Afsluiten water gaat zomaar niet

Bron: André Moerman
uur

Sinds 1 juni 2012 geldt een speciale regeling waarbij mensen met een schuld bij het waterbedrijf extra worden beschermd. Water behoort tot de eerste levensbehoefte en is noodzakelijk om gezond te kunnen leven. Bovendien hebben waterbedrijven een monopoliepositie. De regeling stelt een aantal extra voorwaarden waaraan het waterbedrijf moet voldoen om af te kunnen sluiten. Niet vrijblijvend, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank wees een vordering tot onderbreking van de waterlevering af, omdat niet aan de regeling werd voldaan.




Regeling afsluitbeleid
Op basis van art. 9 van de Drinkwaterwet is de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van drinkwater tot stand gekomen. Volgens deze regeling moeten waterbedrijven de volgende procedure hanteren (geldt per 1 juni 2012):

Schriftelijke herinnering
Het waterbedrijf zendt minimaal een keer een schriftelijke herinnering. In deze herinnering:

  • wijst het waterbedrijf op de mogelijkheid van schuldhulpverlening;
  • biedt het waterbedrijf aan om met schriftelijke toestemming van betrokkene zijn gegevens aan een instantie voor schuldhulpverlening te verstrekken;
  • wijst het waterbedrijf er op dat ze, met een medische verklaring, niet tot afsluiting over zal gaan (zie verderop).

Persoonlijk contact
Het waterbedrijf moet zich inspannen om in persoonlijk contact met betrokkene te treden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen en om nogmaals te wijzen op de mogelijkheid van schuldhulpverlening.

Gegevensverstrekking
Indien betrokkene niet heeft gereageerd op het aanbod om de gegevens aan een instelling voor schuldhulpverlening te verstrekken, kan het waterbedrijf ook zonder toestemming de gegevens aan een instantie voor schuldhulpverlening verstrekken.

Kwetsbare consument

Wanneer de debiteur een verklaring overlegt van een arts (niet de behandelend arts), die inhoudt dat afsluiting ernstige gezondheidsrisico's tot gevolg zal hebben, dan geldt een afsluitverbod c.q. heraansluitverplichting.


Uitspraak rechtbank Amsterdam
De rechtbank Amsterdam kreeg een vordering van Waternet voorgelegd waarbij, naast de hoofdsom en incassokosten, onderbreking van de waterlevering werd gevorderd. De rechtbank moest beoordelen of Waternet wel aan de hierboven vermelde regeling afsluitbeleid heeft voldaan. Samengevat komt de rechtbank tot de volgende beoordeling.


Beoordeling
Anders dan Waternet stelt is niet gebleken dat in de aanmaningen van Waternet is opgenomen de aan een herinnering c.q. aanmaning gestelde eisen als opgenomen in artikel 3 onder 2 van de Regeling. Gesteld noch gebleken is dat Waternet een huisbezoek heeft afgelegd als bedoeld in artikel 4 van de Regeling. Weliswaar heeft Waternet één huisbezoek afgelegd, in oktober 2013, waarin gedaagde is aangetroffen, echter nergens in het rapport is opgenomen dat de in artikel 4 opgenomen onderwerpen zijn besproken en daarbij is een bezoek in 2013 naar het oordeel van de kantonrechter te lang geleden, zelfs indien is voldaan aan de voorwaarden van artikel 4, om thans over te gaan tot afsluiting.

Gesteld noch gebleken is dat Waternet de procedure heeft gevolgd als beschreven in voormelde artikelen 3 en 4 van de Regeling waar zij aan gebonden is. Een enkele verwijzing naar deze regeling zonder nadere toelichting over de invulling daarvan door Waternet voldoet niet.
De vordering die betrekking heeft op het onderbreken van de drinkwaterlevering zal worden afgewezen.

Daarbij komt dat vast staat dat gedaagde getracht heeft door middel van budgetbeheer via de stichting CAV te komen tot het saneren van zijn slechte financiële positie. Vóór dagvaarding is Waternet hierop gewezen, waarop zij heeft meegedeeld slechts mee te willen werken aan een schuldsaneringsregeling. De kantonrechter begrijpt deze stelling aldus dat Waternet daarmee bedoelt de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de WSNP dan wel een bewindvoering als bedoeld in artikel 1:431 BW. De stichting CAV valt echter onder het begrip schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 1b van de Regeling. Derhalve heeft Waternet niet op goede gronden geweigerd in te gaan op een oplossing buiten rechte nu gedaagde zich voorzien had van budgetbeheer, c.q. ondersteuning als bedoeld in voornoemd artikel. Van de drie dossiers van Waternet die bij de deurwaarder waren aangebracht zijn er twee buiten rechte afgewikkeld door middel van volledige betaling, via bemiddeling van CAV. Thans is na dagvaarding in ieder geval een bedrag van € 25,00 betaald via CAV om deze vordering eveneens op termijn te voldoen.

De kantonrechter ziet gelet op het handelen van (de gemachtigde van) Waternet aanleiding om de kosten van de procedure te compenseren als hierna te melden.


Beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt gedaagde tot betaling aan Waternet van:

  • € 373,17 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 december 2016 tot aan de voldoening;

  • € 55,98 aan buitengerechtelijke kosten;

  • € 6,61 aan rente;

compenseert de proceskosten in dier voege dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;

verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders gevorderde (w.o. afsluiting van water) af.


Meer informatie
- Rb Amsterdam 28 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:2577
- Regeling afsluitbeleid voor kleinverbuikers van drinkwater
- Achtergrondinfo energie- en waterschulden


Zie ook
- Rb Almelo 30 oktober 2012, ECLI:NL:RBALM:2012:BY2268
- Rb Maastricht 12 december 2012, ECLI:NL:RBMAA:2012:BY9283
- Rb Amsterdam 27 september 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:6607


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn