Geen hypotheek door BKR-registratie oude schuld van € 400

Bron: André Moerman
uur

Een negatieve BKR-registratie kan tot gevolg hebben dat je niet of moeilijk voor een hypotheek in aanmerking kunt komen. Ook als de BKR-registratie een hele kleine vordering betreft. De rechtbank Amsterdam moest oordelen over de weigering van BKR om een negatieve registratie t.a.v. van een achterstand van € 400 uit het verleden te verwijderen. Volgens BKR zou verwijdering neerkomen op geschiedvervalsing. Volgens betrokkene is de BKR-registratie van deze geringe vordering, vanwege de grote gevolgen, disproportioneel. De rechtbank Amsterdam vindt dit ook en gelast de BKR om de registratie te verwijderen.




Aanleiding
In 2012 heeft kledingzaak H&M mijnheer X aangemeld bij het BKR met een zogenaamd “Verzendhuiskrediet” (krediet voor goederen) met een limiet van € 550,00. In 2014 heeft X kinderkleding bij H&M op krediet gekocht. In september 2014 is hij werkloos geworden als gevolg van een collectief ontslag.
Op 8 oktober 2015 heeft X een brief van een incassobureau ontvangen dat sprake was van een betalingsachterstand bij H&M. De betalingsachterstand ad. € 427,56 is aangemeld bij BKR.
Begin 2016 heeft X de volledige achterstand (vermeerderd met rente en bijkomende kosten van het incassobureau) voldaan.

Begin 2017 heeft X zijn woning verkocht voor een bedrag van € 416.000,00 en heeft hij onder voorbehoud van financiering een nieuwe woning met een koopsom van 430.000,00 gekocht. X heeft in dat kader contact gezocht met een hypotheekverstrekker. Vervolgens is gebleken dat hij een negatieve BKR-registratie had als gevolg van de betalingsachterstand bij H&M. De BKR-codering betreft A2, hetgeen inhoudt dat hij een betalingsachterstand heeft gehad en dat de vordering volledig opeisbaar is geworden.

Verzoek aan BKR tot verwijdering van deze codering is afgewezen met als belangrijkste argument dat het verwijderen van terechte contracten, achterstanden en bijzonderheden een vorm van geschiedvervalsing is, die de informatiewaarde van het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) ten behoeve van de beoordeling van de kredietwaardigheid ernstige schade toebrengt.


De vordering
X vordert onder meer dat BKR op straffe van een dwangsom, de negatieve registratie verwijdert. Ze voert hiervoor twee argumenten aan:

  • X heeft van H&M geen vooraankondiging ontvangen dat de achterstand gemeld zou worden bij de BKR.
  • De geringe achterstand staat niet in verhouding tot de gevolgen van een negatieve registratie bij de BKR.

Beoordeling t.a.v. ontbreken vooraankondiging
Niet uitgesloten is dat de vooraankondiging niet door X is ontvangen. Het BKR kan niet bewijzen dat H&M de vooraankondiging wél heeft verzonden, laat staan dat deze door X is ontvangen, nu deze in elk geval niet per aangetekende brief of aangetekende e-mail is verzonden. Deze omstandigheid moet worden betrokken in de hierna te bespreken belangenafweging. De vooraankondiging aan een betrokkene strekt ertoe dat de betrokkene op de hoogte raakt van het voornemen van de kredietverstrekker om zijn betalingsachterstand in het CKI te laten registreren, zodat de betrokkene mede ter voorkoming van de nadelige gevolgen die een registratie voor hem kan meebrengen beziet of de betalingsachterstand kan worden ingelopen.


Beoordeling t.a.v. proportionaliteit en subsidiariteit
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de BKR-registratie onder de werking van de Wet bescherming persoonsgegevens valt. Dit betekent dat bij een dergelijke registratie, en de handhaving daarvan bij latere wijziging van omstandigheden, moet zijn voldaan aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit zodanig dat de inbreuk op de belangen van de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene niet onevenredig mag zijn in verhouding tot het met de verwerking te dienen doel (proportionaliteitsbeginsel) en dat het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt in redelijkheid niet op een andere, voor de bij de verwerking van persoonsgegevens betrokkene minder nadelige wijze kan worden verwezenlijkt (subsidiariteitsbeginsel) (Hoge Raad 9 september 2011). 

De kredietregistratie van de persoonsgegevens heeft tot doel het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde dienstverlening op financieel gebied, waarbij onder andere wordt beoogd het beperken van krediet en betalingsrisico’s voor deelnemers en het voorkomen van overcreditering en andere problematische schuldsituaties bij de betrokkenen. Het belang van X bij verwijdering van de registratie, inhoudende dat hij een hypothecaire geldlening voor de door hem onder financieringsvoorbehoud aangekochte woning kan verkrijgen, dient te worden afgewogen tegen het belang van het BKR als de bewaarder om aan bovengenoemde doelstelling bij te dragen.

Het BKR heeft zich ter onderbouwing van haar standpunt beroepen op door minister Dijsselbloem recent, in juni 2017, beantwoorde Kamervragen dienaangaande, waaruit blijkt dat correctie in het CKI uitsluitend kan plaatsvinden door de kredietverstrekkers en alleen als de registratie feitelijk niet juist is alsmede dat BKR als verantwoordelijke voor de gegevensverwerking hierop toezicht houdt. Dit beleid doet echter niet af aan de in de rechtspraak aangenomen toepasselijkheid van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.

Wat betreft de belangen van X wordt het volgende overwogen.
Tussen mei en oktober 2014 heeft X bij H&M op krediet voor ongeveer € 400,00 aan kinderkleding gekocht. Door de in september 2014 ingetreden werkloosheid van X diende het gezin met drie kinderen alleen van het salaris van zijn partner rond te komen. Het grootste belang van X en zijn partner, aldus de partner van X ter zitting, was gelegen in het blijven voldoen van de hypotheekrente en de overige vaste lasten. Door de stressvolle situatie zijn de aanmaningen van H&M hierdoor op de achtergrond geraakt. Een enkele betalingsaanmaning is wel ontvangen, maar aanwijzingen dat de vooraankondiging daadwerkelijk is ontvangen ontbreken. Drie maanden nadat hij bekend werd met de achterstand heeft X die achterstand in zijn geheel, inclusief rente en kosten, voldaan.

Kortom, de achterstand betrof een gering bedrag en is vrij spoedig na het bekend worden daarmee volledig voldaan. X heeft thans weer een nieuwe baan en het gezamenlijk inkomen is ver boven modaal. Voldoende aannemelijk is dat vanwege de negatieve A-2 codering geen financiering voor een hypotheek kan worden verkregen. Indien deze codering niet wordt verwijderd, gaat de aankoop van de nieuwe woning dus niet door en moet het gezin op zoek naar alternatieve woonruimte, nu de oude woning al verkocht is. Dat, zoals door het BKR is aangevoerd, de algehele financiële positie van X , hij heeft nog een vijftal positieve kredietregistraties (dat zijn kredieten waarop geen achterstand bestaat) waarschijnlijk aanleiding zijn voor de hypotheekverstrekker de lening te weigeren, is verder niet onderbouwd en is ook niet aannemelijk. Dat een geldverstrekker de lening weigert omdat de aankoopsom van de nieuwe woning een onverantwoorde hoge uitgave betreft is ook niet aannemelijk, nu de opbrengst van de oude woning slechts € 16.000,00 minder is dan de aankoopsom van de nieuwe woning.


De beslissing
BKR wordt veroordeeld tot verwijdering van de A2-codering in het Centraal Krediet Informatiesysteem, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van € 50.000,00.


Meer informatie
Rb Amsterdam 28 juli 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:5790
- Wat doet het BKR? (de Bloggende Advocaat)
-
Een negatieve registratie bij het BKR. En nu? (de Bloggende Advocaat) 


Reageren?
- Reageer via schuldinfo op LinkedIn