Welke regels gelden?
Volgens art. 2 lid 5 onder b van de “Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren" staat:
Naast de jaarbeloning kent de kantonrechter in voorkomende gevallen de volgende beloningen toe:
(…)
b. voor een verhuizing, de verkoop of ontruiming van een woning € 412;
In de toelichting op de regeling staat onder meer:
De werkzaamheden in het kader van een verhuizing vallen in beginsel onder de taak van de mentor. Daarom dient een beloning voor werkzaamheden in het kader van een verhuizing alleen te worden toegekend indien de rechthebbende daartoe zelf niet in staat is en er geen mentor is die de verhuizing kan regelen.
Het Landelijk Overleg Vakinhoud Toezicht (LOVT) van kantonrechters heeft Aanbevelingen meerderjarigenbewind vastgesteld waarin een strengere regel is opgenomen. In paragraaf C8 over de beloning bij verhuizing staat vermeld:
“Ten aanzien van de extra beloning in verband met verhuizen geldt dat dit een beloning is voor de inspanningen die een bewindvoerder verricht ten aanzien van de feitelijke verhuizing van de betrokkene. Daarbij kan gedacht worden aan de bewindvoerder die een verhuisbedrijf moet inschakelen, die een schoonmaakploeg moet inhuren en dergelijke, omdat de betrokkene en zijn sociale omgeving of mentor dit niet zelf kunnen regelen. De bewindvoerder moet vermelden waarom de betrokkene dit niet zelf kan. De administratieve werkzaamheden die gepaard gaan met een verhuizing horen tot de normale taak van een bewindvoerder.”
Deze aanbevelingen zijn voor de rechter niet bindend, maar worden wel doorgaans gevolgd.
Oordeel hof Arnhem-Leeuwarden
Het hof moest oordelen over een afwijzing door de rechtbank Midden-Nederland van een verzoek om een extra beloning vanwege een verhuizing. Volgens de kantonrechter was er geen sprake van uitzonderlijke omstandigheden.
De bewindvoerder voerde in hoger beroep het volgende aan:
De bewindvoerder stelt dat de kantonrechter in strijd met de Regeling heeft gehandeld door aan haar geen beloning in verband met de verhuizing van [naam2] toe te kennen. Bij de beoordeling voor het toekennen van een beloning moet niet worden getoetst aan het criterium van “uitzonderlijke werkzaamheden”, maar aan het toetsingscriterium “voorkomende gevallen”. Er is hier sprake van een verhuizing en er is geen mentor die de werkzaamheden die de verhuizing met zich meebrengt had kunnen verrichten. De bewindvoerder stelt dat daardoor haar een bedrag van € 388,00 toekomt in verband met de verhuizing van [naam2] . Hiertoe voert zij aan dat alle administratieve handelingen in verband met de verhuizing voor rekening en risico van de bewindvoerder komen, omdat deze handelingen van vermogensrechtelijke aard zijn. Ter zitting heeft de bewindvoerder verwezen naar de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 februari 2024 (ECLI:NL:GHARL:2024:1556), waar aan een curator een beloning voor een verhuizing is toegekend.
Het hof oordeelt als volgt:
[naam2] is in november 2023 verhuisd naar een zelfstandige woonruimte. In het beroepschrift van 24 mei 2024 heeft de bewindvoerder omschreven welke werkzaamheden zij in het kader van de verhuizing heeft moeten verrichten. Dat deze werkzaamheden tot de reguliere taken van de bewindvoerder behoren, verdraagt zich niet met de in de Regeling vermelde mogelijkheid tot toekenning van een extra beloning voor een verhuizing. De kantonrechter heeft overwogen dat geen sprake is van uitzonderlijke omstandigheden, waardoor de extra beloning niet zal worden toegekend. In de Regeling staat echter niet dat sprake zou moeten zijn van uitzonderlijke omstandigheden, maar slechts van een voorkomend geval, waarvan hier naar het oordeel van het hof sprake is. Er is in casu sprake van een verhuizing en [naam2] heeft geen mentor die hem bij de verhuizing kon ondersteunen. In dit geval is de bewindvoerder de aangewezen persoon om betrokkene bij de verhuizing te ondersteunen, waarvoor overeenkomstig artikel 3, vijfde lid, onder b van de Regeling een beloning van € 388,00 wordt toegekend.
Het hof zal daarom de bestreden beschikking vernietigen en alsnog de verzochte beloning voor de verhuizing toekennen.
Naschrift
Bij een verhuizing moeten beslissingen worden genomen en werkzaamheden worden verricht die deels bij een mentor horen en deels bij een bewindvoerder. Over de beslissing om te verhuizen en waar naar toe gaat de mentor, over het sluiten van de nieuwe huurovereenkomst en de vraag of dit binnen het budget valt gaat de bewindvoerder. Over de beslissing of een verhuisbedrijf wordt ingeschakeld gaat de mentor, over het sluiten van een overeenkomst met een verhuisbedrijf gaat de bewindvoerder.
Zo hebben adreswijzigingen doorgeven in het ene geval wel vermogensrechtelijke gevolgen (energiebedrijf, internet) en in het andere geval niet (huisarts, tandarts).
Volgens de toelichting op de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren ligt het zwaartepunt van de werkzaamheden in het kader van een verhuizing bij de mentor. Een bewindvoerder komt alleen voor een extra beloning voor de verhuizing in aanmerking indien de rechthebbende daartoe zelf niet in staat is en er geen mentor is die de verhuizing kan regelen. Volgens het hof hoeft hierbij geen sprake te zijn van uitzonderlijke omstandigheden.
Om voor een extra beloning in aanmerking te komen moet het verzoek aan de volgende voorwaarden voldoen
- Er is sprake van een verhuizing
- Er is geen mentor
- Beschrijving van de werkzaamheden die de onder bewind gestelde niet kan/mag doen
Anders
In de volgende uitspraken wordt afgeweken van het oordeel van het Hof Arnhem-Leeuwarden:
- Rechtbank Limburg 27 maart 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:2956
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant 31 maart 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:1805
Meer informatie