Niet samenvoegen dossiers, onnodig dagvaarden

Bron: André Moerman
uur

Wanneer een schuldeiser meerdere termijnen te vorderen heeft, en de debiteur hiervoor wil dagvaarden, moeten deze vorderingen worden samengevoegd om kosten te beperken. Logisch. Toch komt het met enige regelmaat voor dat vorderingen niet worden samengevoegd. Gelukkig zijn er oplettende rechters die dit niet honoreren. In de hier te bespreken uitspraak speelt ook nog een andere kwestie: het ondanks herhaaldelijk verzoek niet verschaffen van duidelijkheid over de vordering. 
Is een tuchtklacht op z'n plaats?

De vordering
Zorgverzekeraar De Friesland vordert in dit geding betaling van een bedrag ad € 773,69 in hoofdsom, vermeerderd met rente, tot 13 oktober 2011 berekend op € 28,81, en met buitengerechtelijke kosten ad € 178,50. De Friesland baseert haar vordering op de stelling dat gedaagde de nominale premies over de maanden juli, augustus, november en december 2009 en maart, april en mei 2010 onbetaald heeft gelaten, evenals een tweetal vanwege het verplicht eigen risico verschuldigde bedragen over de jaren 2009 en 2010.

Wie stelt moet bewijzen
Volgens betrokkene zijn de premies wel betaald, echter dit wordt niet gestaafd met betaalbewijzen. Volgens de kantonrechter is het anders dan (de gemachtigde van) gedaagde kennelijk meent, aan gedaagde om te stellen en zonodig te bewijzen dat hij geheel of gedeeltelijk aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan.
Dat het gedaagde blijkbaar onduidelijk is waarover het in casu gaat, is een omstandigheid die, voor zover die onduidelijkheid de gevorderde hoofdsom betreft, geheel voor zijn rekening komt en die hij De Friesland niet kan tegenwerpen. Er is weliswaar onduidelijkheid ontstaan over de perioden waarop de vordering ziet als gevolg van de omstandigheid dat De Friesland haar vorderingen periodiek aan haar incassogemachtigde, Bos Incasso, uit handen geeft en dat Bos Incasso vervolgens, bij het niet slagen van de incasso, de betreffende vorderingen op haar beurt overdraagt aan de procesgemachtigde van De Friesland. Voor de beoordeling van de al dan niet toewijsbaarheid van de gevorderde hoofdsom is dit echter niet van belang. Dat inmiddels enkele civiele procedures tussen partijen zijn gevoerd maakt dat niet anders.
De hoofdsom en de gevorderde rente wordt derhalve toegewezen.

Herhaaldelijk verzocht om duidelijkheid
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke kosten wordt als volgt overwogen. Anders dan hierboven ten aanzien van de gevorderde hoofdsom is overwogen, is het aan De Friesland, althans aan haar (incasso)gemachtigde om, indien een debiteur verzoekt om duidelijkheid deze duidelijkheid aan de debiteur te verschaffen.
Dat De Friesland haar vorderingen gefaseerd ter incasso uit handen geeft, is een omstandigheid waarvan gedaagde geen financieel nadeel hoeft te ondervinden. Ditzelfde geldt ten aanzien van de wijze waarop de gemachtigden van De Friesland met deze (deel)vorderingen omgaan. Juist bij het bestaan van diverse (deel)vorderingen is het verstrekken van voldoende informatie aan de debiteur noodzakelijk.
Geoordeeld wordt daarom, dat aan De Friesland, hoewel vast staat dat de incassogemachtigde van De Friesland buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht, geen vergoeding van buitengerechtelijke kosten ten laste van gedaagde toekomt. De daarop ziende vordering wordt daarom afgewezen.

Rauwelijks dagvaarden?
Ten aanzien van de vraag wie van partijen in de proceskosten moet worden veroordeeld, overweegt de rechter als volgt.

In tegenstelling tot hetgeen gedaagde kennelijk meent, is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van het rauwelijks dagvaarden. Dit was anders geweest indien betrokkene zonder enige daaraan vooraf gaande sommatie of ingebrekestelling in rechte was betrokken. Gedaagde heeft erkend dat hij van de gemachtigde van De Friesland sommaties heeft ontvangen, zodat zijn verweer in zoverre niet opgaat. Dat de inhoud van die sommaties kennelijk onvoldoende houvast gaven leidt niet tot een ander oordeel.

Voorts is de kantonrechter van oordeel, dat deze procedure noodzakelijk is geworden als gevolg van het betalingsgedrag van gedaagde. In beginsel moet gedaagde daarom in de kosten van het geding worden veroordeeld, te meer nu hij als de voor het merendeel in het ongelijk te stellen partij heeft te gelden.

Niet samenvoegen van dossiers
In deze procedure wordt evenwel anders beslist, en wel op grond van het volgende. De Friesland heeft er, kennelijk om haar moverende redenen, voor gekozen om haar vorderingen gefaseerd ter incasso uit handen te geven. De mogelijkheid bestaat daarom dat ook meerdere civiele procedures tussen partijen gevoerd gaan worden. Daarom dient per geval te worden bezien of op het moment van dagvaarden in de ene zaak de vordering die in de andere zaak in rechte wordt aangebracht, bij De Friesland bekend is, althans had kunnen en moeten zijn. Dit is noodzakelijk om te kunnen beoordelen of al dan niet sprake is van nodeloos gemaakte (proces)kosten.

Van zowel het één als het ander is in dit geval onmiskenbaar sprake. In een andere procedure tussen partijen, waarin eveneens heden vonnis wordt gewezen (LJN:BX1379), is de inleidende dagvaarding betekend op 9 januari 2012. In de onderhavige procedure is de dagvaarding betekend op 11 november 2011. De vorderingen in beide zaken hebben betrekking op een periode ruim voorafgaand aan deze beide data. Op het moment van het doen betekenen van de eerst uitgebrachte dagvaarding moet het bestaan van een opeisbare vordering, bestaande uit beide gevorderde hoofdsommen, De Friesland bekend worden geacht. Zij had er daarom voor moeten kiezen om beide vorderingen in één procedure in rechte aanhangig te maken. Dat zij ervoor heeft gekozen dit niet te doen moge zo zijn, maar (ook) dit behoeft voor [gedaagde] geen financieel nadeel op te leveren.

Nodeloze kosten
Het vorenstaande leidt tot het oordeel, dat in ieder geval éénmaal de kosten ter zake van het doen betekenen van een dagvaardingsexploot en van de daarbij gevorderde informatiekosten, alsook die ter zake van verschuldigd griffierecht – gelet op het totale beloop van beide vorderingen – nodeloos zijn gemaakt. Omdat vorenbedoelde kosten in de andere procedure (LJN:BX1379) al zijn toegewezen, zijn zij in de onderhavige procedure niet toewijsbaar.
Ten aanzien van het toewijzen van een bedrag aan salaris gemachtigde wordt overwogen, dat in de andere procedure (LJN:BX1379) een bedrag ad € 200,- wordt toegewezen (tweemaal een procespunt à € 100,-). Rekening houdend met het totale toewijsbare beloop van beide vorderingen is de kantonrechter van oordeel, dat in de onderhavige procedure ten laste van gedaagde toewijsbaar is een bedrag ad € 100,- (tweemaal een procespunt à € 50,-) aan salaris gemachtigde.

Tuchtrechtelijk laakbaar?
In deze uitspraak heeft de rechter het met name over het handelen van de schuldeiser. Het is echter de vraag of het hier niet eerder moet gaan over het handelen van de deurwaarder. De deurwaarder had moeten zien dat er meerdere dossiers van de zorgverzekeraar op betrokkene zijn.
LAVG / Bos Incasso is in 2008 al in het LOSR-rapport 'Incassokosten, een bron van ergenis!' als deurwaarder genoemd ivm het niet samenvoegen van dossiers. Zie ook de onderstaande uitspraken en berichten. Een tuchtklacht lijkt me meer op z'n plaats.

Meer informatie
- Rb Leeuwarden 11 juli 2012, LJN:BX1386
- Rb Leeuwarden 11 juli 2012, LJN:BX1379 
- Rb Groningen 27 april 2010, LJN:BM6987
- Herhaaldelijk dagvaarden, onnodig kosten maken
- Kamervragen, o.a. over het opknippen van vorderingen


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn