Beslag op bijstand? Draag nooit meer dan 5% af!

Bron: André Moerman
uur

Per 1 januari 2021, na invoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet, komt het veelvuldig voor dat de deurwaarder een te lage beslagvrije voet berekent bij mensen met een bijstandsuitkering. De polisadministratie waarmee de beslagvrije voet wordt berekend blijkt bij ruim 200 gemeenten verkeerde informatie te bevatten omdat de reservering vakantiegeld ontbreekt. Er zijn ook andere oorzaken waardoor de beslagvrije voet te laag wordt vastgesteld. Eén ding is echter zeker: de gemeenten beschikken zelf wel over de juiste informatie. Uiteindelijk is niet de polisadministratie, maar het werkelijk inkomen bepalend. Formeel moet de gemeente de deurwaarder volgen in de beslagvrije voet die wordt opgegeven, maar doe dat niet. Draag nooit meer af dan 5% van de toepasselijke bijstandsnorm!





5%-regel
Volgens de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet geldt voor een inkomen tot bijstandsniveau een beslagvrije voet gelijk aan 95% van het inkomen inclusief aanspraak op vakantietoeslag. Er is dus 5% beschikbaar voor aflossing van de schulden. Bij beslag op een bijstandsuitkering is dit voor de gemeente eenvoudig vast te stellen. De bijstandsuitkering is immers een complementaire uitkering. De gemeente weet als geen ander of er nog een ander inkomen is, aangezien dit inkomen op de uitkering wordt gekort.
Concreet betekent dit: Wanneer het totaal inkomen niet meer bedraagt dan
- € 1075,44 alleenstaande (ouder);
- € 1536,34 gehuwden / samenwonenden de bijstandsuitkering;
is de beslagvrije voet gelijk aan 95% van het totaal inkomen incl. aanspraak vakantiegeld.

Bij een alleenstaande (ouder) kan, afhankelijk van de hoogte van de norm, dus nooit meer afgedragen worden dan € 53,77. En bij gehuwden / samenwonenden nooit meer dan € 76,82.
De afdracht kan uiteraard wel minder zijn, bijvoorbeeld omdat de bijstandsnorm lager is, zoals bij de kostendelersnorm, of omdat de toeslagen worden verrekend. Er is immers in het budget in totaal 5% beschikbaar om schulden af te lossen.


Fouten in de polisadministratie
Bij ruim 200 gemeenten blijkt bij het inkomen dat is doorgegeven aan de polisadministratie niet de aanspraak op vakantiegeld te zijn vermeld. Hierdoor gaat de deurwaarder bij het automatisch berekenen van de beslagvrije voet uit van een te laag fiscaal inkomen waardoor deze te laag wordt vastgesteld. Neem de volgende situatie.
Een alleenstaande ontvangt € 1075,44 incl. vakantietoeslag
In de polisadministratie staat € 1021,67 excl. vakantietoeslag
De beslagvrije voet wordt dan ten onrechte gesteld op 95% van € 1021,67 = € 970,59.
De beslagvrije voet had € 1021,67 moeten zijn. Er is dus € 51,09 per maand teveel afgedragen. Volgens de VNG is deze fout in zo’n 10.000 à 15.000 gevallen voorgekomen.


Afspraken tussen VNG en KBvG

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) hebben het probleem onderkend en de volgende afspraken gemaakt.

  1. Gemeenten controleren handmatig of er vanaf 1 januari 2021 teveel is afgedragen. De gemeente mag bij uitzondering de beslagvrije voet verhogen naar 95%. De KBvG vraagt de deurwaarders om hetzelfde te doen.
  2. De KBvG vraagt de deurwaarders om de te veel ingehouden inkomsten met terugwerkende kracht terug te storten. Dit kan alleen wanneer de gelden nog op de derdengeldrekening staan en nog niet zijn doorbetaald aan de opdrachtgever.



Maak van uitzondering de regel
De gemeente mag bij uitzondering de beslagvrije voet verhogen wanneer een fout is gemaakt, zo is afgesproken tussen de KBvG en de VNG. Maar waarom bij uitzondering? Immers:

  • Meer afdragen dan 5% van de norm bij alleenstaande (ouders) en gehuwden is per definitie fout. Dit is alleen anders bij de zak- en kleedgeldnorm en de norm voor gepensioneerden (AIO-uitkering die uitgevoerd wordt door de SVB).
  • De deurwaarder is er van op de hoogte, of had er van op de hoogte kunnen zijn, dat er teveel wordt afgedragen. Er wordt immers meer dan 5% van de norm ontvangen. Bovendien komt de informatie uit de polisadministratie niet overeen met de derdenverklaring van de gemeente.


Naast het ontbreken van vakantiegeld in de polisadministratie zijn er ook andere situaties denkbaar waarbij de beslagvrije voet te laag wordt vastgesteld:

  • Er is een maatregel opgelegd waardoor de uitkering in de betreffende maand is verlaagd en er dus een verkeerde berekening wordt gemaakt.
  • De deurwaarder gaat ervan uit dat betrokkene alleenstaand is, terwijl er sprake is van een gezamenlijke huishouding. Dit komt vermoedelijk veel voor omdat de deurwaarder ervan uit moet gaan dat betrokkene alleen woont, tenzij hij kan aantonen dat betrokkene samenwoont (art. 475ga lid 2 Rv).


De gemeente heeft bij de uitvoering van de Participatiewet zicht op de hoogte van het totaal inkomen en leefsituatie. Zij kunnen er voor zorgen dat er niet teveel wordt afgedragen en zouden hier ook juridisch de ruimte voor moeten krijgen.
Overigens loopt de gemeente geen risico’s wanneer ze zonder toestemming van de deurwaarder, ambtshalve de beslagvrije voet juist toepast. Mocht de schuldeiser de gemeente hiervoor dagvaarden, dan is er immers geen schade, want de beslagvrije voet is juist toegepast (vergelijk: Rb Gelderland 13 mei 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3735).
Kortom: bescherm inwoners bij het waarborgen van het bestaansminimum en pas de 5%-regel actief toe.


Terugwerkende kracht aanpassen
Wanneer de beslagvrije voet door een fout verkeerd is vastgesteld moet deze met terugwerkende kracht worden aangepast. Mocht de deurwaarder het geld niet meer op de derdengeldregeling hebben staan, dan zijn er twee mogelijkheden:

  • het teveel geïnde met de beslagafdracht in de toekomst verrekenen;
  • de schuldeiser aanspreken.

Hierover in een volgend artikel meer.


Meer informatie
- Rb Gelderland 13 mei 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3735
- Werkinstructie VNG en KBvG over BVV zonder vakantietoeslag
- Beslag op bijstand? Neem de minst bezwaarlijke weg!


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn