Foto: Firmbee Pixabay
Berekening beslagvrije voet
Wanneer beslag op loon wordt gelegd dan wordt van te voren de beslagvrije voet berekend aan de hand van gegevens uit de Basisregistratie personen (BRP) en de UWV-polisadministratie. Aan de hand van de BRP wordt de leefsituatie vastgesteld (alleenstaand, gehuwd, met of zonder kinderen). Uit de UWV-polisadministratie worden de inkomsten van de debiteur en de eventuele partner opgehaald. Deze gegevens worden gebruikt om enerzijds de beslagvrije voet te verhogen met de zogenaamde compensatiekop en anderzijds de beslagvrije voet te verlagen met het inkomen dat niet onder het beslag ligt.
Verhogen met compensatiekop
De beslagvrije voet is gelijk aan 95% van de bijstandsnorm verhoogd met een aan de hand van het belastbaar inkomen berekende compensatiekop. Deze is bij benadering gelijk aan de toeslagen die je minder krijgt naar mate het inkomen stijgt. In de formule ziet dit er als volgt uit.
Verlaging met niet beslagen inkomen
De beslagvrije voet wordt voor ten hoogste de helft verlaagd met het niet onder beslag liggend inkomen inclusief aanspraak op vakantietoeslag van de echtgenoot of partner. De beslagvrije voet wordt volledig verlaagd met het niet onder beslag liggend inkomen van de debiteur. Hiermee wordt voorkomen dat de schuldeiser op alle inkomens afzonderlijk beslag zou moeten leggen.
Zzp als tweede inkomen
Wanneer beslag op loon wordt gelegd en de debiteur of diens partner heeft daarnaast een zzp-inkomen, op welke wijze moet dit inkomen dan meegenomen worden in de berekening van de beslagvrije voet? De vraagstuk kwam naar voren in een procedure bij de rechtbank Noord-Holland. De gemeente had voor een terugvordering van een TOZO-uitkering loonbeslag gelegd. Bij de berekening van de beslagvrije voet waren de ZZP-inkomsten bij gebrek aan informatie geschat op € 1200 per maand. Dit bedrag werd in mindering gebracht op de beslagvrije voet. In deze procedure beantwoordt de kantonrechter twee vraagstukken:
- Telt het zzp-inkomen mee bij de berekening van de compensatiekop?
- Wordt het zzp-inkomen in mindering gebracht op de beslagvrije voet?
Telt het zzp-inkomen mee bij de berekening van de compensatiekop?
Volgens de kantonrechter moet het zzp-inkomen meegenomen worden bij de berekening van de compensatiekop. De rechter overweegt het volgende:
4.4. Artikel 475da lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt de wijze waarop de beslagvrije voet wordt berekend. Daarbij is voor het tot een jaarinkomen herleidbare belastbare inkomen bepaald dat dit op basis van artikel 475d eerste lid wordt vastgesteld.
4.5. Artikel 475d Rv bepaalt dat voor de vaststelling van de beslagvrije voet (BVV) gebruik gemaakt wordt van het belastbaar inkomen van de schuldenaar. Onder 'belastbaar inkomen' wordt hier op grond van artikel 475ab lid 1 Rv mede verstaan het "gezamenlijk bedrag van de belastbare winst uit onderneming, het belastbare loon, het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden, de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen en de belastbare inkomsten uit eigen woning". Hieruit volgt dat het ZZP-inkomen voor de berekening van de BVV dus dient te worden meegerekend. Weliswaar bepaalt artikel 475d Rv dat de hoogte van het belastbaar inkomen wordt berekend op basis van het meest recente maandinkomen zoals dat blijkt uit de polisadministratie, maar dat laat blijkens de wetsgeschiedenis onverlet dat indien de deurwaarder (bijvoorbeeld op basis van de door de schuldenaar verstrekte informatie) bekend raakt met informatie over andere bronnen van inkomsten, hij deze door de gekozen definitie kan betrekken bij de vaststelling van de hoogte van de beslagvrije voet.
De beslagvrije voet wordt dus door het zzp-inkomen hoger vastgesteld. Het zzp-inkomen is niet opgenomen in de polisadministratie en zal handmatig moeten worden meegenomen in de berekening.
Wordt het zzp-inkomen in mindering gebracht op de beslagvrije voet?
Normaal gesproken wordt het inkomen dat niet onder het beslag valt in mindering gebracht op de beslagvrije voet, maar geldt dit ook voor een zzp-inkomen? Volgens de kantonrechter is dit niet het geval.
4.6. Voor de vermindering van de BVV als bedoeld in artikel 475db Rv geldt echter dat in genoemd artikel alléén wordt verwezen naar de in 475c eerste lid Rv genoemde inkomstenbronnen en die opsomming is limitatief. ZZP-inkomsten worden daarin niet genoemd.
Volgens het tweede lid van artikel 475db Rv wordt de hoogte van het op basis van het eerste lid, onderdelen a en b, in mindering te brengen bedrag "berekend op basis van het meest recente maandinkomen zoals dat blijkt uit de polisadministratie op het moment van beslaglegging, tenzij dit maandinkomen geen reële afspiegeling vormt van het belastbaar inkomen op het moment van beslaglegging omdat het maandinkomen fluctueert of er sprake is van een incidentele betaling". Ook dit artikellid geeft geen aanleiding om de inkomstenbronnen voor de verlaging van de BVV uit te breiden naar ZZP-inkomsten. Met 'dit maandinkomen' wordt immers verwezen naar het maandinkomen zoals dat blijkt uit de polisadministratie (en dus níet naar een ZZP-inkomen). Het vervolg van lid 2 geeft dan de redenen: omdat het maandinkomen – zijnde dus het maandinkomen uit de polisadministratie – fluctueert of sprake is van een incidentele betaling. Anders dan de gemeente heeft aangevoerd, gaat het daarbij dus niet om fluctueren van het ZZP-inkomen.
Op basis van voorgaande overwegingen komt de kantonrechter tot de conclusie dat een ZZP-inkomen wél moet worden meegenomen bij de berekening van de hoogte van de beslagvrije voet, maar dat het niet-beslagen deel van dit inkomen níet in mindering wordt gebracht op de beslagvrije voet.
Beslag op zzp- / freelance-inkomen
In de hiervoor beschreven situatie wordt beslag gelegd op het loon en beschikt betrokkene daarnaast over een zzp-inkomen. Maar hoe is de situatie wanneer de deurwaarder beslag legt onder de opdrachtgever, d.w.z. op het zzp-inkomen zelf? Dan geldt er geen beslagvrije voet. Wel kan de kantonrechter op verzoek de beslagvrije voet van toepassing verklaren. Voorwaarde hiervoor is dat betrokkene aantoont over onvoldoende middelen van bestaan te beschikken. Dit betekent dat niet alleen naar inkomen maar ook naar vermogen wordt gekeken. Deze regeling geldt ook wanneer beslag op huurinkomsten is gelegd.
Meer informatie