Bank moet ook bij fraude beheer- en leefgeldrekening verstrekken

Bron: André Moerman
uur

Wanneer je vanwege schulden bij de bank of fraude met de bankrekening geen rekening kunt openen, kun je onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een basisbankrekening. Deze moet je volgens een convenant aanvragen bij de bank waar je het laatst hebt gebankierd. Voor bewindvoerders is deze regel onuitvoerbaar omdat zij voor de beheer- en leefgeldrekeningen een zakelijke overeenkomst hebben gesloten met één of twee banken. Het is ondoenlijk en onbetaalbaar om dit met alle banken te doen. De Rechtbank Amsterdam oordeelt dat het convenant basisbankrekening niet van toepassing is bij beschermingsbewind. De bank met wie de bewindvoerder een overeenkomst heeft gesloten, is ook bij fraude gehouden om een beheer- en leefgeldrekening beschikbaar te stellen.



Foto: Pexels, Pixabay


Basisbankrekening
Iedereen heeft een bankrekening nodig. Het is feitelijk onmogelijk om in Nederland zonder bankrekening te functioneren. De bank is echter in beginsel vrij om zelf te beslissen aan wie ze een betaalrekening verstrekken. Zo wordt altijd gecontroleerd of je op de zwarte lijst staat, het Extern Verwijzingsregister (EVR). Op deze lijst kom je te staan bij vermoedens van fraude. Daarvan is bijvoorbeeld sprake bij een ‘geldezel’ of ‘katvanger’ die de pinpas en pincode beschikbaar heeft gesteld aan criminelen, of het verstrekken van onjuiste informatie bij een kredietaanvraag. Afhankelijk van de ernst van het incident duurt de registratie in EVR maximaal acht jaar.
Ook een negatieve codering bij Bureau Kredietregistratie kan voor de bank reden zijn om geen bankrekening beschikbaar te stellen.

Vanwege de noodzaak van een bankrekening is wettelijk geregeld dat iedereen in beginsel recht heeft op een basisbankrekening (zie over de basisbetaalrekening art. 4:71f t/m 4:71j Wft). Deze basisbankrekening is een betaalrekening waarop je niet rood kunt staan.
Banken hebben onderling afgesproken dat deze basisbankrekening aangevraagd moet worden bij de bank waar betrokkene het laatst heeft gebankierd. De bank kan in het geval van fraude de voorwaarde stellen dat de aanvraag medeondertekend moet worden door een erkende hulpverleningsinstantie en dat de betaalrekening door deze hulpverleningsinstantie wordt beheerd. Deze laatste voorwaarde leidt er in de praktijk toe dat je dan meestal aangewezen bent op een bewindvoerder die de bankrekening beheert. Zelfs als er geen directe grond voor beschermingsbewind is, kan het niet kunnen openen van een bankrekening aanleiding zijn om het bewind in te stellen (ECLI:NL:RBOVE:2020:2854).

Op de website ‘basisbankrekening’ is een lijst te vinden van erkende hulpverleningsinstanties. Professioneel bewindvoerders zijn ook erkend.


Het geschil
Om het beschermingsbewind uit te voeren is een beheer- en leefgeldrekening nodig. Ieder bewindvoerderskantoor heeft hiervoor een overeenkomst gesloten met een bepaalde bank waarin afgesproken is dat de bank deze rekeningen beschikbaar stelt. In de praktijk ontstaat een probleem wanneer betrokkene vanwege fraude gesignaleerd staat in het Extern Verwijzingsregister. De bank verwijst dan op basis van het convenant basisbankrekening naar de bank waar betrokkene het laatst gebankierd heeft.

Een bewindvoerder (LC Bewindvoering) ondervond dit probleem bij de Rabobank. De bank wilde geen leefgeldrekening openen met als belangrijkste argument dat dan het risico aanwezig is dat ze na beëindiging van het bewind als laatste bank onder het convenant wordt aangemerkt waardoor ze dan een basisbankrekening moeten openen. Hierdoor heeft de Rabobank opnieuw een klant met een fraudeverleden in haar systemen.

De bewindvoerder heeft deze kwestie voorgelegd aan de rechter waarbij gevorderd wordt:

  • Een verklaring voor recht dat de Rabobank gehouden is in opdracht van LC Bewindvoering voor haar cliënten een beheer- en leefgeldrekening te openen;
  • Een veroordeling van de Rabobank om per ommegaande, althans binnen één week na betekening van het vonnis, in opdracht van LC Bewindvoering een leefgeldrekening te openen ten behoeve van haar cliënten de heren X en Y, al dan niet onder de voorwaarde dat genoemde rekeningen zullen worden opgeheven wanneer het beschermingsbewind over de goederen van voornoemde cliënten wordt opgeheven, op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00;
  • Veroordeling van de Rabobank in de kosten.

 

De beoordeling

Partijen zijn verdeeld over de vraag of Rabobank jegens LC Bewindvoering gehouden is om desgevraagd een beheer- en leefgeldrekening voor de cliënten van LC Bewindvoering te openen. Vast staat dat Rabobank – volgens haar onverplicht – inmiddels een beheerrekening voor X en Y heeft geopend.

LC Bewindvoering heeft, als erkende hulpverleningsinstantie, tot doel om de financiële belangen te behartigen van één of meer cliënten waarvoor zij bij rechterlijke uitspraak tot bewindvoerder is benoemd. De bewindvoerder is op grond van artikel 1:436, vierde lid BW verplicht zo spoedig mogelijk een rekening te openen bij een financiële onderneming die in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen ingevolge de Wet op het financieel toezicht. De bewindvoerder is verplicht van deze speciale rekening zoveel mogelijk gebruik te maken. Hij mag deze rekening niet gebruiken voor financiële handelingen die met de bewindvoering geen verband houden. De bewindvoerder dient aldus zijn taak als goed bewindvoerder te verrichten. Schiet hij daarin tekort, dan is hij op grond van artikel 1:444 BW jegens de rechthebbende aansprakelijk, tenzij de tekortkoming hem niet kan worden toegerekend.

LC Bewindvoering heeft ter uitvoering van haar wettelijke taak een Mantelovereenkomst met Rabobank gesloten, op grond waarvan Rabobank gehouden is om haar verzoek op naam van een cliënt, waarvoor LC Bewindvoering bij rechterlijke uitspraak tot bewindvoerder is benoemd, één of meer rekeningen te openen. LC Bewindvoering is een klein bewindvoerderskantoor met een zeer specifieke doelgroep van onderbewindgestelden. Indien LC Bewindvoering een zakelijke (mantel)overeenkomst dient te sluiten met elke in Nederland gevestigde bank om zodoende haar toezichthoudende werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten voor al haar cliënten, zal zij de daarbij behorende zakelijke tarieven niet kunnen dragen. LC Bewindvoering heeft op de zitting onbetwist verklaard dat de bankkosten van ongeveer € 50,00 per bank per maand, in schril contrast staan met de wettelijk vastgestelde vergoeding van een paar euro per cliënt per maand die een beschermingsbewindvoerder ontvangt voor de werkzaamheden die hij voor zijn cliënten verricht. Van LC Bewindvoering kan daarom niet worden verwacht dat zij met elke in Nederland gevestigde bank zakelijke relaties aangaat om zodoende haar primaire taak, de financiële belangenbehartiging van haar cliënten, te kunnen vervullen en aan haar zorgplicht te kunnen voldoen. Voor een goede uitvoering van haar taak als bewindvoerder is het nodig dat de beheer- en leefgeldrekening bij één en dezelfde bank lopen. LC Bewindvoering heeft immers geen toegang tot de bij andere banken lopende bankrekeningen van de onderbewindgestelden en wekelijkse contante afdracht van leefgeld kost de bewindvoerder zoveel tijd dat de vergoeding per onderbewindgestelde ontoereikend is.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Rabobank, op grond van de Mantelovereenkomst en gezien het bepaalde in artikel 1:436, vierde lid BW, gehouden is op verzoek van LC Bewindvoering en voor de duur van het bewind een beheer- en leefgeldrekening te openen voor haar cliënten wier goederen in de zin van Boek 1 BW onder bewind zijn gesteld door de kantonrechter. Deze verplichting geldt ook indien de cliënt al een basisbankrekening als bedoeld in het Convenant bij een andere bank heeft lopen. Nu deze beheer- en leefgeldrekeningen niet onder het Convenant, maar uitsluitend op grond van de Mantelovereenkomst ten behoeve en voor de duur van het bewind worden geopend, wordt daarmee het risico weggenomen dat Rabobank wegens deze rekeningen als laatste bank in de zin van het Convenant wordt aangemerkt, met alle gevolgen van dien. Deze uitkomst, die ter zitting met partijen is besproken, doet recht aan een ieders hiervoor overwogen belangen.

De rechtbank geeft Rabobank nog in overweging dat de mate van controleerbaarheid voor de bewindvoerder enorm zou verbeteren indien Rabobank zou bewerkstelligen dat geldstromen naar de leefgeldrekening uitsluitend vanaf de beheerrekening mogelijk zijn, de zogenaamde “gesloten” leefgeldrekening.

Conclusie
De gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen zoals hierna vermeld. Rabobank zal tevens worden veroordeeld om op verzoek van LC Bewindvoering voor de duur van het bewind een leefgeldrekening te openen ten behoeve van haar cliënten de heren X en Y. Gezien de coöperatieve houding van Rabobank zal aan deze verplichting geen dwangsom worden verbonden.

Proceskosten
Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat ieder de eigen proceskosten draagt in deze en alle eventueel volgende instanties, aangezien sprake is van een principiële zaak die bovendien bedoeld is om alle banken en bewindvoerders in beweging te krijgen om een regeling te ontwerpen die – in deze tijd en gelet op de huidige wet- en regelgeving – beter dan het Convenant recht doet aan alle betrokken belangen. De rechtbank zal de proceskosten daarom compenseren.


De beslissing
De rechtbank

verklaart voor recht dat Rabobank onder de Mantelovereenkomst gehouden is op verzoek van LC Bewindvoering voor haar cliënten, wier goederen in de zin van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek onder bewind zijn gesteld door de kantonrechter, voor de duur van het bewind een beheer- en leefgeldrekening te openen,

veroordeelt Rabobank om onder de Mantelovereenkomst per ommegaande, althans binnen één week na betekening van het vonnis, op verzoek van LC Bewindvoering een leefgeldrekening te openen voor de duur van het bewind ten behoeve van haar cliënten de heren X en Y,

compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt

 

De rechtbank Midden-Nederland oordeelt anders. Zie:
Rechtbank Midden-Nederland, 17 maart 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1028 



Meer informatie
- Geldezel (slachtofferhulp)
- Basisbankrekening, een betaalrekening voor iedereen
- IVR/EVR-registratie
- Rb Amsterdam 15 december 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7131
- Rb Overijssel 21 augustus 2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:2854
- Achtergrondinfo bewind en curatele


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn