Overzicht tuchtrechtspraak deurwaarders juli t/m september 2016

Bron: André Moerman
uur

Deurwaarders zijn onderworpen aan tuchtrechtspraak, uitgevoerd door de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders en in hoger beroep door het Hof Amsterdam. Hierbij een selectie van uitspraken gepubliceerd in de maanden juli t/m september 2016.




Deurwaarder brengt kosten in regeling in strijd met Btag
Klacht van waarnemer van een uit zijn ambt ontzette gerechtsdeurwaarder. De waarnemer heeft na aanvang van de waarneming ernstige misstanden geconstateerd op het kantoor van de voormalige gerechtsdeurwaarder. In het bijzonder heeft hij bemerkt dat aan schuldenaren bij exploten onder de noemer “herhaald bevel” of “aanzegging beslag roerende zaken” kosten in rekening zijn gebracht die niet zijn gebaseerd op het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. Een in het kader van de waarneming toegevoegde gerechtsdeurwaarder die al op het kantoor werkzaam was en voor de waarneming aan de waarnemer was toegevoegd, is hierop aangesproken maar kon geen bevredigende verklaring geven. De kamer overweegt dat beklaagde op de hoogte moet zijn geweest van de geconstateerde praktijken op het kantoor van voormalig gerechtsdeurwaarder maar geen blijk heeft gegeven dat zij enig besef had van de ernst van de zaak. Klacht gegrond verklaard en maatregel van betaling van een geldboete van € 2000 opgelegd. >>> Uitspraak


Beslagvrije voet bij bankbeslag
Een deurwaarder legt beslag op een bankrekening met als gevolg dat het loon dat net gestort is volledig onder het beslag valt. Betrokkene heeft met zijn gezin geen ander inkomen waardoor er door het beslag financiële problemen ontstaan. Een verzoek om toepassing beslagvrije voet wordt door de deurwaarder afgewezen. De kamer voor gerechtsdeurwaarders komt tot het volgende oordeel:
“Klager heeft bij de klacht diverse bankrekeningafschriften overgelegd. Daaruit blijkt niet van andere inkomsten dan het loon. De gerechtsdeurwaarder heeft naar het oordeel van de Kamer in de e-mail van 4 augustus 2015 ten onrechte geconcludeerd dat er geen beslagvrije voet behoefde te worden toegepast. Hij heeft in de e-mail te kennen gegeven dat is gebleken dat na het beslag op de bankrekening nog diverse afschrijvingen hebben plaatsgevonden en op basis van die constatering aangenomen dat er nog andere inkomsten waren naast het loon en dat zich niet de situatie voordeed dat klager door het gelegde bankbeslag niet meer in zijn primaire levensbehoeften kan voorzien. De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder op basis van die enkele, niet nader onderbouwde, aanname niet tot de conclusie is kunnen komen dat er bij het onderhavige bankbeslag geen aanleiding was voor het toepassen van een beslagvrije voet, zoals door klager verzocht.”
De Kamer acht de klacht gegrond en legt de maatregel van berisping op. >>> Uitspraak


Betalingen ten onrechte afgeboekt op drie verschillende dossiers
De gerechtsdeurwaarder stelt zich op het standpunt dat uit de brief met de bevestiging van de overeengekomen betalingsregeling kan worden opgemaakt dat deze betrekking heeft op een drietal dossiers. De kamer overweegt dat uit de door klager overgelegde kwitanties blijkt echter dat hij telkens betalingen heeft verricht onder vermelding van een bepaald dossier, welk dossier het vonnis van 17 februari 2011 betrof. Uit de brief waarin de betalingsregeling is vastgelegd volgt dat deze een andere referentie heeft. Gelet op het vorenstaande konden de door klager gedane betalingen niet anders worden opgevat dan als betalingen gedaan met betrekking tot het dossier van dat vonnis. Klachtonderdeel gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. >>> Uitspraak 


Beslagvrije voet niet onverwijld aangepast
De beslagene heeft een groot belang bij een tijdige en correcte vaststelling van de beslagvrije voet. De kamer overweegt dat de termijn gelegen tussen de verzending van de benodigde bewijsstukken en de herberekening van de beslagvrije voet te lang is. Klacht gegrond. Maatregel van berisping overgelegd. >>> Uitspraak


Betalingsregeling hoeft in dit geval niet in dagvaarding te worden vermeld
Klager verwijt de gerechtsdeurwaarder dat deze in weerwil van de tussen hem en de opdrachtgeefster van de gerechtsdeurwaarder tot stand gekomen regeling tegen finale kwijting bij de dagvaarding betaling heeft gevorderd van de gehele oorspronkelijke hoofdsom met kosten en voorts, in strijd met het bepaalde in artikel 21 Rv in die dagvaarding geen melding heeft gemaakt van die regeling.
De kamer heeft (het verzet en) de klacht gegrond verklaard met oplegging van de maatregel van berisping. Het Hof oordeelt in hoger beroep anders. De gerechtsdeurwaarder mocht er vanuit gaan dat, nu de regeling niet was nagekomen, deze is komen te vervallen. Over het niet vermelden in de dagvaarding oordeelt het Hof als volgt:
“Artikel 21 Rv verplicht de eisende partij in een civiele procedure in de inleidende dagvaarding alle voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Naar het oordeel van het hof gaat die verplichting echter niet zo ver, dat in die dagvaarding ook een in het verleden tot stand gekomen, maar door de gedaagde niet nagekomen en daarom ontbonden (betalings)regeling zou moeten worden vermeld, als de eiser en/of degene die de dagvaarding uitbrengt geen reden heeft te vermoeden dat de gedaagde aan die overeengekomen regeling een verweer wenst te ontlenen. Als aan de regeling geen verweer wordt ontleend is die regeling immers niet van belang voor de beoordeling van het geschil. Vermelding van een wegens niet-nakoming ontbonden regeling is ook bepaald niet altijd in het voordeel van de gedaagde. Het aangaan van de regeling suggereert immers een zekere mate van erkenning van de vordering.”
Het hof verklaart de klacht ongegrond. >>> Uitspraak


Niet adequaat en binnen redelijke termijn gereageerd op brieven
Niet adequaat en binnen redelijke termijn gereageerd op brieven en e-mails van de bewindvoerder. Klacht gegrond. De daartoe aangevoerde redenen (miscommunicatie tussen afdelingen op het deurwaarderskantoor) komen voor rekening van de gerechtsdeurwaarder. Ook had naar aanleiding van de onterecht ontvangen nabetalingen direct contact opgenomen moeten worden met de bewindvoerder, hetgeen niet is gebeurd. Klacht gegrond. Maatregel berisping. >>> Uitspraak


Ten onrechte tenuitvoerlegging echtscheidingsbeschikking
Tenuitvoerlegging echtscheidingsbeschikking en daarvan deel uitmakend convenant. Bood deze titel grondslag tot het doen van bevel tot betaling van het in het exploot genoemde bedrag. Het  antwoord luidt ontkennend en het is aan de gerechtsdeurwaarder om dit te controleren. Klacht gegrond verklaard en maatregel van berisping opgelegd. >>> Uitspraak


Meer informatie
- overzichten tuchtrechtspraak deurwaarders
- website tuchtrechtspraak


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn