Beslag inkomen

Beslag overig

Vaste lasten

Schulden overheid

Kosten van schulden

Hulp bij schulden

Overige info

Klachten

Voorbeeldbrieven

Rekenprogramma

Nieuwsbrief

Kwaliteitseis Wki: omgangseisen en informatievoorziening


Artikel 4.1. Bki: Benadering schuldenaar

  1. De incassodienstverlener benadert een schuldenaar op transparante, ondubbelzinnige, herkenbare en correcte wijze.
     
  2. De incassodienstverlener zorgt voor eenduidige, volledige en juiste informatieverstrekking aan de schuldenaar. De incassodienstverlener informeert de schuldenaar uit eigen beweging en op verzoek over diens rechten en plichten.
     
  3. De incassodienstverlener is rechtstreeks en eenvoudig bereikbaar voor de schuldenaar.
     
  4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de eisen vermeld in het eerste tot en met het derde lid.
     


Artikel 4.2. Bki: Tijdstip benadering

  1. De incassodienstverlener benadert de schuldenaar tussen acht uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends niet langs elektronische, fysieke of telefonische weg.
     
  2. De incassodienstverlener benadert de schuldenaar niet langs elektronische, fysieke of telefonische weg op een zondag of een algemeen erkende feestdag als bedoeld in de Algemene termijnenwet.
     


Artikel 3. Rki: Wijze van benaderen

  1. De incassodienstverlener die een schuldenaar benadert neemt daarbij in ieder geval de volgende normen in acht:
    a. hij oefent geen oneigenlijke druk uit door te dreigen met maatregelen die niet of nog niet kunnen of zullen worden genomen;
    b. hij onthoudt zich van agressief, bedreigend of intimiderend taalgebruik;
    c. bij een schriftelijke benadering communiceert hij in de Nederlandse taal op niveau B1; bij een mondelinge benadering communiceert hij in de Nederlandse taal en, indien het taalniveau van de schuldenaar dit vereist, op niveau B1.
     
  2. Het eerste lid, onderdeel c, is niet van toepassing indien de schuldenaar heeft verzocht om te communiceren in een andere taal dan de Nederlandse taal en de incassodienstverlener hiermee heeft ingestemd.
     


Artikel 4. Rki: Informatieverstrekking

  1. De incassodienstverlener informeert de schuldenaar ten minste via zijn website, per brief of per e-mail over in ieder geval:

    a. de wijze of wijzen waarop de vordering kan worden voldaan;

    b. de eventuele mogelijkheid tot het treffen van een betalingsregeling;

    c. de beschikbare hulp voor schuldenaren met problematische schulden, waaronder in ieder geval de gemeentelijke schuldhulpverlening moet worden begrepen;

    d. de bereikbaarheid van de Stichting 113 Zelfmoordpreventie.
     

  2. Op de in het eerste lid bedoelde informatieverstrekking is art. 3, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, van overeenkomstige toepassing.



Toelichting


Artikel 4.1 Bki: Benadering schuldenaar
In artikel 4.1 zijn normen opgenomen waaraan de incassodienstverlener moet voldoen in de omgang met de schuldenaar. Het is daarbij niet relevant of de incassodienstverlener de schuldenaar via elektronische, fysieke, schriftelijke of telefonische weg benadert.

Eerste lid
Het eerste lid verplicht de incassodienstverlener de schuldenaar op transparante, herkenbare en ondubbelzinnige wijze te benaderen. Dat houdt in elk geval in dat de – in de regel – incassomedewerker van een incassodienstverlener of zelfstandige zonder personeel in het contact met de schuldenaar de naam van de incassodienstverlener bekendmaakt en waar nodig, de eigen naam. Op deze manier kan de schuldenaar in een later stadium beter naar het contact verwijzen.

Tweede lid
In het tweede lid wordt voorgeschreven dat de incassodienstverlener zorgt voor een eenduidige, volledige en juiste informatieverstrekking aan de schuldenaar. Daarnaast moet de incassodienstverlener de schuldenaar informeren over diens rechten en plichten.

Eenduidige, volledige en juiste informatieverstrekking houdt in de eerste plaats in dat de schuldenaar in staat wordt gesteld om effectief contact te leggen met de incassodienstverlener. Om dit te bereiken zal de incassodienstverlener diens contactgegevens moeten verstrekken. Daarnaast moet het duidelijk zijn voor de schuldenaar waarom de incassodienstverlener contact zoekt. Deze duidelijkheid wordt overigens ook bewerkstelligd doordat de incassodienstverlener op grond van artikel 3.1 verplicht is de schriftelijke beschrijving van de vordering aan de schuldenaar te verstrekken. Verder wordt hiermee beoogd te voorkomen dat oneigenlijke druk wordt uitgeoefend op de schuldenaar. Druk is oneigenlijk als de incassodienstverlener maatregelen in het vooruitzicht stelt die de incassodienstverlener niet kan of niet mag treffen. Daaronder vallen in ieder geval maatregelen waarvoor een rechterlijk vonnis vereist is, zoals het leggen van beslag. Dreigen met dergelijke maatregelen is dan ook in strijd met de verplichting van de incassodienstverlener om volledige en juiste informatie aan de schuldenaar te verstrekken

De incassodienstverlener moet daarnaast de schuldenaar uit eigen beweging en desgewenst op verzoek van de schuldenaar informeren over diens rechten en plichten. Hiermee wordt overigens ook beoogd te voorkomen dat oneigenlijke druk op de schuldenaar wordt uitgeoefend. Informatie over de rechten en plichten van de schuldenaar houdt in ieder geval in dat de schuldenaar weet dat er geen verplichting is om de incassodienstverlener te woord te staan of in de eigen woning toe te laten. Daarnaast moet voor de schuldenaar ook duidelijk zijn wat de gevolgen zijn als de vordering niet wordt voldaan, welke maatregelen de schuldenaar kan treffen om de vordering te betwisten en hoe bevrijdend kan worden betaald.

Derde lid
Op grond van het derde lid moet de incassodienstverlener rechtstreeks en eenvoudig te bereiken zijn voor de schuldenaar. Hieruit vloeit voort dat de schuldenaar moet beschikken over contactgegevens van de incassodienstverlener die rechtstreekse en eenvoudige communicatie mogelijk maakt. Dat betekent dat het verstrekken van een postadres niet voldoende zal zijn, maar bijvoorbeeld een rechtstreeks telefoonnummer van de dossierhouder bij de incassodienstverlener wel. Het verstrekken van gegevens van personen die structureel onbereikbaar zijn, betekent dat dat incassodienstverlener niet voldoet aan het vereiste om rechtstreeks en eenvoudig bereikbaar te zijn. Het is verder mogelijk dat een schuldenaar digitaal niet vaardig is. In dat geval kan de incassodienstverlener niet volstaan met uitsluitend digitale contactmogelijkheden, zoals videobellen.

Vierde lid
Het vierde lid voorziet in de mogelijkheid om de in het eerste tot en met het derde lid neergelegde normen nader uit te werken in een ministeriële regeling.


Artikel 4.2 Bki: Tijdstip benadering
In dit artikel is geregeld wanneer de incassodienstverlener de schuldenaar niet mag benaderen via elektronische, fysieke of telefonische weg. De incassodienstverlener mag de schuldenaar niet benaderen tussen acht uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends en daarnaast niet op zon- en feestdagen. Hiermee wordt aangesloten bij artikel 64 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering waarin geregeld is wanneer de gerechtsdeurwaarder geen exploten mag doen. Beoogd wordt om de nachtrust van de schuldenaar en diens huisgenoten te beschermen. Buiten deze tijden en dagen is er voor de incassodienstverlener voldoende gelegenheid om de schuldenaar te benaderen.
 

Bron: Staatsblad 2024, 44.



Artikel 3.1 Rki: wijze van benaderen

Eerste lid
Een incassodienstverlener die een schuldenaar benadert, dient in ieder geval de in de onderdelen a tot en met c van dit lid genoemde normen in acht te nemen. Op grond van onderdeel a mag de incassodienstverlener niet dreigen met bijvoorbeeld het uitbrengen van een dagvaarding, de inbeslagname van spullen of het (anderszins) starten van gerechtelijke procedure, als hij niet daadwerkelijk van plan is om daartoe over te gaan.

Zo mag er niet worden gedreigd met een van bovengenoemde maatregelen als de wettelijke grondslag daarvoor (nog) ontbreekt. Zolang er geen executoriaal vonnis ligt, mag een incassodienstverlener bijvoorbeeld niet dreigen met het leggen van executoriaal beslag.

Als de incassodienstverlener van plan is om een bepaalde maatregel te nemen, mag hij dit wel van tevoren aan de schuldenaar kenbaar maken.

Onderdeel b stelt buiten twijfel dat het taalgebruik van de incassodienstverlener binnen de grenzen van het maatschappelijk betamelijke dient te blijven. Hij dient zich daarom te onthouden van agressief, bedreigend of intimiderend taalgebruik.

In onderdeel c worden eisen gesteld aan de taal en het taalniveau waarop de incassodienstverlener communiceert. Uitgangspunt is dat de incassodienstverlener communiceert in het Nederlands. Bij schriftelijke communicatie – per brief, per e-mail of op andere (elektronische) wijze – zal het voor de incassodienstverlener vaak niet mogelijk zijn om een inschatting te kunnen maken van het taalniveau van de betrokken schuldenaar. Om die reden dient schriftelijke communicatie altijd plaats te vinden op Niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen. Zo wordt bewerkstelligd dat de meerderheid van de schuldenaren in staat zal zijn om de inhoud van bijvoorbeeld een brief of e-mail zonder hulp van een derde te kunnen begrijpen.

Bij mondelinge communicatie ligt dit anders. Tijdens het voeren van een gesprek -tijdens een fysiek bezoek, per telefoon of digitaal in de vorm van bijvoorbeeld een videogesprek – zal de incassodienstverlener snel een inschatting kunnen maken van het taalniveau van de schuldenaar. Alleen als dit niveau het vereist, wordt van de betrokken incassomedewerker verwacht dat hij zijn communicatie aanpast naar Niveau B1. Deze aanpassing is met andere woorden verplicht als de schuldenaar de communicatie zonder deze aanpassing niet kan volgen of niet begrijpt.

Deze bepaling sluit aan bij de vakbekwaamheidseis van artikel 1, derde lid, aanhef en onder b, van de onderhavige regeling. Daarin wordt vereist dat de incassomedewerker kennis heeft van dit taalniveau en van het afstemmen daarvan op het taalniveau van de gesprekspartner. Op grond van het vierde lid van die bepaling dient hij bovendien in staat te zijn om die kennis toe te passen.

Tweede lid
Als een schuldenaar de incassodienstverlener verzoekt om te communiceren in een andere taal dan de Nederlandse taal, staat het de incassodienstverlener vrij daar gehoor aan te geven.

 


Artikel 4 Rki

Eerste lid
In het eerste lid wordt een overzicht gegeven van punten waarover de incassodienstverlener de schuldenaar in ieder geval dient te informeren. Op grond van de onderdelen a en b informeert de incassodienstverlener de schuldenaar over de beschikbare betaalmethoden en de eventuele mogelijkheid tot het treffen van een betalingsregeling. Op grond van onderdelen c en d is de incassodienstverlener daarnaast verplicht informatie te verstrekken over schuldhulpverlening en over de bereikbaarheid van de Stichting 113 Zelfmoordpreventie.

De incassodienstverlener kan deze informatie opnemen op zijn website, of per brief of e-mail aan de schuldenaar te communiceren. Als de incassodienstverlener kiest voor communicatie per brief of e-mail kan dit bijvoorbeeld door middel van een informatieblad dat als bijlage bij deze brief of e-mail wordt gevoegd.

De verplichting om de onder a tot en met d bedoelde informatie te verstrekken beperkt zich niet tot het opnemen van die informatie op de website, of het per brief of per e-mail daarover informeren van de schuldenaar. In contacten met de schuldenaar dient de incassodienstverlener, indien hier aanleiding toe bestaat, de schuldenaar actief over deze punten te informeren. Daarnaast dient de incassodienstverlener zich er bij zijn handelingen voortdurend rekenschap van te geven dat geldzorgen bij de schuldenaar tot stress kunnen leiden, waardoor iemand minder rationele beslissingen kan nemen. Het is belangrijk voor een incassodienstverlener om te weten hoe dit kan worden herkend en hoe hiermee kan worden omgegaan. Dit zal dan ook een onderdeel zijn van de vakbekwaamheid waar in artikel 1 van deze regeling over wordt gesproken. Schuldhulpverlening of hulp op het gebied van suïcidepreventie kan in zo’n geval wenselijk zijn. Indien een schuldenaar een duidelijk signaal van zelfmoordgedachten afgeeft dan wel dit expliciet ter sprake brengt, dan ligt het in de rede om de schuldenaar actief te informeren over de hulplijn 113 of 0800-113 (gratis).



Bron: Staatscourant 2024, 10329