Beslag inkomen

Beslag overig

Vaste lasten

Schulden overheid

Kosten van schulden

Hulp bij schulden

Overige info

Klachten

Voorbeeldbrieven

Rekenprogramma

Nieuwsbrief

Maandelijks afdragen zonder aflossen (deel 1)

Bron: André Moerman
uur

Bij beslag op een minimumuitkeringen van het UWV valt alleen het vakantiegeld onder het beslag. Er wordt maandelijks niet aan de deurwaarder afgedragen. Vanaf januari 2022 is dit ineens bij veel mensen gewijzigd. Door een kleine stijging van de uitkering, bij gelijkblijvende beslagvrije, wordt maandelijks een paar euro aan de deurwaarder afgedragen. Niet zonder consequenties, want het innen van het geld kost ook geld. Tegenover vier euro afdragen aan de deurwaarder staat afhankelijk van het aantal beslagleggers minimaal dertien euro aan kosten, waarbij de deurwaarder bij de debiteur niet meer in rekening brengt dan de opbrengst (in dit geval vier euro). Er wordt niets afgelost, de debiteur heeft minder te besteden (zakt onder het bestaansminimum) en de deurwaarder maakt voor de inning hogere kosten dan dat hij vergoed krijgt. Dat moet anders!

Maandelijks aflossen zonder afdragen


Uitkering lager dan beslagvrije voet
Wanneer de deurwaarder beslag op een minimumuitkering van het UWV legt, meestal aangevuld met een uitkering op basis van de Toeslagenwet, is de berekende beslagvrije voet iets hoger dan de netto uitkering. Dit heeft tot gevolg dat het UWV maandelijks niet zal afdragen aan de deurwaarder. Wel valt het vakantiegeld onder het beslag, waarbij rekening moet worden gehouden dat in de maanden waarin het vakantiegeld is opgebouwd, de uitkering lager was dan de beslagvrije voet.


Per 1 januari ineens afdragen
Door de stijging van het sociaal minimum per 1 januari 2022 is de minimumuitkering van het UWV wel net iets hoger dan de beslagvrije voet die eerder in 2021 is vastgesteld. Zie als voorbeeld de volgende specificatie:

In dit voorbeeld wordt er vanaf januari 2022 maandelijks € 3,86 afgedragen. Vanaf 1 juli 2022 zal dit bedrag verder oplopen.

Je zou wellicht verwachten dat de beslagvrije voet ook mee zou gaan met de stijging van het sociaal minimum, maar dat is niet helemaal het geval. De beslagvrije voet wordt namelijk in beginsel één keer per twaalf maanden vastgesteld. Het hiervoor vermelde voorbeeld is in oktober 2021 beslag gelegd. Dit betekent dat er uiterlijk binnen twaalf maanden een herberekening moet plaatsvinden. Het sociaal minimum wijzigt echter doorgaans per 1 januari en 1 juli.
Vanuit de deurwaarder bezien is een herberekening van eens per 12 maanden begrijpelijk. Het is bewerkelijk. Betekent echter wel dat debiteuren een deel van de periode onder het bestaansminimum terechtkomen. Bovendien ontstaat er met de inning van deze kleine bedragen een ander probleem: de maandelijkse kosten van inning en verdeling zijn hoger dan de opbrengst.


Kosten van inning en verdeling
Wanneer één of meer schuldeisers beslag op inkomen leggen, is de deurwaarder met het oudste beslag belast met de inning en verdeling van de opbrengst. Hiervoor brengt deze deurwaarder maandelijks, bij ontvangst van een bedrag, kosten in rekening. Zie de volgende tabel.

Bij één beslaglegger bedragen de kosten € 13,34 per maand en bij vier beslagleggers bedragen de kosten € 37,05 excl. btw per maand.
Wanneer de schuldeiser niet btw-plichtig is en de btw dus niet kan verrekenen worden de kosten verhoogd met btw. Wanneer drie van de vier schuldeisers niet btw-plichtig zijn wordt 3/4 van de kosten verhoogd met btw.
 

Kosten hoger dan opbrengst
De kosten voor inning en verdeling moeten uit de opbrengst worden voldaan. Dit betekent dat de deurwaarder voor de inning en verdeling maandelijks niet meer in rekening kan brengen, dan dat er geïnd wordt. Zie ook de ‘Bestuursregel beslag op vorderingen’ (toelichting art. 8:2) van de KBvG.

Dit betekent dat in het hiervoor vermelde voorbeeld € 3,86 bij de debiteur in rekening wordt gebracht. Een werkwijze met veel nadelen:

  • er wordt niets afgelost;
  • de debiteur heeft minder te besteden (zakt onder het bestaansminimum);
  • de deurwaarder maakt voor de inning hogere kosten dan dat hij vergoed krijgt.

Het is dus in ieders belang dat hier een oplossing voor komt.


Een drietal opties
Er zijn een aantal mogelijkheden denkbaar om dit probleem tegen te gaan.

Optie 1: Beslagvrije voet indexeren
Zoals hiervoor beschreven wordt de beslagvrije voet in beginsel één keer per twaalf maanden door de deurwaarder vastgesteld. Aan de hand van informatie uit de Basisregistratie personen en de Polisadministratie wordt de beslagvrije voet berekend. Het sociaal minimum wijzigt echter doorgaans per 1 januari en 1 juli. De beslagvrije voet is dan vanaf die deze datum dus eigenlijk te laag.
Dit kan verholpen worden door in de wet te regelen dat de beslagvrije voet, met eenzelfde factor als de bijstandsuitkering geïndexeerd wordt. De werkgever of uitkeringsinstantie bij wie beslag is gelegd moet de beslagvrije voet per januari en 1 juli met een percentage verhogen.
Voordeel van deze optie is dat niet alleen de afdracht van ‘kruimelbedragen’ wordt voorkomen, maar ook dat het bestaansminimum bij beslag beter gewaarborgd wordt. Nadeel is dat hier een wetswijziging voor nodig is en dat de derde-beslagene een extra taak krijgt.

Optie 2: kruimelbedragen jaarlijks afdragen
Het UWV en de SVB worden verzocht om op verzoek van de deurwaarder ‘kruimelbedragen’ jaarlijks in plaats van maandelijks af te dragen.
Voordeel is dat hier geen wetswijziging voor nodig is en dat alleen het UWV en de SVB en niet alle derde-beslagenen hun werkwijze hoeven aan te passen.

Optie 3: beslag voorwaardelijk opschorten tot dat vakantiegeld uitbetaald wordt
Het UWV en de SVB worden verzocht om op verzoek van de deurwaarder het beslag op te schorten tot het moment dat het vakantiegeld wordt uitbetaald. Ook hier is geen wetswijziging voor nodig. Bijkomend voordeel is dat de debiteur niet onder het bestaansminimum terechtkomt.


Verzoek aan deurwaarder
De debiteur kan ook aan de deurwaarder vragen om kruimelbedragen jaarlijks te laten afdragen (optie 2) of het beslag voorwaardelijk op te schorten tot dat vakantiegeld uitbetaald wordt (optie 3). Je zou eigenlijk ook van de deurwaarder moeten kunnen verwachten dat deze werkwijze ambtshalve wordt toegepast. Dit soort kleine bedragen maandelijks innen is immers nadelig voor iedereen. Het ‘zomaar’ door laten lopen is dan ook mogelijk tuchtrechtelijk laakbaar.




Beslag op bijstandsuitkering
Het probleem doet zich overigens niet voor bij beslag op een bijstands-, IOAW- en IOAZ-uitkering. Per 1 januari 2022 is in de wet geregeld dat de beslaglegger bij beslag op de deze uitkeringen een beslagvrije voet van 95% van de toepasselijke bijstandsnorm in plaats van een vast bedrag aan de uitkeringsinstantie moet doorgeven. Dit betekent dat bij verhoging van de bijstandsnorm automatisch de beslagvrije voet wordt aangepast.

Bij gemeenten doet zich wel een ander probleem voor. Veel gemeenten dragen maandelijks 5% af in plaats van het vakantiegeld. Dit heeft tot gevolg dat de debiteur veel meer kosten kwijt is vanwege de maandelijkse kosten voor inning en verdeling. Mag de gemeente zelf kiezen of ze maandelijks of het vakantiegeld aan de deurwaarder afdraagt? Of is de gemeente vanwege de kosten die de deurwaarder in rekening brengt gehouden jaarlijks af te dragen? Deze vragen komen aan de orde in een tweetal proefprocedures die vanuit Schuldinfo bij de rechtbank Rotterdam en bij de rechtbank Noord-Holland wordt gevoerd. Zie hier voor meer info….


N.a.v. dit artikel zijn Kamervragen gesteld. Download ze hier.

Zie ook: Maandelijks afdragen zonder aflossen (deel 2)

Meer informatie
- Voorbeeldbrief: maandelijks beslagafdracht zonder aflossen
- Bestuursregel beslag op vorderingen’ (toelichting art. 8:2)
- Beslag op bijstand? Neem de minst bezwaarlijke weg!
- Achtergrondinfo executiekosten


<< Nieuwsoverzicht