Deurwaarder als bewindvoerder niet wenselijk

Bron: André Moerman
uur

Volgens de Gerechtsdeurwaarderswet is het geoorloofd dat een deurwaarder ook de rol van bewindvoerder op zich neemt. Maar dat het wettelijk geoorloofd is, is het daarmee ook wenselijk? Gezien het gevaar van belangenverstrengeling oordeelt de rechtbank Noord-Nederland van niet.

De overheid doet er verstandig aan de wet aan te passen en de curator en bewindvoerder als neventaak van deurwaarders uit te sluiten.


LAVG Bewindvoering heeft namens betrokkene een verzoek tot onderbewindstelling ingediend.

LAVG B.V. is een landelijk opererende deurwaarder en een groot (regionaal) opererend incassobureau. In deze hoedanigheid behartigt zij de belangen van schuldeisers en verricht zij incassoactiviteiten. Niet kan worden uitgesloten dat tot deze schuldeisers ook schuldeisers van de rechthebbende behoren. Aldus bestaat de mogelijkheid van verstrengeling van belangen. In ieder geval is er sprake van de schijn van belangenverstrengeling. Deze schijn dient onder alle omstandigheden vermeden te worden.

De kantonrechter heeft in aanmerking genomen dat wettelijk gezien een deurwaarder benoemd mag worden tot bewindvoerder. Zij heeft voorts in ogenschouw genomen dat de deurwaarder onafhankelijk is bij de uitvoering van zijn wettelijke taak en dat hij onderworpen is aan toezicht en tuchtrechtspraak. De kantonrechter is echter van oordeel dat niet alles wat - wettelijk gezien - mogelijk is, ook wenselijk genoemd kan worden. Temeer omdat er een (commercieel) spanningsveld bestaat tussen de (betalende) opdrachtgever(s) van de deurwaarder en de (veelal) onvermogende rechthebbenden.

Alles afwegende komt de kantonrechter tot het oordeel dat het niet in het belang is van de rechthebbende om LAVG B.V. te benoemen tot bewindvoerder.

De kantontrechter benoemd vervolgens een andere bewindvoerder.

Naschrift
M.i. komt de kantonrechter terecht tot dit oordeel. Wanneer de deurwaarder tevens een of meer schuldeisers van betrokkene als opdrachtgever heeft, kan er belangenverstrengeling ontstaan. Alle schijn moet vermeden worden. De wetgever doet er verstandig aan om art. 20 Gerechtsdeurwaarderswet aldus aan te passen, dat het optreden als curator of bewindvoerder niet meer tot de geoorloofde nevenwerkzaamheden behoort.

Meer informatie
- Rb Noord-Nederland 13 juni 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:5532
- Hof Arnhem-Leeuwarden 15 oktober 2013 (LAVG niet ontvankelijk in hoger beroep)


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn