op naam van betrokkene is gesteld. Gelet op die omstandigheid mocht de deurwaarder, nadat hij het kenteken bij de RDW had geverifieerd, er gerechtvaardigd op vertrouwen dat klaagster de eigenaar van de auto was.

De Kamer acht de beslissing van de voorzitter niet juist. Klaagster heeft zich impliciet er ook over beklaagd dat er door toedoen van de deurwaarder voor haar nodeloos kosten zijn ontstaan. De vordering zou door het beslag op de uitkering binnen een redelijke termijn (in de maand na de geplande verkoopdatum van de auto) zijn voldaan. Met het beslag op de uitkering was een fors maandelijks bedrag gemoeid en deze aflossing was bovendien regelmatig. Niet in geschil is voorts dat het een oude (invaliden)-auto betreft die naar verwachting niet veel meer zou opbrengen. Het was te voorzien dat de verkoop van deze auto klaagster als gevolg van haar handicap onevenredig zou treffen. Het valt de deurwaarder op zich niet te verwijten dat hij beslag heeft gelegd op een auto die geen eigendom van klaagster was, omdat hij dat toen niet kon weten. Wel valt het de deurwaarder te verwijten dat hij onder deze omstandigheden tot beslaglegging is overgegaan. Die maatregel leidde niet tot een hogere maandelijkse aflossing, want het bedrag van de uitkering van klaagster, dat de beslagvrije voet te boven ging, werd immers al afgedragen en uit niets bleek dat klaagster meer financiële armslag had. Het beslag op de auto bracht dus alleen maar extra kosten met zich en versnelde de afdoening van de vordering geenszins. De Kamer acht de beslaglegging op de auto een nodeloze maatregel en derhalve is sprake van het maken van nodeloze kosten. Evenzeer is nodeloos dat de deurwaarder, nadat hij met alle omstandigheden bekend was, klaagster toch heeft belast voor de kosten van de beslaglegging. De Kamer acht de klacht daarom alsnog gegrond en legt de maatregel van berisping op. >>>Uitspraak


Te late aanpassing beslagvrije voet en te late restitutie teveel ontvangen gelden
De gemachtigde van klager heeft verzocht de beslagvrije voet te verhogen en de te veel ingehouden gelden over drie maanden met terugwerkende kracht terug te betalen. De deurwaarder reageert hierop door te vragen om een voorstel tegen finale kwijting. Dat de opdrachtgever van de deurwaarder een voorstel tot finale kwijting of een minnelijke regeling wenste te treffen, staat aan herberekening van de beslagvrije voet niet in de weg. Het verzoek is onder toezending van relevante stukken gedaan op 18 maart 2014. De beslagvrije voet is op 19 juni 2014 aangepast. Dat is naar het oordeel van de Kamer te laat. Restitutie heeft na 9 oktober 2014 plaatsgevonden en ook dat is rijkelijk laat. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd. >>>Uitspraak


Beslaglegging onnodig kostenverhogend
De Kamer is het niet met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond. Er is terecht tot betekening van het vonnis overgegaan echter gelet op de door klager gedane betaling van de toegewezen hoofdsom en proceskosten, had de deurwaarder moeten voorkomen dat tot beslaglegging zou worden overgegaan. Klager had immers slechts € 1,85 aan rente tot en met 20 mei 2014 niet voldaan, terwijl de kosten van betekening achteraf bezien niet terecht waren en de nakosten door klager waren betwist. De beslaglegging was dus onnodig kostenverhogend. Dat de deurwaarder inmiddels excuses heeft gemaakt en de kosten zijn gecrediteerd, doen aan het vorenstaande niet af. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd. Hoger beroep ingesteld. >>>Uitspraak


Te lakse houding bij mededeling van klagers dat zij onder bewind stonden
De deurwaarders hadden naar aanleiding van de mededelingen van klagers dat zij onder bewind stonden, op zijn minst enig onderzoek kunnen instellen, ook in hun eigen administratie, omdat zij vrij recent nog een zaak op klagers in behandeling hebben gehad. Ook het gedrag van de deurwaarders bij de deur wordt verwijtbaar geacht. De deurwaarder zei “nou, dan geef je het door aan je bewindvoerder”, waaruit een zeker dedain spreekt, Van een zorgvuldig handelend deurwaarder mag worden verwacht dat hij met een dergelijke mededeling zorgvuldiger omgaat. Klacht gegrond, maatregel van berisping opgelegd. >>>Uitspraak


Onnodig kosten vanwege vier keer overbetekening bankbeslag
De deurwaarder legt op nadrukkelijk verzoek van de opdrachtgever onder vier banken beslag. Deze bankbeslag worden vervolgens op hetzelfde tijdstip overbetekend aan de schuldenaar, d.w.z. dat betrokkene van elk beslag een afschrift krijgt overhandigd. Hiervoor worden vier keer de kosten ad. € 80,- incl. BTW in rekening gebracht. Het gerechtshof Amsterdam heeft echter in een eerdere uitspraak beslist dat als een ambtshandeling bij één exploot kan worden gedaan, deze in beginsel i.v.m. de kosten ook bij één exploot moet worden gedaan. In lijn met deze jurisprudentie oordeelt de Kamer voor gerechtsdeurwaarders dat de deurwaarder slechts één overbetekening bij klager in rekening had mogen brengen. Klacht gegrond en de maatregel van berisping opgelegd. >>>Uitspraak


Deurwaarder verzuimt door te geven dat beslag op inboedel niet doorgaat
Het ligt op de weg van de deurwaarder om een debiteur tijdig in kennis te stellen indien een aangezegde beslaglegging geen doorgang kan vinden. De heeft dit nagelaten. Klacht gegrond en de maatregel van berisping opgelegd. >>>Uitspraak
Dit type klacht komt erg veel voor. Zie hier voor een overzicht.


Moet de deurwaarder het Centraal Curatele- en bewindregister raadplegen?
In zaken als de onderhavige dient de vraag beantwoord te worden of het tuchtrechtelijk laakbaar is als de deurwaarder de dagvaarding niet aan de curator heeft betekend. Hierbij dient als uitgangspunt dat de deurwaarder zich er niet van hoeft te vergewissen of de juiste persoon wordt gedagvaard wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit niet het geval is. Wel is het vaste rechtspraak van de Kamer dat controle op adresgegevens dient plaats te vinden alvorens tot dagvaarding wordt overgegaan, maar als er geen indicatie is dat van onder curatelestelling sprake is bestaat er vooralsnog geen verplichting om tevens het openbare Centraal Curatele- en bewindregister te raadplegen. Het is de Kamer in deze zaak overigens gebleken dat de koppeling tussen het Centraal Curatele- en bewindregister en de Gemeentelijke Basisadministratie niet altijd sluitend is. Wanneer het gaat om onderbewindstelling vindt registratie eerst vanaf 1 januari 2014 plaats en verder geldt geen verplichte registratie voor alle bewinden. Het register is dus niet volledig. Dat betekent dat zelfs bij raadpleging van het register voor de deurwaarder mogelijk niet steeds kenbaar is dat een curator of bewindvoerder als formele procespartij moet worden gedagvaard. Klacht ongegrond. >>>Uitspraak


Dagvaarden voor huurachterstand die al was voldaan
De deurwaarder had naar aanleiding van de brieven van klaagster contact moeten opnemen met zijn opdrachtgever. Dan zou hij op de hoogte gekomen zijn van de ontvangen betaling en dan zouden - zo mag worden aangenomen - de kosten van de procedure zijn gecrediteerd. De deurwaarder is echter halsstarrig blijven vasthouden aan zijn standpunt dat het voor rekening en risico van klaagster behoort te komen dat zij geen verweer heeft gevoerd en bij verstek is veroordeeld. Klacht gegrond verklaard, maatregel van berisping opgelegd. >>>Uitspraak


Overschrijden veertiendagentermijn bij verificatie adresgegevens
Bij het uitvoeren van een ambtshandeling, zoals de betekening van een dagvaarding, moet de deurwaarder het adres verifiëren. Deze verificatie mag niet net ouder zijn dan 14 dagen. Niet in geschil is dat deze14-dagen-termijn is overschreden. De Kamer is van oordeel dat het, gelet op de zeer nadelige gevolgen die het voor justitiabelen met zich brengt als de dagvaarding niet tijdig op het juiste adres wordt uitgebracht, van het grootste belang is dat in dergelijke situaties de informatie uit de GBA altijd maximaal 14 dagen oud is, maar bij voorkeur nog jonger. In een situatie als hier waarin een debiteur voor de rechter dient te verschijnen moet hieraan dan ook standaard extra aandacht worden besteed. Deze regel volgt ook uit artikel 7, eerste lid, van de Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit en de vaste jurisprudentie van de Kamer en het gerechtshof Amsterdam.
De deurwaarder heeft aangeboden om de kosten van de dagvaarding en van het griffierecht voor eigen rekening te nemen indien klager onderhavige klacht zou intrekken. Het zou de deurwaarder sieren als hij de kosten van de dagvaarding en het griffierecht alsnog voor eigen rekening neemt.
Klacht gegrond verklaard, maatregel van berisping opgelegd. >>>Uitspraak


Beslag leggen voor nakosten terwijl deze worden betwist
De deurwaarder heeft beslag gelegd voor o.a. nakosten. Dit zijn ná de uitspraak, doch vóór de executie ontstane kosten. Het gaat hier om kosten die gemaakt worden vanwege onder andere de volgende werkzaamheden:
•    bestuderen van het vonnis;
•    informeren van de schuldeiser
•    overleg over de wijze van incasso.
Volgens inmiddels vaste rechtspraak is beslag leggen voor nakosten zonder een rechtsgeldige titel niet toegestaan wanneer over de verschuldigdheid van die nakosten een geschil bestaat. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen de gevorderde nakosten. Gelet hierop had de deurwaarder op de voet van artikel 237 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de rechter moeten verzoeken de nakosten alsnog te begroten en daarvoor een bevelschrift af te geven alvorens de nakosten als grondslag van het ten laste van klager te leggen derdenbeslag te laten gelden. De deurwaarder heeft erkend op dit punt onjuist te hebben gehandeld. De klacht is op dit onderdeel gegrond. Dat de deurwaarder twee maanden na indiening van de klacht haar excuses heeft aangeboden “voor de hele gang van zaken” en de nakosten vervolgens zijn gecrediteerd, doet niet af aan het tuchtrechtelijk verwijt dat de deurwaarder op dit punt is te maken. Het hof acht daarom de maatregel van berisping passend. >>>Uitspraak
Zie ook: meer info over nakosten


Niet tijdig reageren op verzoeken om informatie
Klacht van klager ziet op (i) nalaten te verifiëren bij de opdrachtgever of klager had voldaan aan de veroordeling in het vonnis, (ii) hem niet tijdig een specificatie van de in rekening gebrachte nakosten van 100 euro te verstrekken en (iii) aan hem een inhoudelijk onjuist e-mailbericht te sturen. De kamer heeft de klacht gegrond verklaard en aan de deurwaarder de maatregel van berisping opgelegd. Het hof legt een zwaardere maatregel op, te weten de maatregel van berisping met een aanzegging. De deurwaarder heeft zowel in eerste aanleg als in hoger beroep niet daadwerkelijk laten blijken het onjuiste van haar handelen in te zien. >>>Uitspraak


Bewaringstekort
Ontzetting van de deurwaarder uit zijn ambt. Geen omstandigheden aanwezig om af te wijken van het uitgangspunt dat een inbreuk op de bewaringsplicht in beginsel wordt gesanctioneerd met een ontzetting uit het ambt. >>>Uitspraak


Meer informatie
- overzichten tuchtrechtspraak deurwaarders
- website tuchtrechtspraak
- meer info over de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders 


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn