AnderZorg dagvaardt verzekerde voor achterstand van 14 cent

Bron: André Moerman
uur

Een verzekerde moest het eigen risico van € 329,14 aan AnderZorg (onderdeel van Menzis) betalen. De verzekerde verzuimt € 0,14 en rente te betalen, met verhoging van incassokosten tot gevolg. AnderZorg, bijgestaan door deurwaarder LAVG dagvaardt betrokkene. De kantonrechter Den Haag maakt korte metten: de vordering is weliswaar rechtmatig maar niet fatsoenlijk. De vordering wordt bij verstek toegewezen maar de kosten worden afgewezen. Grote vraag is nu: gaat LAVG dit vonnis nog officieel aan betrokkene overhandigen en daarmee de vordering alsnog met kosten verhogen?





Wat vooraf ging

AnderZorg vordert, bijgestaan door LAVG, de veroordeling van X tot betaling van € 52,76, vermeerderd met de wettelijke rente over € 0,14 vanaf 28 maart 2019 en met de proceskosten.
X heeft bij AnderZorg een zorgverzekering afgesloten waarvoor een eigen risico geldt. AnderZorg heeft in 2018 een bedrag van € 329,14 aan medische kosten voor X betaald die onder het eigen risico vielen. LAVG heeft X op 27 december 2018 tot betaling van dit bedrag aangemaand (de veertiendagenbrief). X heeft € 329 betaald.
AnderZorg dagvaardt betrokkene voor een bedrag van € 0,14 verhoogd met incassokosten van € 48,40 en op wettelijke rente van € 4,22.


De kantonrechter oordeelt als volgt
Nu tegen gedaagde verstek is verleend, dient beoordeeld te worden of de vordering de kantonrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Dat is niet het geval, zodat de vordering op de hieronder te noemen wijze zal worden toegewezen.

Dat de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, betekent niet dat de vordering van € 0,14 de kantonrechter ook fatsoenlijk voorkomt. De kantonrechter kan eiseres weliswaar niet het recht ontzeggen om een dergelijk gering bedrag in rechte te vorderen, maar dat laat onverlet dat het voeren van een gerechtelijke procedure, voor de inning van een objectief gezien zeer gering bedrag niet is bedoeld, mede gelet op de belasting van het gerechtelijk systeem.

Het voorgaande brengt met zich dat de in de veertiendagenbrief van 27 december 2018 aangezegde en in onderhavige procedure gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. Gedaagde heeft immers de facto voldaan aan de aanmaning van de gemachtigde van eiseres door na het ontvangen van de veertiendagenbrief en vóór het uitbrengen van de dagvaarding het overgrote deel (ad € 329,-) van het verschuldigde bedrag te voldoen.

Nu de buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen zal eiseres als grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagde.


De beslissing

De kantonrechter:

  1. veroordeelt gedaagde om tegen bewijs van kwijting aan de eiseres te betalen de som van € 4,36 vermeerderd met de wettelijke rente over € 0,14 vanaf 28 maart 2019 tot de dag der voldoening;

  2. veroordeelt eiseres in de kosten van deze procedure aan de zijde van de gedaagde, tot aan deze uitspraak, begroot op nihil;

  3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

  4. wijst af het meer of anders gevorderde.


Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Derijks, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2019.


Naschrift
De kantonrechter wijst terecht de gevorderde kosten af, maar kon helaas niet anders dan de zeer lage vordering wel toewijzen. Het is te hopen dat LAVG dit vonnis niet ook nog eens officieel aan betrokkene gaat overhandigen (betekenen) waardoor de vordering alsnog met € 95,29 aan kosten wordt verhoogd.
Opmerkelijk is ook dat AnderZorg als onderdeel van Menzis dit laat gebeuren. Menzis heeft immers het ethisch manifest van de schuldeiserscoalitie ondertekend. Er is nog veel werk aan de winkel.


Meer informatie
- Rb Den Haag 15 mei 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:5000
- Achtergrondinfo deurwaarderskosten


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn