Beslag inkomen

Beslag overig

Vaste lasten

Schulden overheid

Kosten van schulden

Hulp bij schulden

Overige info

Klachten

Voorbeeldbrieven

Rekenprogramma

Nieuwsbrief

Bij loonbeslag niet voortvarend Wsnp aangevraagd

Bron: André Moerman
uur

De Hoge Raad heeft eerder bepaald dat de aflossing als gevolg van loonbeslag tijdens het minnelijk traject meetelt voor de vaststelling van een eerdere ingangsdatum Wsnp. De duur van de Wsnp kan hierdoor korter zijn dan 18 maanden, terwijl het loonbeslag niet alle schuldeisers toekomt. Wanneer schuldhulpverlening niet voortvarend te werk gaat en het loonbeslag onnodig voortduurt is het nog nadeliger voor de andere schuldeisers. Reden voor de rechtbank Den Haag om in dat geval de duur van de Wsnp te verlengen.


Afbeelding: Geralt Pixabay
 

Eerdere ingangsdatum
Bij toelating tot de Wsnp geldt in beginsel de datum van uitspraak als ingangsdatum, zodat een periode van 18 maanden resteert. Sinds 1 juli 2023 is het mogelijk om een eerdere ingangsdatum te vragen, zodat de resterende regeling korter duurt. In artikel 349a, eerste lid Fw staat:

De termijn van de schuldsaneringsregeling bedraagt anderhalf jaar, te rekenen van de dag van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f, indien die dag eerder is gelegen.


Loonbeslag als 'eerste aflossing'
De Hoge Raad heeft n.a.v. prejudiciële vragen bepaald dat een aflossing als gevolg van een beslag aangemerkt kan worden als een 'eerste aflossing', met als gevolg dat de ingangsdatum Wsnp op een eerdere datum wordt gesteld en de duur van de Wsnp feitelijk korter wordt dan 18 maanden. Deze invulling van de Hoge Raad is op zich opmerkelijk omdat dit het paritas creditorum doorbreekt. De Hoge Raad heeft dit beargumenteerd met het uitgangspunt dat het erom gaat dat de schuldenaar zich in het minnelijke voortraject, volgens de daarin geldende normen, voldoende inspant ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Dat door een of meer schuldeisers beslag is gelegd is in beginsel niet aan de schuldenaar toe te rekenen. Dat hierdoor ongelijkheid tussen de schuldeisers kan ontstaan, dient dan niet voor rekening van de schuldenaar te komen.
 

Voortvarendheid vereist
Aangezien het loonbeslag meetelt als eerste aflossing en dit nadelige gevolgen heeft voor de andere schuldeisers is het van belang dat er voortvarend gehandeld wordt, door:

  • Een voorlopige voorziening Wsnp aan te vragen om het loonbeslag op te schorten. Er wordt door rechters overigens verschillend gedacht over de vraag of dit instrument tbv het minnelijk traject ingezet kan worden en of loonbeslag spoedeisend is. Mogelijk dat dit verandert nu loonbeslag directe gevolgen heeft voor de Wsnp.
  • Snel een dwangakkoord of Wsnp aanvragen wanneer één van de schuldeisers niet akkoord gaat.


Verlenging termijn Wsnp
Niet voortvarend handelen was voor de rechtbank Den Haag aanleiding om de eerdere ingangsdatum deels teniet te doen door de duur van de Wsnp te verlengen. Zodra duidelijk was dat de beslaglegger niet instemde met de schuldregeling had actie ondernomen kunnen worden om de beslaglegging ongedaan te maken, dan wel had een Wsnp-verzoek ingediend kunnen worden. Volgens de rechtbank had dit twee maanden eerder gekund. De rechtbank overweegt hierover het volgende:

De Hoge Raad heeft weliswaar overwogen dat beslaglegging door een of meer schuldeisers in beginsel niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913), maar dit laat onverlet dat alle betrokkenen er van moeten kunnen uitgaan dat een minnelijk schuldhulpverleningstraject voortvarend zal worden uitgevoerd, temeer ingeval van beslaglegging waarbij de belangen van de andere schuldeisers in het gedrang komen. De rechtbank neemt hierbij mede in aanmerking dat aan de amendementen die tot verkorting van de looptijd van de Wsnp van 36 naar 18 maanden hebben geleid, de gedachte ten grondslag ligt dat mensen in een problematische schuldensituatie sneller een perspectief op een schuldenvrije toekomst moet worden geboden, ook gezien de lange duur van buitengerechtelijke schuldsaneringstrajecten. Een verbetering van dit perspectief moet mede worden gezocht in een voortvarend en efficiënt buitengerechtelijke schuldsaneringstraject.

Dit alles maakt dat de rechtbank van oordeel is dat een afweging van de belangen van alle betrokkenen in het algemeen en de niet-beslagleggende schuldeisers in het bijzonder met zich brengt dat het Wsnp-verzoek eerder had moeten worden ingediend. De rechtbank zal daarom de looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling met twee maanden verlengen. 

Concreet betekent dit voor betrokkene het volgende: Op 12 juni 2025 is ze toegelaten tot de Wsnp. Vanwege eerdere aflossingen als gevolg van loonbeslag wordt de ingangsdatum voor de Wsnp gesteld op 4 oktober 2024 (datum ondertekening schuldregelingsovereenkomst). De periode van de Wsnp wordt gesteld op 20 maanden in plaats van 18 maanden vanwege het niet voortvarend te werk gaan. Bij een goed verloop zal ze op 4 juni 2026 de schone lei verkrijgen.

In feite betekent dit voor betrokkene dat er twee maanden extra moet worden afgelost. Wanneer de 'vertraging' van de aanvraag Wsnp de schuldhulpverlener aan te rekenen is, is het denkbaar dat de gemeente hiervoor aansprakelijk is (vergelijk ECLI:NL:GHARL:2021:8952).


SchuldInfo Jaarcongres
Wil je meer weten over deze en andere actualiteiten over schuldenproblematiek kom dan naar het SchuldInfo Jaarcongres op 2 oktober 2025. Dit keer met als thema: De kracht van verleiding. Zorg dat je erbij bent. De vroegboekkorting geldt tot 1 augustus 2025. Kijk hier voor meer info. 


Meer informatie

 


<< Nieuwsoverzicht