Onnodig bankbeslag voorkomen
In het verleden kwam het veelvuldig voor dat een deurwaarder beslag onder een bank legde en vervolgens van de bank te horen kreeg dat de debiteur daar niet bankiert. De kosten van een mislukt bankbeslag, zo’n 280 euro, komen voor rekening van de debiteur.
Om deze onnodige beslagen te voorkomen is per 1 januari 2021 geregeld dat de deurwaarder, voordat het ‘dure beslag’ wordt gelegd, aan de bank kan vragen of zij geldmiddelen van de debiteur onder zich hebben. Banken zijn verplicht om deze informatie te verstrekken en mogen de debiteur hier (uiteraard) niet over informeren.
Kosten informatieverzoek
De deurwaarder brengt bij de debiteur voor het informatieverzoek 85 euro aan kosten in rekening. Wanneer de schuldeiser niet btw-plichtig is en dus de btw niet kan verrekenen (zoals verzekeraars, verhuurders, medische beroepen, de overheid) worden de kosten met 21% verhoogd. De kosten bedragen dan 103 euro.
De kosten van het informatieverzoek mogen niet per bank in rekening worden gebracht. Het betreft een totaaltarief voor alle informatieverzoeken die de deurwaarder in één casus doet.
Informatie is nodig voor ambtshandeling
De bevoegdheid om bij banken informatie in te winnen maakt deel uit van de ambtshandeling om bankbeslag te kunnen leggen. De informatie wordt immers gebruikt om bij de juiste bank bankbeslag te kunnen leggen.
Het is goed vergelijkbaar met beslag op een periodiek inkomen. Ter voorbereiding kan de deurwaarder eerst informatie inwinnen bij de werkgever of uitkeringsinstantie of en hoeveel betrokkene aan inkomen krijgt, of er al beslag ligt e.d. Wanneer de deurwaarder hiervoor een derde inschakelt mag de deurwaarder op basis van art. 9 Btag bij de debiteur verschotten in rekening brengen. In de praktijk maakt de deurwaarder gebruik van Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders (SNG). SNG brengt voor het informatieverzoek € 2,63 in rekening. Deze verschotten mogen overigens alleen bij de debiteur in rekening worden gebracht wanneer het beslag uiteindelijk wordt gelegd. Zie meer info.
Afzonderlijk tarief
Ondanks dat de informatie bedoeld is om bankbeslag te kunnen leggen en het in feite met deze ambtshandeling samenhangende voorbereidende werkzaamheden zijn, heeft de wetgever vreemd genoeg een apart tarief geïntroduceerd. In plaats van een vergelijkbare oplossing als bij loonbeslag te kiezen waarvoor € 2,63 wordt gerekend, wordt er nu 85 euro in rekening gebracht.
Er is voor dit tarief aansluiting gezocht bij het tarief dat geldt voor een informatieverzoek op basis van een Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (EAPO). Dit is echter een geheel andere regeling dan het informatieverzoek dat met de wetswijziging mogelijk is gemaakt.
De EAPO-verordening maakt het mogelijk dat een schuldeiser uit een van de Europese lidstaten bij de rechter vraagt om conservatoir beslag te mogen leggen op banktegoeden in andere lidstaten. Wanneer de schuldeiser niet weet waar de debiteur bankiert kan hij de rechter tevens vragen om een bevel om rekeninginformatie in te winnen. In Nederland is de deurwaarder degene die dit bevel moet uitvoeren door bij de banken informatie in te winnen. De deurwaarder verstrekt deze vervolgens aan het gerecht. Het betreft hier dus de ten uitvoerlegging van een afzonderlijke executoriale titel. Dit maakt de handeling die de deurwaarder moet verrichten een afgeronde ambtshandeling. Hiervoor geldt ook de ministerieplicht. De deurwaarder kan dit niet weigeren. Hier geldt terecht een apart tarief voor.
De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) heeft bij de totstandkoming van de regeling er op gewezen dat er geen apart tarief voor dit soort informatieverzoeken moet komen en dat een apart tarief risico’s met zich meebrengt. De wetgever heeft hier niets mee gedaan.
Risico’s
De invoering van een apart tarief voor informatieverzoeken brengt het risico op misbruik met zich mee:
- De kosten mogen al in rekening worden gebracht wanneer bij één bank om informatie is verzocht. Er is niet geregeld hoe grondig de informatie-inwinning moet plaatsvinden.
- Er hoeft niet persé vervolgens bankbeslag te worden gelegd om deze kosten in rekening te kunnen brengen. De kosten kunnen ook worden gemaakt zonder dat de intentie is om bankbeslag te leggen.
- Het is voor de debiteur niet duidelijk wanneer een informatieverzoek heeft plaatsgevonden en wanneer er kosten in rekening zijn gebracht. Normaal gesproken moeten de kosten van de deurwaarder aan de voet van het exploot worden vermeld. Maar omdat deze kosten niet aan een ambtshandeling zijn verbonden geldt dat hier niet voor. De kosten worden geboekt op de verzamelpost ‘overige executiekosten’. Deze kostenpost, die telkens hoger wordt, is volstrekt niet inzichtelijk voor de debiteur.
Zorgelijke signalen
Er zijn verschillende signalen uit het werkveld dat er deurwaarderskantoren zijn die het informatieverzoek standaard gebruiken wanneer een bankrekeningnummer ontbreekt. Uit het systeem wordt een Excelbestand geproduceerd met de namen van debiteuren van wie geen bankrekeningnummer bekend is. Het Excelbestand wordt naar een bank gestuurd met de vraag of deze debiteuren aldaar bankieren. Ondertussen worden in de dossiers de informatiekosten geboekt. Helemaal geen individuele afweging dus en ook maar zeer de vraag of er vervolgens bankbeslag wordt gelegd.
Het is moeilijk te controleren of deze signalen kloppen, maar als dit klopt dan is dat een zeer zorgelijke ontwikkeling: “Het informatieverzoek als bron van inkomen”. En het is dan ook heel snel verdiend. Een excel-bestand met 50 dossiers levert € 4250 op.
De regeling steekt zo in elkaar dat deze vorm van misbruik inderdaad mogelijk is. Uiteraard zal de tuchtrechter hier iets van vinden, maar dan moet het wel eerst aan het licht komen. Voor de individuele debiteur is het in feite niet zichtbaar dat de kosten zijn berekend.
Onderzoek BFT
Bureau Financieel Toezicht (BFT) die belast is met het toezicht op gerechtsdeurwaarders, zou hier wel onderzoek naar kunnen doen. BFT zou bij de banken de excel-bestanden kunnen opvragen om vervolgens bij de deurwaarderskantoren de dossiers te onderzoeken op vragen als:
- Heeft er een individuele afweging plaatsgevonden om bankbeslag te leggen?
- Was er een aanleiding om bankbeslag te leggen, bijvoorbeeld omdat beslag op inkomen niet mogelijk is?
- Is de schuldeiser gevraagd om de bankrekening (gratis informatie)?
- Zijn er meerdere banken bevraagd (was het een serieus onderzoek, dus niet slechts een verzoek bij een onbekende bank)?
- Wanneer het bankrekeningnummer bekend is geworden, is er daadwerkelijk bankbeslag gelegd?
Bij gesignaleerde onregelmatigheden kan BFT vervolgens een klacht indienen bij de Kamer voor gerechtsdeurwaarders.
Schrap het tarief voor informatieverzoeken
Zoals hiervoor betoogd is een apart tarief voor deze informatieverzoeken in strijd met het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders. In art. 1 Btag staat:
“De schuldenaarstarieven, vastgesteld bij of krachtens dit besluit dienen mede tot dekking van de rechtstreeks met de ambtshandeling samenhangende voorbereidende, uitvoerende en afrondende werkzaamheden die voor een goede verrichting van die ambtshandeling noodzakelijk zijn.”
De kosten voor het leggen van bankbeslag (€ 209,-) omvatten ook de voorbereidende werkzaamheden, dus ook het verzoek om informatie naar waar iemand bankiert. Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders is ervaren in het doen van elektronische informatieverzoeken bij uitkeringsinstanties, de belastingdienst e.d. en kan dit ook bij banken doen. Dat hoeft per verzoek slechts een paar euro te kosten, die vervolgens als verschotten in rekening mogen worden gebracht bij de debiteur. En dit mag alleen wanneer er ook daadwerkelijk bankbeslag wordt gelegd. Hierdoor ontstaat ook een transparante controleerbare regeling.
Dus wetgever, schrap het aparte tarief voor het verzoek om informatie bij de bank. Een andere mogelijkheid om misbruik tegen te gaan is dat de kosten alleen in rekening mogen worden gebracht bij de opdrachtgever. Dit kan door art. 11 Btag aan te passen.
Noodregeling KBvG
Zolang het aparte tarief voor informatieverzoeken niet door de wetgever is geschrapt, zou de Koninklijke Beroepsorganisatie voor Gerechtsdeurwaarders (KBvG) regels op kunnen stellen om zoveel mogelijk misbruik te voorkomen. Ik denk aan de volgende regeling:
- Het verzoek om informatie bij de banken mag alleen wanneer er daadwerkelijk een voornemen is om bankbeslag te leggen.
- Voorafgaand aan het informatieverzoek wordt eerst geprobeerd ‘gratis’ informatie te verzamelen door:
- in de eigen financiële administratie na te gaan of er bankgegevens bekend zijn, bijvoorbeeld vanwege een eerdere betalingsregeling, of in een ander dossier;
- aan de schuldeiser te vragen of deze over het bankrekeningnummer beschikt. - Het informatieverzoek moet bij vijf banken worden ingediend (het moet dus een serieus onderzoek zijn).
- Wanneer het bankrekeningnummer is verkregen moet er in beginsel daadwerkelijk bankbeslag worden gelegd. Wanneer om bepaalde redenen toch geen bankbeslag wordt gelegd wordt dit in het dossier toegelicht.
- Wanneer bankbeslag wordt gelegd, moet bij de overbetekening van dit beslag aan de debiteur vermeld worden dat het informatieverzoek heeft plaatsgevonden en welke kosten hiervoor in rekening zijn gebracht.
- Wanneer het informatieverzoek doel heeft getroffen maar er toch geen bankbeslag wordt gelegd, wordt de debiteur over het onderzoek en de in rekening gebrachte kosten per brief geïnformeerd.
- Wanneer het informatieverzoek geen doel heeft getroffen wordt de debiteur over het onderzoek en de in rekening gebrachte kosten per brief geïnformeerd.
Centraal bankenregister
Op lange termijn is de invoering van een centraal bankenregister een goede oplossing. Als de deurwaarder aan een centrale instantie mag vragen bij welke banken de debiteur bankiert en per bankinstelling verneemt wat het actuele saldo is, kan er doelgericht beslag worden gelegd. Hierdoor neemt de kans af dat er beslag gelegd wordt op een banksaldo dat niet boven het beslagvrij bedrag uitkomt. De debiteur wordt op deze wijze ook niet geconfronteerd met de kosten van zo’n doelloos beslag. Bovendien kan de debiteur die eigenlijk wel kan betalen, maar niet wil betalen ook gerichter aangepakt worden.
De kosten van het bevragen van het centraal bankenregister kunnen verdisconteerd worden in het tarief voor het te leggen bankbeslag of als een gering forfaitair bedrag aan verschotten in rekening gebracht worden bij de debiteur bij het leggen van dat bankbeslag.
Kamervragen
N.a.v. dit artikel zijn Kamervragen gesteld. Download ze hier.
Meer informatie
- Parlementaire geschiedenis: informatie opvragen bij een bank
- Achtergrondinfo deurwaarderskosten