Foto: Pixabay, Timusu
Situatie
Coolblue Energie is een bedrijf dat energiecontracten aanbiedt. Coolblue Energie laat een derde-partij voor al haar nieuwe klanten een kredietwaardigheidscheck uitvoeren. Op basis daarvan wordt al dan niet een borgsom van bepaalde hoogte gevraagd bij het afsluiten van een energiecontract.
Een man is de bewindvoerder van zijn vader die vanwege dementie onder bewind is gesteld. De man sluit bij Coolblue Energie een energiecontract af voor zijn vader. Dezelfde dag ontvangt de man een e-mail waarin een borgsom wordt gevraagd ter waarde van drie maandbedragen van het contract.
De man doet een inzageverzoek bij de derde-partij die het kredietonderzoek uitvoert. Daaruit blijkt dat ten aanzien van zijn vader een negatief advies is gegeven omdat hij voorkomt in het bewindregister.
Beoordeling
Het College stelt vast dat de vader vanwege zijn dementie bescherming kan ontlenen aan de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Die wet bepaalt dat een bedrijf zoals Coolblue Energie bij het aanbieden van energiecontracten geen onderscheid mag maken op grond van handicap of chronische ziekte.
Het College overweegt dat het laten uitvoeren van een kredietwaardigheidscheck in beginsel een neutrale handelwijze is omdat Coolblue Energie dit voor al haar nieuwe klanten doet. Toch is het College van oordeel dat de vader hiermee indirect wordt gediscrimineerd. Als gevolg van de handelwijze van Coolblue Energie worden onder bewind gestelde personen ten opzichte van anderen namelijk in het bijzonder getroffen. Hoewel personen om verschillende redenen onder bewind gesteld kunnen worden, staat vast dat de vader onder bewind staat vanwege zijn handicap of chronische ziekte. Dit volgt uit de beschikking van de rechtbank die staat in het openbare bewindregister. Het College ziet daarom een verband tussen het besluit van Coolblue Energie om een borgsom te vragen en de handicap of chronische ziekte van de vader.
Dat het kredietonderzoek door een derde-partij wordt uitgevoerd neemt niet weg dat Coolblue Energie de opdrachtgever is en daarmee verantwoordelijk. Het ligt in de macht van Coolblue Energie om het beleid aan te passen of de derde-partij opdracht te geven nader onderzoek te doen naar de reden voor het bewind. Coolblue Energie kan ook zelf het bewindregister raadplegen.
Omdat sprake is van indirect onderscheid beoordeelt het College of mogelijk sprake is van een reden die dit onderscheid kan rechtvaardigen (objectieve rechtvaardiging). In dat kader is het College met Coolblue Energie van oordeel dat het stellen van een borgsom op zich een passend middel is om een eventueel financieel risico te dekken. Het willen beperken van financiële risico’s is daarnaast een legitiem doel. Naar het oordeel van het College is het vragen van een borg in het geval van de vader echter niet noodzakelijk. Zijn geld wordt beheerd door zijn zoon die als bewindvoerder onder toezicht van de rechter staat. Coolblue Energie heeft daarom niet kunnen aantonen dat een daadwerkelijk financieel risico bestaat.
Het College concludeert dat geen sprake is van een objectieve rechtvaardiging. Dat betekent dat Coolblue Energie verboden onderscheid heeft gemaakt.
Oordeel
Coolblue Energie heeft verboden onderscheid gemaakt jegens een klant op grond van handicap of chronische ziekte.
N.a.v. deze uitspraak zijn Kamervragen gesteld. Lees ze hier.
Meer informatie