Wat vooraf ging
Betrokkene ontvangt een arbeidsongeschiktheidsuitkering ad. € 1510 netto per maand. Vanwege een beslag door de zorgverzekeraar wordt er slechts € 1275 per maand uitbetaald.
De bewindvoerder heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor intakekosten en maandelijkse kosten voor beschermingsbewind. De gemeente Achtkarspelen heeft de draagkracht berekend op basis van het inkomen ad. € 1275 dat na beslag wordt uitbetaald, aangezien dit het bedrag is waar betrokkene feitelijk over kan beschikken. Maar omdat het loonbeslag volgens het college het gevolg is ven een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, is het recht op bijzondere bijstand afgestemd door deze lager vast te stellen op basis van een fictieve draagkrachtberekening, al zou er geen loonbeslag zijn gelegd.
De bewindvoerder heeft beroep aangetekend en de rechtbank Noord-Nederland oordeelt als volgt:
Beoordeling
4.5 De rechtbank stelt vast dat de CRvB bij uitspraak van 28 maart 2006 heeft geoordeeld dat niet kan worden gezegd dat wordt beschikt of redelijkerwijs kan worden beschikt over een inkomen voor zover daarop executoriaal beslag is gelegd. Uit de uitspraak van de CRvB van 14 februari 2017 kan volgens de rechtbank niet worden afgeleid dat daarmee is beoogd af te wijken van de tot dan toe gehanteerde lijn in de jurisprudentie. Voorts stelt de rechtbank vast dat uit de uitspraak van de CRvB van 24 februari 2009 volgt dat bij een ongenoegzaam besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan bij de berekening van draagkracht geen rekening hoeft te worden gehouden met een gelegd beslag.
5. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gezegd dat eiser door een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid niet beschikt of redelijkerwijs niet kan beschikken over zijn gehele inkomen. De rechtbank overweegt daartoe dat een deel van eisers inkomen door de beslaglegging wordt besteed aan de aflossing van een schuld bij Friesland Zorgverzekeraar B.V. In tegenstelling tot verweerder is de rechtbank van oordeel dat de uitspraak van de CRvB van 24 februari 2009 niet vergelijkbaar is met de zaak van eiser, nu de betrokkene in die uitspraak, in tegenstelling tot eiser, door eigen toedoen zijn schulden heeft laten oplopen. Immers de verbeurte van een dwangsom was in die zaak het gevolg van het door die betrokkene niet voldoen aan een rechterlijke beschikking en vonnis. Naar het oordeel van de rechtbank is deze situatie anders de schuld van eiser door het niet voldoen van de door hem (vaststaande) verschuldigde zorgpremie aan Friesland Zorgverzekeraar B.V.
Meer informatie
- Rb Noord-Nederland 18 februari 2019, zaaknummer: LEE 18/3341
- Rb Oost-Brabant 21 december 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:6393
- Bijzondere bijstand als vangnet, ook bij loonbeslag!