Beslag inkomen

Beslag overig

Vaste lasten

Schulden overheid

Kosten van schulden

Hulp bij schulden

Overige info

Klachten

Voorbeeldbrieven

Rekenprogramma

Nieuwsbrief

Bijzondere bijstand intakekosten opvolgend bewindvoerder

Bron: André Moerman
uur

De Hoge Raad heeft eerder bepaald dat bij een overstap naar een andere bewindvoerder bijvoorbeeld vanwege een vertrouwensbreuk, de opvolgend bewindvoerder de volledige intakekosten in rekening mag brengen. Maar heb je over deze kosten dan wel recht op bijzondere bijstand? Kan het college van B&W zelf beoordelen of de overstap al dan niet noodzakelijk is? Volgens de rechtbank Overijssel moet bij de beoordeling van de noodzaak aangesloten worden bij het oordeel van de kantonrechter om een bewindvoerder te ontslaan en een nieuwe bewindvoerder te benoemen.

Afbeelding: Mohamed Hassan, Pixabay


Wat er aan vooraf ging
Op 3 mei 2023 heeft X een verzoek ingediend bij de kantonrechter van de rechtbank Overijssel tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van Y tot opvolgend bewindvoerder. Betrokkene heeft hieraan ten grondslag gelegd dat ze een bewindvoerder dichterbij huis wil en meer persoonlijk contact. Haar doel is met Y als bewindvoerder te werken naar volledige zelfredzaamheid. Betrokkene heeft op de zitting bij de kantonrechter toegelicht dat ze bij het werken aan zelfredzaamheid onvoldoende ondersteuning heeft ervaren door haar bewindvoerder. Daarnaast laat betrokkene weten dat er zaken zijn voorgevallen waardoor ze haar vertrouwen in de bewindvoerder is kwijtgeraakt.
Het verzoek wordt gehonoreerd en er wordt een nieuwe bewindvoerder genoemd, waarbij de kantonrechter heeft bepaald dat de bewindvoerder onder meer voor haar (aanvangs)werkzaamheden forfaitaire tarieven ten laste van het vermogen van betrokkene mag brengen.

Op 21 september 2023 heeft de nieuwe bewindvoerder het college verzocht betrokkene bijzondere bijstand toe te kennen voor de kosten van bewindvoering en voor de intakekosten van € 709,06. Het college heeft het verzoek om bijzondere bijstand voor intakekosten afgewezen omdat deze kosten volgens het college niet noodzakelijk zijn. De oude bewindvoerder had de bewindvoering op zich kunnen (blijven) nemen en dan was een intake voor eiseres, de nieuwe bewindvoerder, niet nodig geweest.
De bewindvoerder is het hier niet mee eens en gaat, na afwijzing van het bezwaarschrift in beroep.


De rechtbank oordeelt als volgt
Volgens het college is geen sprake van noodzakelijke kosten, omdat de oude bewindvoerder de bewindvoering op zich had kunnen (blijven) nemen. Een intake door de nieuwe bewindvoerder was dan niet nodig geweest. Het college heeft hierbij overwogen dat de noodzakelijkheid niet al besloten ligt in de beschikking van de kantonrechter over het ontslag van de vorige bewindvoerder en de benoeming van de nieuwe bewindvoerder en in diens vaststelling van een beloning voor de aanvangswerkzaamheden. Het college vindt dat het aan hem is om de noodzaak tot wijziging van de bewindvoerder in het kader van de bijzondere bijstand te beoordelen.
In het gemeentelijk beleid is onder verwijzing naar artikel 1:448, tweede lid, van het BW het volgende vermeld:
In sommige gevallen besluit de rechtbank een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder toe te wijzen, ook al is er geen sprake van bovengenoemde redenen. Meestal is er dan sprake van een vertrouwensbreuk. De overstap naar een andere bewindvoerder wordt dan wenselijk geacht maar niet noodzakelijk. Een aanvraag bijzondere bijstand voor de nieuwe intakekosten kan in dat geval worden afgewezen op grond van artikel 35, eerste lid van de PW."

De beroepsgrond van eiseres dat in dit geval de aanvangskosten wel noodzakelijk zijn slaagt. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Bij de beoordeling van de noodzaak op grond van artikel 35 PW moet in beginsel worden aangesloten bij het oordeel van de kantonrechter over de onderbewindstelling en de kosten daarvan. De kantonrechter beoordeelt een verzoek om een bewindvoerder te ontslaan en een nieuwe bewindvoerder te benoemen aan de hand van de voorwaarden genoemd in artikel 1:448, tweede lid, van het BW. Dit zijn, bij een verzoek afkomstig van de betrokkene, dat er gewichtige redenen zijn of dat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden. De kantonrechter oordeelt daarmee of in het concrete geval de noodzaak bestaat tot ontslag van een bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. De rechtbank ziet niet in dat die noodzaak niet gelegen zou kunnen zijn in een vertrouwensbreuk. De vertrouwensband tussen de bewindvoerder en de cliënt speelt immers een belangrijke rol bij bewindvoering. De rechtbank wijst in dit verband ook op rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2022:636). De rechtbank is daarom van oordeel dat de beleidsregels van de gemeente in strijd moeten worden geacht met artikel 35 van de PW, voor zover zij voorschrijven dat de kosten van een overstap naar een andere bewindvoerder bij een vertrouwensbreuk steeds als niet noodzakelijk worden aangemerkt als bedoeld in dat artikel. De noodzaak voor de benoeming van de nieuwe bewindvoerder is in dit geval komen vast te staan met de uitspraak van de kantonrechter. De intakekosten waarvoor bijzondere bijstand is gevraagd moeten daarom noodzakelijk worden geacht.


Meer informatie
- Rechtbank Overijssel 24 september 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:4952
- Opvolgend bewindvoerder ook intakekosten aldus Hoge Raad (SchuldInfo 25 juni 2023)


<< Nieuwsoverzicht